Ingezonden persbericht



Nieuwe privacywet vormt risico voor integriteit politie en privacy burger Leiden, 12 april 2010 - De privacy van burgers wordt nog onvoldoende gewaarborgd door de nieuwe Wet politiegegevens. Deze wet werd in 2008 van kracht om de problemen op te lossen die door de oude wet ontstonden, maar blijkt daar niet in te slagen. De regels voor het gebruik van politiegegevens zijn te vaag en controle en toezicht schieten tekort.

Hierdoor kan de politie niet effectief opereren, en wordt bovendien de privacy van burgers onvoldoende gewaarborgd. Dat blijkt uit het promotieonderzoek waarop Hugo Kielman op 14 april aanstaande aan de Universiteit Leiden hoopt te promoveren. Hij verrichte zijn onderzoek bij eLaw@Leiden, centrum voor recht in de informatiemaatschappij, als onderdeel van een project over geautomatiseerde gegevensuitwisseling tussen criminele inlichtingen eenheden.

Begin dit jaar luidde de politie zelf al de noodklok over de bruikbaarheid van haar ICT-systemen. Door een onbegrijpelijke brei van privacyregels zijn de bevoegdheden van de politie onduidelijk en kost de toepassing ervan te veel tijd. Door gebrekkige controle en toezicht blijft het voor de buitenwereld bovendien onduidelijk of de politie persoonsgegevens in overeenstemming met de wet gebruikt, en in hoeverre de privacy van de burger hier onder lijdt.

Een ingrijpende aanpassing van de Wet politiegegevens is daarom volgens onderzoeker Kielman noodzakelijk. Zonder duidelijke bevoegdheden en effectief toezicht zullen de almaar verdergaande mogelijkheden van informatietechnologie leiden tot grote uitwassen in het gebruik van informatie van burgers, en is een informationele IRT-affaire volgens hem op den duur onvermijdelijk.