Nederlands Jeugdinstituut
Voorstellen bieden onvoldoende zicht op samenhang
Reactie NJi op kabinetsvisie jeugdzorgstelsel
Het Nederlands Jeugdinstituut vindt dat demissionair kabinet
Balkenende IV er met zijn toekomstvisie op de ondersteuning van en
zorg voor jeugd maar ten dele in slaagt om het jeugdzorgstelsel meer
samenhangend en eenvoudiger te maken. Zo is de overheveling van
provinciale taken naar gemeenten onvoldoende doordacht op
consequenties. Het jeugdzorgstelsel vraagt om bovengemeentelijke
organisatie- en beleidsvorming.
Als belangrijke kwaliteiten van de uitgebrachte visie noemt het
Nederlands Jeugdinstituut onder andere de inzet op preventie en
vroeghulp met als spil het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Het CJG
moet uitgroeien tot een `pedagogische huisartsenpost' waar jeugdigen
en ouders advies en lichte hulp kunnen krijgen en zo nodig
doorverwezen worden naar gespecialiseerde hulp. In die zin moet het
CJG de instantie worden die ooit bedoeld was met bureau jeugdzorg. Ook
de voorgenomen intensieve samenwerking van werkvelden en de
samenbundeling van financieringsstromen door onder andere de
overheveling van provinciale taken naar gemeenten kunnen de samenhang
bevorderen en de bureaucratie inperken.
Nieuwe versnippering
Echter het uitgangspunt om de verschillende bestuurslagen en de
versnippering in een gewijzigd stelsel terug te dringen, wordt niet
consequent doorgevoerd. Zo zijn de beoogde 400 Centra voor Jeugd en
Gezin op gemeentelijk niveau georganiseerd, moet voor de
gespecialiseerde zorg verplicht samengewerkt worden in de 25
GGD-regio's en gaan de Advies- en Meldpunten Kindermishandeling voor
een deel op in de 35 Steunpunten Huiselijk Geweld die aangestuurd
worden vanuit de centrumgemeenten, en voor een deel naar de Raden voor
de kinderbescherming. En dan zijn er nog de 15 bureaus jeugdzorg voor
de gedwongen hulpverlening. Dit heeft opnieuw versnippering en andere
vormen van bestuurlijke drukte tot gevolg. Ook de keuze van het
kabinet om - tegen de breed gedragen wens van het veld in - de
jeugd-ggz niet mee te nemen in de bundeling van financieringsstromen
voor gespecialiseerde jeugdzorg bevordert versnippering en gaat
voorbij aan het gegeven dat jeugdzorg en jeugd-ggz vaak te maken
krijgen met dezelfde doelgroep en vergelijkbare problematiek.
Bovengemeentelijke aanpak
Aangezien de gespecialiseerde jeugdzorg vraagt om bovengemeentelijke
voorzieningen pleit het Nederlands Jeugdinstituut ervoor om het
jeugdzorgstelsel, inclusief de Centra voor Jeugd en Gezin, geheel op
regioniveau te organiseren met een regionaal plan en
gemeenschappelijke regelingen. Binnen dit plan kunnen samenhang en
samenwerking binnen de hele jeugdzorgketen optimaal vorm krijgen.
Ongewenste neveneffecten
Het Nederlands Jeugdinstituut vindt het tijdstip waarop het kabinet
deze visie naar buiten brengt, ongelukkig. Het kabinet is immers
demissionair dus dient de vraag zich aan wat er met deze visie gaat
gebeuren. Tegelijkertijd kan het een verlammende uitwerking hebben op
de praktijk van de jeugdzorg omdat voor organisaties onduidelijk is
hoe hun toekomst eruitziet. De voorgestelde reorganisatie van het
jeugdzorgstelsel is bovendien bestuurlijk dermate ingrijpend dat
werken aan effectiviteit en professionalisering in het gedrang dreigen
te komen. En dat terwijl het kabinet met zijn voorstellen de
slagkracht, kwaliteit en effectiviteit van de zorg aan jeugdigen en
ouders juist willen verbeteren.
Het Nederlands Jeugdinstituut vergelijkt en analyseert alle
standpunten van betrokken partijen over het nieuwe jeugdstelsel.
Bovendien wordt de discussie over een eventuele stelselherziening in
een historisch perspectief geplaatst.