Senaat wil advisering en rechtspraak bij Raad van State nog strikter
scheiden
13 april 2010
Als het aan de Eerste Kamer ligt, worden wetgevingsadvisering en
bestuursrechtspraak binnen de Raad van State nog strikter gescheiden
dan de regering voorstelt in de wijziging van de Wet op de Raad van
State (30.585). Dit werd dinsdag 13 april duidelijk tijdens een debat
in de Senaat over de voorgenomen herstructurering van de Raad van
State.
Tijdens het debat werden twee moties ingediend. In een motie ingediend
door senator Engels (D66) en ondersteund door de fracties van CDA,
VVD, PvdA, SP, GroenLinks en SGP wordt er bij de regering op
aangedrongen om âinstitutionele aanpassingen nadrukkelijk te
betrekkenâ bij het bevorderen van eenheid in de bestuursrechtspraak.
In een motie ingediend door senator Duthler (VVD) wordt de regering
verzocht de definitieve herstructurering van de Raad van State met
voorrang op te pakken en na te gaan of, en op welke wijze, de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State kan worden ondergebracht bij
de Hoge Raad of een op te richten Administratief Hof, dan wel elders.
Minister Hirsch Ballin van Justitie ontraadde de laatste motie, die
hij een stap te ver vindt gaan. Met de motie-Engels kan hij echter
leven, al zei de minister nadrukkelijk dat nu eerst een aantal jaren
moet worden gewerkt met een aangepaste Raad van State. âDit is geen
interimwetâ, zei de minister over het voorstel dat hij in de Kamer
verdedigde.
De Senaat stemt op 20 april over beide moties en over de wetswijziging
die voorziet in een herstructurering van de Raad van State.
Voorgesteld wordt onder meer dat de samenstelling van de Raad opnieuw
wordt geregeld. Ook wordt wettelijk vastgelegd dat een lid van de
Afdeling bestuursrechtspraak dat betrokken is geweest bij de
totstandkoming van een advies van de Raad vervolgens niet deelneemt
aan de behandeling van een geschil over een rechtsvraag waarop het
advies betrekking had. De laatste bepaling is opgenomen om tegemoet te
komen aan uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.
In het debat in de Eerste Kamer werden door de meeste fracties
vraagtekens gezet bij de handhaving van dubbele benoemingen:
staatsraden die zowel deel uitmaken van de Afdeling advisering als van
de Afdeling bestuursrechtspraak. Het werd een stap in de goede
richting genoemd dat na de wetswijziging hooguit tien leden van de
Raad van State voor zoân dubbele benoeming in aanmerking kunnen komen.
In de huidige situatie kunnen alle leden van de Raad zowel adviseren
als rechtspreken. Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens heeft
eerder laten blijken dat deze dubbele functies in bepaalde gevallen in
strijd zijn met de bepaling van het Europees Verdrag voor Rechten van
de Mens die een ieder het recht toekent op behandeling van zijn
rechtszaak door een onafhankelijk en onpartijdig gerecht.
Senator Duthler (VVD) sprak de vrees uit dat de Raad van State nieuwe
stijl wel eens minder Europa-proof zou kunnen zijn dan de huidige.
Volgens haar wordt de Afdeling bestuursrechtspraak als gevolg van de
voorgestelde wijziging juist minder onafhankelijk doordat leden van
deze afdeling, die uitsluitend met rechtspraak zijn belast, benoemd
worden in de boven die afdeling staande grondwettelijke Raad. âEr
ontstaat de schijn dat deze afdeling wordt aangestuurd door de
grondwettelijke Raad, waarin dus ook wetgevingsadviseurs zitten.
Bovendien wordt de grondwettelijke Raad voorgezeten door de Koning.
Hierdoor wordt de schijn van betrokkenheid van de adviseurs en de
koning bij de rechtspraak gewektâ, aldus senator Duthler.
Senator Hendrikx kaartte namens de CDA-fractie de positie van
ambtelijke ondersteuners aan. Zouden die ook niet zoveel mogelijk of
alleen met advisering of alleen met rechtspraak bezig moeten zijn?
Minister Hirsch Ballin van Justitie antwoordde dat ambtenaren die dit
onderscheid niet weten te maken bij hun advisering, niet geschikt zijn
voor hun functie. Ook pleitte senator Hendrikx ervoor om leden van de
Raad van State die rechtspreken âraadsheerâ te noemen in plaats van
staatsraad, wat nu gebruikelijk is. âHet zou voor de hand liggen om de
gelijkwaardigheid van functies in de bestuursrechtspraak tot
uitdrukking te brengen in dezelfde naamgevingâ, aldus senator
Hendrikx. Maar minister Hirsch Ballin conformeerde zich aan de
opvatting van de Raad van State dat de benaming staatsraad inmiddels
is ingeburgerd en daarom de voorkeur verdient. CDA-senator Hendrikx
was het eens met andere fracties dat met de voorgestelde
herstructurering nog geen âeindstationâ is bereikt. âDe goede
elementen in dit wetsvoorstel mogen eventuele betere oplossingen in de
toekomst niet in de weg staanâ, verklaarde Hendrikx.
D66-woordvoerder Engels stelde dat ook bij een gemaximeerd aantal
dubbelbenoemingen er aanleiding blijft voor fundamentele kritiek op de
functievermenging binnen de Raad van State. Volgens de D66-senator
moet de regering meer ondernemen om het vertrouwen in rechtspraak en
rechters te schragen. âHet is van belang om elke schijn van
belangenverstrengeling en daarmee mogelijke partijdigheid te
vermijden. Maken wij in dat licht niet de verkeerde keuze met de
handhaving van de dubbele benoeming?â, aldus senator Engels. Ook
senator Böhler (GroenLinks) kritiseerde het handhaven van de
combinatie van beide hoofdtaken â advisering en rechtspraak â in de
Raad van State. Böhler veronderstelde dat Nederland er bij een
eventuele rechtszaak in Straatsburg wel eens slecht af kan komen,
omdat de onpartijdigheid en onafhankelijkheid van de Afdeling
bestuursrechtspraak onvoldoende zijn uitgewerkt in de voorgestelde
wetswijziging.
Namens de fracties van SGP en ChristenUnie sprak senator Holdijk meer
vertrouwen uit in de voorgestelde herstructurering van de Raad van
State. Deze fracties zien net als de regering voordelen in een beperkt
aantal dubbelbenoemingen, vanwege de âkruisbestuivingâ van inzichten.
Ook Holdijk waarschuwde echter dat âdubbelbenoemingen vanzelfsprekend
de onpartijdigheid in rechtszaken nooit in de weg mogen staan. Zoiets
valt tot op bepaalde hoogte via regelingen te waarborgen, maar moet
primair uit het moreel besef van de betrokken personen voortkomenâ,
zei senator Holdijk.
SP-senator Kox hield de PvdA-fractie voor dat het pleidooi voor een
striktere scheiding tussen advisering en rechtspraak niet nodig was
geweest als de PvdA-fractie in de Tweede Kamer destijds niet op het
laatste moment haar steun had ingetrokken voor een amendement van
SP-Kamerlid De Wit. Minister Hirsch Ballin zegde senator Kox toe dat
in de toekomst ook vertegenwoordigers van oppositiepartijen lid kunnen
worden van de Raad van State. Kox had erop gewezen dat tot nu toe
alleen leden van regeringspartijen als CDA, VVD, PvdA en D66 lid zijn
van dit hoge College van Staat. Senator Kox hield de PvdA een passage
voor uit het verkiezingsprogramma van die partij, waarin staat dat de
adviesfunctie van de Raad van State moet worden overgeheveld naar de
Eerste Kamer.
Senator Putters antwoordde namens de PvdA-fractie dat dit een
âonnozele gedachteâ was die niet op steun van zijn fractie kan
rekenen. Putters zei het een goede stap te vinden dat benoemingen
transparanter worden, maar pleitte voor een nog opener procedure, naar
analogie van die bij leden van de Hoge Raad waarbij de Tweede Kamer
een voordracht van drie personen doet. Minister Hirsch Ballin
verklaarde daar niet voor te voelen.
---
Eerste Kamer der Staten Generaal