Nieuwe Legessystematiek Huurcommissie

Vanaf 1 april 2010 wordt de wet en -regelgeving, die wordt uitgevoerd door de Huurcommissie, aangepast. Een belangrijk onderdeel van deze aanpassing is een nieuwe legessystematiek waarbij ook de hoogte van het te betalen bedrag wijzigt. Ook wordt de hoogte van het bedrag afhankelijk van de vraag of er sprake is van een particulier (natuurlijk persoon) of van een rechtspersoon. Tevens is in de wet opgenomen dat de verliezende partij wordt veroordeeld tot het betalen van de leges, ook als hij niet de verzoeker is.

Als er een verzoekschrift bij de Huurcommissie wordt ingediend, moet de verzoekende partij bij de start van de procedure een voorschot op de leges betalen. Een particulier (natuurlijk persoon) betaalt ¤ 25,- en een rechtspersoon (stichting, vereniging, coöperatie, onderlinge waarborgmaatschappij, een NV of een BV) betaalt ¤ 450,-.

De Huurcommissie bepaalt in haar uitspraak wie van de partijen in het gelijk is gesteld. Als de verzoekende partij in het gelijk wordt gesteld, hoeft deze geen leges te betalen en krijgt hij het voorschot terug. De verliezende partij wordt veroordeeld tot het betalen van de leges. Als de verzoeker niét in het gelijk is gesteld, moet hij de leges betalen en krijgt hij dus het voorschot niet terug. De andere partij hoeft dan niets te betalen.

Het is ook mogelijk dat de Huurcommissie de verzoeker gedeeltelijk in het gelijk stelt. In dat geval moeten beide partijen de helft van de leges betalen.

Als het verzoek voor 1 april 2010 wordt ingediend, valt het nog onder de oude wetgeving. De verzoekende partij dient ¤11,- als voorschot op de leges te betalen. De Huurcommissie zet een stempel met datum van binnenkomst op de stukken. De datum van binnenkomst is leidend om te bepalen of de verzoeken onder de nieuwe of de oude wetgeving vallen.