Ministerie van Buitenlandse Zaken

beantwoording vragen van het lid Irrgang over voedselhulp voor Somalië

Kamerbrief inzake beantwoording vragen van het lid Irrgang over voedselhulp voor Somalië

Kamerbrief | 12 april 2010

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Irrgang (SP) over voedselhulp voor Somalië. Deze vragen werden ingezonden op 16 maart 2010 met kenmerk 2010Z04735.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen

Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken op vragen van het lid Irrgang (SP) over voedselhulp voor Somalië.

Vraag 1

Is het waar dat (volgens een studie in opdracht van de VN-Veiligheidsraad) naar schatting de helft van alle voedselhulp voor Somalië eindigt in de handen van corrupte tussenpersonen, moslimextremisten en plaatselijk personeel van het VN-voedselprogramma (WFP)? 1)

Antwoord

Volgens een recent rapport van de UN Monitoring Group on Somalia, geschreven in opdracht van de VN-Veiligheidsraad, is dat mogelijk het geval. Het Wereldvoedselprogramma (WFP) erkent dat er problemen zijn met de verstrekking van voedselhulp in Somalië, maar ontkent de geschetste omvang van het probleem. Het WFP heeft in een persbericht aangegeven een aantal bevindingen van het rapport te zullen weerleggen.

Vraag 2 en vraag 6

Is het waar dat het corrupte kartel van Somalische distributeurs ertoe zou leiden dat slechts eenderde van de voedselhulp ter waarde van 357 miljoen euro van het WFP bij de Somalische bevolking terecht is gekomen? Deelt u de mening dat dit de hulp ten behoeve van Somaliërs ondermijnt en de gewelddadige strijd van moslimextremisten in Somalië versterkt?

Is het waar dat de onderzoekers van de VN-Veiligheidsraad pleiten voor "een rigoureuze hervorming van het distributiesysteem voor het voedsel, om te breken met het corrupte kartel"? Steunt u dit idee? Zo nee, waarom bent u voor handhaving van het huidige systeem?

Antwoord

De bevindingen van het rapport moeten nog nader besproken worden, onder meer met het WFP. Indien het beeld van grootscheepse misallocatie van hulp daarin bevestigd wordt, namelijk dat deze voor een aanzienlijk deel ten goede komt aan de gewapende oppositie, dan moet een grondige discussie gevoerd worden over de modaliteiten waaronder de internationale gemeenschap voedselhulp aan Somalië kan geven. Bij deze afweging dient nadrukkelijk te worden gekeken naar de humanitaire gevolgen van de te maken keuzes. Hierbij staan twee uitgangspunten centraal:


1. De inspanningen van donoren en uitvoerende organisaties moeten er altijd volledig op gericht zijn om de hulp bij die mensen te krijgen waarvoor die bedoeld is.


2. Humanitaire hulpverlening in conflictgebieden vindt per definitie plaats in een problematische omgeving. Somalië is momenteel een van de moeilijkste gebieden om humanitaire hulp te verlenen. Ongeveer de helft van de bevolking is afhankelijk van buitenlandse voedselhulp. De situatie is met name complex in Zuid- en Centraal-Somalië, waar het WFP in januari zijn activiteiten tijdelijk heeft opgeschort. In Somaliland en Puntland verloopt de humanitaire hulpverlening relatief goed.

Vraag 3 en vraag 5

Is het waar dat een van de verantwoordelijken voor het geheimhouden, en daarmee in stand houden, van deze praktijken de Nederlander Eric Overvest is, coördinator van de VN-missie, doordat hij klokkenluiders strafte die deze problemen aankaartten? 2)

Wat is uw oordeel over de beschuldigingen dat er sprake was van corruptie en onregelmatigheden bij het toekennen van contracten aan KPMG East Africa, onderdeel van het in Nederland gevestigde accountantsbedrijf KPMG?

Antwoord

Het United Nations Ethics Committee, het aangewezen orgaan voor onderzoek naar het gedrag van VN-medewerkers, heeft onderzoek gedaan naar het handelen van bedoeld UNDP-staflid tijdens diens plaatsing in Nairobi. In dat verband kwam ook de wijze van toekennen van contracten aan de orde.

Dit onderzoek is een interne VN-aangelegenheid. Ik heb er vertrouwen in dat het Ethics Committee zijn taken op juiste wijze uitvoert.

Vraag 4
Bent u het eens met de oproep in de studie voor de VN-Veiligheidsraad om een onafhankelijk onderzoek te starten naar de voedselprogramma's van de WFP in Somalië? Zo nee, hoe wilt u duidelijkheid krijgen in deze zaak?

Antwoord

Een onafhankelijk onderzoek kan een nuttig instrument zijn om helderheid te verkrijgen over de werkwijze van het WFP in Somalië. Een dergelijk onderzoek kan echter enkel effectief zijn indien vaststaat dat onderzoekers toegang zullen krijgen tot primaire informatiebronnen.


1) O.a. NRC Next, 11 maart 2010, The New York Times


2) www.Joop.nl, 10 maart 2010, Reuters AlertNet.org

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen ter zake van de leden Schippers en Nicolaï (beiden VVD), ingezonden 15 maart 2010 (vraagnummer 2010Z04623).