beantwoording vragen van de leden Schippers en Nicolaï over
voedselhulp aan Somalië
Kamerbrief inzake beantwoording vragen van de leden Schippers en Nicolaï
over voedselhulp aan Somalië
Kamerbrief | 12 april 2010
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen
gesteld door de leden Schippers en Nicolaï (VVD) over voedselhulp aan
Somalië. Deze vragen werden ingezonden op 15 maart 2010 met kenmerk
2010Z04623.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken op
vragen van de leden Schippers en Nicolaï (VVD) over voedselhulp aan
Somalië.
Vraag 1
Kent u het onlangs gepubliceerde VN-rapport over voedselhulp aan
Somalië in het kader van het VN-voedselprogramma WFP?
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Wat is uw reactie op de conclusies van het rapport, dat de helft van
de 357 miljoen euro donorgeld voor voedselhulp in verkeerde handen
terecht is gekomen en - voor zover überhaupt gedistribueerd - wordt
gedistribueerd via rijke Somalische zakenlieden?
Antwoord
De bevindingen van het rapport moeten nog nader besproken worden,
onder meer met het WFP. Indien het beeld van grootscheepse
misallocatie van hulp daarin bevestigd wordt, namelijk dat deze voor
een aanzienlijk deel ten goede komt aan de gewapende oppositie, dan
moet een grondige discussie gevoerd worden over de modaliteiten
waaronder de internationale gemeenschap voedselhulp aan Somalië kan
geven. Bij deze afweging dient nadrukkelijk te worden gekeken naar de
humanitaire gevolgen van de te maken keuzes. Hierbij staan twee
uitgangspunten centraal:
1. De inspanningen van donoren en uitvoerende organisaties moeten er
altijd volledig op gericht zijn om de hulp bij die mensen te krijgen
waarvoor die bedoeld is.
2. Humanitaire hulpverlening in conflictgebieden vindt per definitie
plaats in een problematische omgeving. Somalië is momenteel een van de
moeilijkste gebieden om humanitaire hulp te verlenen. Ongeveer de
helft van de bevolking is evenwel afhankelijk van buitenlandse
voedselhulp. De situatie is met name complex in Zuid- en
Centraal-Somalië, waar het WFP in januari zijn activiteiten tijdelijk
heeft opgeschort. In Somaliland en Puntland verloopt de humanitaire
hulpverlening relatief goed.
Vraag 3
Wat vindt u van de schokkende bevindingen in het rapport dat er een
bloeiende en lucratieve handel in visa bestaat, waardoor zelfs
Somalische piraten en islamitische rebellen zich een gemakkelijke
toegang tot Europa kunnen verschaffen?
Vraag 4
Hoe kijkt u aan tegen de veiligheidsrisico's die dit oplevert voor
Europa?
Antwoord op vragen 3 en 4
De Nederlandse regering heeft kennis genomen van de bevindingen van
het meest recente rapport van de VN Monitoring Group on Somalia over
dit onderwerp. Een dergelijke handel in visa is uiteraard
ontoelaatbaar. Nederland hanteert een uiterst strak beleid ten aanzien
van visumaanvragen uit Somalië, onder meer om te voorkomen dat
personen die een veiligheidsrisico kunnen vormen het Schengengebied in
reizen. Het rapport geeft overigens geen aanwijzingen dat het zou gaan
om visa die door Nederland zijn verleend. Nederland heeft in
Schengenverband aandacht gevraagd voor dit misbruik van visa en voor
de schadelijke gevolgen hiervan, teneinde te voorkomen dat met op
oneigenlijke gronden verkregen visa van andere Schengenlanden naar
Nederland wordt doorgereisd en men hier illegaal verblijft of asiel
aanvraagt.
Vraag 5
Verbindt u consequenties aan de conclusies van het VN-rapport over
voedseldistributie en de handel in visa? Zo nee, waarom niet?
Vraag 6
Eist u een ander beleid van de VN? Zo ja, hoe denkt u het beleid van
de VN te beïnvloeden en aan te passen en wilt u de Kamer mededelen
welke concrete stappen u denkt te nemen en welke beleidswijzigingen u
voorstaat?
Antwoord op vragen 5 en 6
Wat betreft voedseldistributie, zie het antwoord op vraag twee.
De zorgelijke signalen uit het VN rapport over misbruik van visa
hebben mijn onverkorte aandacht. Er is een Immigration Liaison Officer
(ILO) werkzaam in Nairobi die de ontwikkelingen in Somalië nauwgezet
volgt, inclusief de bevindingen van het VN rapport. Voorts is van
belang dat Nederland en de andere Schengenlanden intensief blijven
samenwerken met betrekking tot het tegengaan van illegale overkomst
uit Somalië.
Ministerie van Buitenlandse Zaken