Raad van State


donderdag 15 april 2010
10.00 uur
Zitting over de vaststelling door de gemeenteraad van Den Haag van het bestemmingsplan 'Ypenburg-Nootdorp, tweede herziening (Deelplan 19)'. Het plan maakt onder meer de bouw van ongeveer 750 woningen mogelijk in Deelplan 19. Dit deelplan is één van de laatste nog te ontwikkelen gebieden in het stadsdeel Leidschenveen-Ypenburg en is gelegen aan de Ypenburgse kant van de A12 in de buurt van het station Ypenburg. Het plan maakt ook de bouw mogelijk van een school voor speciaal onderwijs en een opleidingscentrum voor de politie. Verder mag volgens het plan een waterkering in dat deel van het stadsdeel worden aangelegd. De gemeenteraad van Pijnacker-Nootdorp is het niet eens met het bestemmingsplan. Hij vindt dat het plan te hoge gebouwen toestaat. Deze gebouwen zouden niet aansluiten op de bebouwing in de kern van Nootdorp. Verder vreest hij dat de eigenaren van de grond binnen Deelplan 19 in hun bouwmogelijkheden worden beperkt vanwege de aanleg van de waterkering. Het hoogheemraadschap van Delfland had om de waterkering gevraagd. Volgens de gemeenteraad van Pijnacker-Nootdorp had de gemeenteraad van Den Haag onderzoek moeten doen naar de gevolgen van de beschermingszone vanwege de waterhuishouding. Ook een aantal bewoners van het stadsdeel vreest voor beperking van de bouwmogelijkheden op hun gronden. De zitting gaat ook over de goedkeuring door het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland van het uitwerkingsplan 'Deelplan 19' van de gemeente Den Haag. In het uitwerkingsplan is het bestemmingsplan 'Ypenburg-Nootdorp' van de gemeente nader uitgewerkt. Hiermee wordt woningbouw bij Deelplan 19 mogelijk. De gemeenteraad van Pijnacker-Nootdorp komt ook tegen de goedkeuring van het uitwerkingsplan in beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De gemeenteraad vreest dat de eigenaren van de grond binnen dat deelplan in hun bouwmogelijkheden worden beperkt doordat in het uitwerkingsplan is bepaald dat een waterkering mag worden aangelegd. (zaaknummer 200902256/1 en 200903709/1)

10.00 uur

Zitting over de bouwvergunning die het college van burgemeester en wethouders van Heerhugowaard heeft verleend aan Skeef B.V. voor een kabelskibaan, een clubgebouw, een motorhuis en een steiger aan het Strand van Luna in Heerhugowaard. Een omwonende vreest onder meer voor geluidsoverlast en voor aantasting van zijn privacy. Verder zouden deze activiteiten niet passen in het structuurplan. Daarom is hij tegen de vergunning in hoger beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. In afwachting van de behandeling daarvan, verzoekt hij de Raad van State de vergunning voorlopig te schorsen. (zaaknummer 201002915/2)

10.45 uur

Zitting over de weigering van het college van burgemeester en wethouders van Baarle-Nassau om maatregelen te treffen tegen een houtwal op camping 'Ponderosa'. Twee omwonenden hadden om maatregelen verzocht omdat de houtwal het vrije uitzicht voor het verkeer zou belemmeren. Volgens de omwonenden is dit in strijd met de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) van Baarle-Nassau. Het gemeentebestuur bestrijdt dit. De rechtbank in Breda stelde de omwonenden in december 2009 echter in het gelijk. Naar het oordeel van de rechtbank is de houtwal wél in strijd met de APV. Daarom vernietigde de rechtbank het besluit van het gemeentebestuur en droeg zij het gemeentebestuur op om binnen tien weken een nieuw besluit te nemen op het verzoek van de omwonenden. Het gemeentebestuur heeft bij de Raad van State hoger beroep ingesteld. Ter uitvoering van de uitspraak van de rechtbank heeft het echter ook een nieuw besluit genomen. Daarbij is de eigenaar van de grond opgedragen om maatregelen te nemen zodat het vrije uitzicht voor het verkeer niet wordt belemmerd. Volgens de twee omwonenden is dit onvoldoende. In afwachting van de behandeling van het hoger beroep van de gemeente, verzoeken zij de Raad van State het gemeentebestuur op te dragen dat de houtwal binnen een week wordt verwijderd. (zaaknummer 201000941/3)


11.00 uur

Zitting over de boetes die de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op grond van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav) heeft opgelegd aan drie aannemingsbedrijven uit Berlicum en Den Dungen. De minister heeft dat gedaan, omdat de Arbeidsinspectie heeft geconstateerd dat zestien Poolse vreemdelingen op twee verschillende bouwlocaties werkzaamheden verrichtten zonder dat zij beschikten over tewerkstellingsvergunningen. Het gaat om het aanleggen van een zogenoemde tunnelbak en het bouwen van gebouwen bij de Rijksweg 73-Zuid. De minister heeft de bedrijven elk een boete van EUR 128.000 opgelegd. De bedrijven gingen tegen de boetes in beroep bij de rechtbank in Amsterdam. Die heeft hun beroepen gegrond verklaard en de hoogte van de boetes verminderd tot EUR 121.600, omdat er veel tijd was verstreken tussen het opleggen van de boetes en de uitspraak van de rechtbank. De bedrijven zijn tegen de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Zij vinden dat de minister helemaal geen boetes had mogen opleggen. De Raad van State heeft hun beroepszaken op 3 maart jl. op zitting behandeld en vervolgens besloten de zaken aan te houden. De Raad van State heeft dit besloten, omdat hij in drie soortgelijke zaken prejudiciële vragen heeft gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen in Luxemburg over de uitleg van een aantal bepalingen in het EG-Verdrag. Het gaat om bepalingen waarin het vrij verkeer van werknemers is geregeld. Die uitspraken met zaaknummers 200801014/1, 200900248/1 en 200804042/1 zijn te vinden op deze site. Als het Hof van Justitie die vragen heeft beantwoord, zal de Raad van State de behandeling van de beroepszaken weer voortzetten. De drie bedrijven verzoeken de Raad van State nu om te bepalen dat zij het deel van de boetes dat zij nog niet hebben voldaan, pas hoeven te betalen als op die beroepszaken is beslist. (zaaknummer 200905243/2, 200905245/2 en 200905549/2)


12.30 uur

Zitting over de afwijzing door de gemeenteraad van Delft van het verzoek van een inwoner van de gemeente om schadevergoeding wegens planschade. De man vindt dat hij schade heeft geleden als gevolg van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan 'Zuidpoort'. Het plan maakt onder meer de bouw mogelijk van een appartementencomplex aan de Ezelsveldlaan. Het complex mag maximaal 18 meter hoog worden. De man woont zelf aan de andere kant van het Rijn-Schiekanaal aan de Kanaalweg. Volgens de man wordt zijn uitzicht beperkt en zijn privacy aangetast door het complex. Dit heeft volgens hem waardevermindering van zijn huis tot gevolg. De rechtbank in Den Haag heeft het beroep van de man ongegrond verklaard. Tegen die uitspraak komt hij in hoger beroep bij de Raad van State. (zaaknummer 200908037/1)


13.15 uur

Zitting over de weigering door het college van gedeputeerde staten van Flevoland om verklaringen van geen bezwaar af te geven voor windturbines aan de Dodaarsweg, Lepelaarweg en de Bosruiterweg in Zeewolde. Het gemeentebestuur van Zeewolde had om de verklaringen verzocht. Deze heeft zij nodig om aan verschillende particulieren en bedrijven vrijstellingen te kunnen verlenen voor de bouw van de windturbines. De rechtbank Zwolle-Lelystad verklaarde in februari 2010 in vier afzonderlijke uitspraken de eerdere beroepen van de particulieren, bedrijven en ook de gemeente Zeewolde gegrond en bepaalde dat de verklaringen van geen bezwaar alsnog moesten worden afgegeven. Het provinciebestuur is het niet eens met die uitspraken. Volgens hem kunnen de verklaringen niet worden afgegeven, omdat dat in strijd is met het provinciale beleid voor windturbines. Daarom is het provinciebestuur tegen de uitspraken van de rechtbank in hoger beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. In afwachting van de behandeling daarvan, verzoekt het provinciebestuur de Raad van State de uitspraken van de rechtbank voorlopig te schorsen. (zaaknummers 201002501/2, 201002502/2, 201002503/2 en 201002504/2)