UMC Utrecht
Vaatweefsel voorspelt nieuwe ziekte
Uit de samenstelling van de wand van een verkalkte halsslagader kunnen
onderzoekers van het UMC Utrecht afleiden hoeveel kans een vaatpatiënt
maakt op nieuwe vaatproblemen. Chirurg in opleiding Wouter Peeters
beschrijft deze resultaten, die hij binnenkort publiceert in het
tijdschrift Circulation, in zijn proefschrift van 15 april.
Peeters volgde 818 patiënten waarbij aderverkalking
(atherosclerotische plaque) uit de halsslagader verwijderd was. Na
drie jaar hadden 196 patiënten een hart- of herseninfarct gekregen of
waren overleden. Patiënten met een bloedstolsel of een verhoogde
dichtheid van bloedvaten in de plaque blijken daarop een 1,7 of 1,4
maal verhoogde kans te hebben. Microscopisch waarneembare
eigenschappen van de plaque voorspellen dus het algehele risico op
nieuwe vormen van vaatlijden.
"Wij laten zien dat de eigenschappen van een klein stukje ziek
bloedvat een voorspellende waarde kan hebben voor toekomstige
vaatziekten in het héle lichaam. Dit inzicht, met als slogan `tissue
is the issue', wint langzaam terrein."
Peeters verwacht dat analyse van stukjes verkalkte slagader artsen kan
helpen patiënten met een extra groot risico op nieuwe acute
vaatproblemen op te sporen. Momenteel is alleen van patiënten die een
operatie of catheterisatie ondergaan weefsel beschikbaar. Maar
wereldwijd vinden jaarlijks meer dan twee miljoen chirurgische of
endovasculaire interventies plaats waarbij stukjes verkalkt bloedvat
verkregen kan worden voor onderzoek.
Tot nu toe blijken de algemene risicofactoren van hart- en vaatziekten
(leeftijd, geslacht, bloeddruk en cholesterolgehalte) te onnauwkeurig
om het risico van de individuele patiënt te voorspellen op acute
gebeurtenissen van aderverkalking. Ook mogelijke risicofactoren uit
bloedonderzoek blijken onvoldoende om het risico op acute
vaatproblemen te bepalen.
Het onderzoek van Peeters en collega's moet uiteindelijk leiden tot
een zo nauwkeurig mogelijk risicoprofiel van de individuele patiënt op
het krijgen van het krijgen van acute vaatproblemen. Naast
microscopisch waarneembare eigenschappen, heeft Peeters ook enkele
moleculaire factoren in de plaque ontdekt die sterk bijdragen aan het
risicoprofiel van de individuele patiënt. Dat zijn mogelijke
aanknopingspunten voor de ontwikkeling van nieuwe medicijnen.
Peeters' onderzoek is gebaseerd op gegevens van de Athero-Express
biobank, een weefselbank die inmiddels meer dan 2500 plaques bevat en
daarmee de grootste in de wereld in zijn soort is. De weefsels zijn
verzameld in het Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein en het UMC Utrecht.
Prof. dr. Gerard Pasterkamp en vaatchirurg prof. dr. Frans Moll van
het UMC Utrecht begeleidden Peeters tijdens zijn promotieonderzoek.
Voor meer informatie bel 088 75 588 50 of mail info@umcutrecht.nl.
dinsdag 13 april 2010