Vrije Universiteit Amsterdam
Persbericht
12-04-2010
Technieken uit kunstmatige intelligente maken criminaliteitsonderzoek `hard'
Onderzoek naar criminaliteit ontmoet informatica
Charlotte Gerritsen laat zien hoe processen die leiden tot crimineel gedrag bestudeerd
kunnen worden met technieken uit de informatica, in het bijzonder kunstmatige
intelligentie. Dat vakgebied richt zich onder meer op computermodellen en simulaties
die gedrag nabootsen. Gerritsen promoveert vandaag aan de Vrije Universiteit.
Onderzoek naar criminaliteit en crimineel gedrag is maatschappelijk relevant omdat
iedereen slachtoffer kan worden en omdat iedereen crimineel gedrag kan vertonen.
Zulk onderzoek wordt van oudsher gedaan met behulp van 'informele'
onderzoeksmethoden, bijvoorbeeld slachtofferenquêtes, daderinterviews,
veldonderzoek of sociale experimenten. Het groeiende inzicht in processen die een
rol spelen bij crimineel gedrag geeft de mogelijkheid om deze processen te
formaliseren en te bestuderen met informaticatechnieken.
Gerritsen vergroot het inzicht waarom en wanneer bepaalde criminele acties worden
uitgevoerd. Dit is belangrijk om maatregelen te ontwikkelen om zulke acties zo veel
mogelijk te helpen voorkomen. Hierbij valt te denken aan onderzoek naar de
efficiëntste manier om politie in te zetten, waarbij dus zowel het aantal misdrijven als
de kosten zo laag mogelijk blijven. Gerritsen bestudeert ook de invloed van sociale
netwerken op delinquent gedrag bij tieners.
Op basis van een theorie of empirische gegevens kunnen computermodellen worden
ontwikkeld waarmee gedachte-experimenten gedaan kunnen worden. Deze
experimenten zijn relatief eenvoudig te doen met behulp van simulaties, terwijl zij in
de echte wereld misschien ethisch onverantwoord of kostbaar zijn. Gerritsen deed
verschillende inzichten in crimineel gedrag op met het onderzoek.