Eerste Kamer stemt in met invoeren bestuurlijke boetes in de gezondheidszorg
13 april 2010
De Eerste Kamer heeft dinsdag 13 april ingestemd met invoering van
bestuurlijke boetes in de gezondheidszorg. Dit gebeurde nadat het
wetsvoorstel Uitbreiding bestuurlijke handhaving
volksgezondheidswetgeving (31.122) door de Kamer in vierde termijn
werd besproken. Het voorstel kwam in mei 2009 voor het eerst in de
Eerste Kamer aan de orde. âDeze vierde termijn is een hoge
uitzonderingâ, zei senaatsvoorzitter Van der Linden, nadat hij
minister Klink van Volksgezondheid, Welzijn en Sport had verwelkomd.
De woordvoerders van de fracties van VVD, SP en PvdA die in februari
van dit jaar tijdens de derde termijn van het debat nog grote bezwaren
hadden tegen het wetsvoorstel, concludeerden dat de gedachtewisseling
met de minister inmiddels voldoende verduidelijking heeft opgeleverd
en tot toezeggingen heeft geleid. Daarmee is het wetsvoorstel ook voor
deze fracties aanvaardbaar geworden.
VVD-woordvoerder Swenker wees erop dat nu helder is geworden wanneer
de inspectie voor de gezondheidszorg ingrijpt, in welke gevallen een
bestuurlijke boete wordt opgelegd en in welke situaties het Openbaar
Ministerie overgaat tot strafvervolging. Tweemaal straffen voor
eenzelfde vergrijp zal volgens de VVD-senator mede door
vasthoudendheid van de Eerste Kamer niet meer mogelijk zijn.
Senator Slagter-Roukema (SP) ziet als winst van het langgerekte debat
dat overtredingen van de regels in de gezondheidszorg zoveel mogelijk
bestuurlijk worden afgedaan en dat het strafrecht slechts met grote
terughoudendheid toegepast zal worden. âStrafrecht komt pas in beeld
in die gevallen waarin een opzettelijke of roekeloze gedraging een
direct gevaar voor de volksgezondheid of veiligheid van de mens tot
gevolg heeftâ, zo stelt Slagter-Roukema. Zij herinnerde de Kamer aan
de toezegging van minister Klink dat de IGZ een afgeleide, maar toch
waterdichte geheimhoudingsplicht heeft, en ook een beroep kan doen op
het verschoningsrecht.
PvdA-woordvoerder Putters verklaarde dat zijn fractie kritisch blijft
over de mogelijkheden van grootschalige onderzoeken door de Inspectie
met gebruik van niet geanonimiseerde gegevens van patiënten. Putters
vertrouwt er echter op dat derden geen inzage kunnen krijgen in de
gegevens die de Inspectie verzameld ter verbetering van de kwaliteit
van de zorg.
Eerste Kamer der Staten Generaal