Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

JZ

Geachte Voorzitter,
Hierbij stuur ik u, mede namens de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de antwoorden op de vragen van het lid Ouwehand (PvdD) betreffende een dierenasiel met een belangrijke regiofunctie dat de wacht is aangezegd door de gemeente Oldenzaal.

1
Bent u ervan op de hoogte dat het particuliere dierenasiel Goofy in Oldenzaal de wacht is aangezegd door de gemeente vanwege het ontbreken van de juiste bouwvergunningen"? 1)
Ik heb begrepen dat Konijnenasiel Goofy te Oldenzaal is gevestigd op een locatie waar volgens het gemeentelijk bestemmingsplan een woonbestemming aan is toegekend. De gemeente Oldenzaal geeft aan dat zij destijds heeft toegestaan dat het asiel tot maximaal 25 konijnen uit de gemeente Oldenzaal mocht opvangen om binnen deze woonbestemming te blijven. Omdat het asiel zich niet aan deze afspraken heeft gehouden, heeft de gemeente het asiel een termijn gegeven om weer te voldoen aan de oorspronkelijke afspraken en bestemming.
2
Deelt u de mening dat het werk van dierenasiel Goofy 2), dat met eigen middelen de opvang en herplaatsing van konijnen en cavia's verzorgt, zeer waardevol kan worden genoemd? Zo ja, op welke wijze komt uw waardering voor dit werk tot uiting? Zo nee, waarom niet?
Zoals ik vaker heb benadrukt, heb ik grote waardering voor de inzet van vrijwilligers voor de opvang van dieren. Het werk dat zij verrichten, vind ik zeer waardevol.
Directie Voedsel, Dier en
Consument
Datum
20 april 2010
Onze referentie
VDC 10.1254
Pagina 2 van 4

3
Kunt u uiteenzetten wat er naar uw inschatting met de duizenden door Goofy opgevangen en herplaatste dieren gebeurd zou zijn als dit asiel er niet was geweest? Kunt u dat toelichten?
Daar kan ik geen inschatting van maken.

4
Deelt u de mening dat particuliere initiatieven, die voorzien in een oplossing voor een maatschappelijk probleem, eerder ondersteund zouden moeten worden dan belemmerd?
Mijns inziens is er geen sprake van belemmeringen. Ook voor een dierenasiel is het zaak een locatie te kiezen waar men in overeenstemming met wet- en regelgeving dieren kan opvangen.

5
Deelt u de mening dat de dump van gezelschapsdieren een maatschappelijk probleem vormt? Zo nee, wiens probleem is het dat jaarlijks meer dan honderdduizend gezelschapsdieren op straat en in een asiel belanden? Het dumpen van dieren vind ik inderdaad maatschappelijk onaanvaardbaar. De houder van het dier heeft de plicht om een goede oplossing te zoeken voor een dier waarvoor hij of zij niet meer in staat is voor te zorgen. Indien een dier toch wordt achtergelaten, heeft de gemeente een wettelijke plicht om dieren gedurende twee weken op te vangen zodat het dier kan worden herenigd met de eigenaar of een nieuwe eigenaar kan worden gevonden. Als minister zet ik mij op meerdere manieren in voor het voorkomen van zwerfdieren. Door het geven van voorlichting, bijvoorbeeld via het Landelijk Informatiecentrum Gezelschapsdieren (LICG), bevorder ik het maken van een bewuste keuze bij de aanschaf van een dier. Met de verplichte Identificatie & Registratie voor honden, welke in 2011 in werking zal treden, zal effectiever kunnen worden opgetreden tegen het achterlaten van honden.
6
Is het waar dat asiel Goofy tien jaar lang zonder problemen gedoogd is en dat pas bij een controle in het asiel naar aanleiding van een subsidieaanvraag plotseling wordt gehandhaafd? Zo ja, hoe beoordeelt u deze gang van zaken? Het oordelen over het optreden van de gemeente is aan de gemeenteraad, en voor wat betreft de concrete besluiten van en het handhavend optreden door de gemeente, aan de rechter.

7, 8
Acht u het aanvaardbaar dat door deze situatie zo'n 55 dieren op straat dreigen te belanden? Zo nee, bent u bereid in actie te komen om dit te voorkomen? Kunt u uiteenzetten welke oplossing u ziet voor de duizend dieren per jaar, die niet meer door Goofy kunnen worden opgevangen, als de gemeente Oldenzaal het asiel een maximum aantal van 25 dieren oplegt?
Directie Voedsel, Dier en
Consument
Datum
20 april 2010
Onze referentie
VDC 10.1254
Pagina 3 van 4
Het feit dat Goofy de konijnen niet op een bepaalde specifieke locatie op kan vangen, wil niet zeggen dat dit niet mogelijk is op andere locaties binnen de gemeente. Ik ga ervan uit dat het asiel en de gemeente samen tot een bevredigende oplossing komen waarbij ten volle rekening wordt gehouden met het welzijn van de opgevangen dieren.
9, 10
Bent u bereid het college van B&W van Oldenzaal op te roepen om asiel Goofy haar waardevolle werk te laten voortzetten zolang er geen structurele oplossing is voor de problematiek rond de opvang van gedumpte gezelschapsdieren? Zo nee, waarom niet?
Bent u tevens bereid om de colleges van B&W en omliggende gemeentes op te roepen van asiel Goofy financieel te ondersteunen vanwege het maatschappelijk belang van het werk en de regiofunctie die het asiel daarbij vervult? Zo nee, waarom niet?
Nee, ik ben van mening dat het aan Goofy en de gemeente samen is om een goede oplossing te vinden voor de ontstane problematiek.
11
Kunt u toelichten wat de stand van zaken is omtrent uw toezegging om met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) in overleg te treden over gemeentelijk dierenopvangbeleid? 3) Heeft dit overleg plaatsgevonden en hebt u hierbij gesproken over een eenvormig model voor de gemeentelijke financiering van dierenopvang? Zo ja, wat was hiervan de uitkomst? Zo nee, bent u voornemens dit overleg alsnog te houden?
Gevonden dieren vallen onder de verantwoordelijkheid van de gemeente. Op grond van het Burgerlijk Wetboek (boek 5, artikel 8, derde lid) is de gemeente gehouden een gevonden dier minimaal twee weken te bewaren. Vaak wordt er door gemeenten samengewerkt met asielen en opvangcentra. De feitelijke lokale invulling van de dierenopvang behoort tot de gemeentelijke verantwoordelijkheid en autonomie. Met de VNG is het overleg nog gaande over de vraag of hier verdere uniformering en afspraken wenselijk of nodig zijn. De Kamer zal daar na de zomer over worden geïnformeerd.

12
Ziet u het nog steeds als uw taak om te helpen voorkomen dat asieldieren ontstaan? 4)
Ja, hiervoor zie ik ook een taak voor de landelijke overheid weggelegd, en hier werk ik dan ook aan bijvoorbeeld via voorlichting via het LICG.
13
Kunt u uiteenzetten hoe effectief uw beleid dat is gericht op het beperken van het aantal asieldieren tot nu toe is geweest? Zo nee, waarom houdt u niet bij wat de effecten zijn van uw beleid?
Directie Voedsel, Dier en
Consument
Datum
20 april 2010
Onze referentie
VDC 10.1254
Pagina 4 van 4
Zoals u weet, heb ik onlangs de eerste "Staat van het dier" uitgebracht. Dit betreft een monitoringsrapportage waarin het niveau van dierenwelzijn en diergezondheid van gehouden dieren in Nederland, met uitzondering van proefdieren, wordt beschreven. Deze eerste rapportage betreft een nulmeting. Bij herhaalde metingen geeft de rapportage inzicht in de ontwikkeling van het welzijn en de gezondheid van gehouden dieren en het effect van het dierenwelzijns- en diergezondheidsbeleid.
In de "Staat van het dier" wordt ook aandacht besteed aan het aantal dieren in asielen en in de opvang. Het is de bedoeling de "Staat van het dier" jaarlijks uit te brengen.

14
Kunt u toelichten hoeveel particuliere dierenopvangcentra er in Nederland zijn en hoeveel dieren er in deze centra worden opgevangen? Zo nee, waarom niet? Voor een indicatie over deze aantallen, verwijs ik u naar het rapport van het Forum Welzijn Gezelschapsdieren van de Raad voor Dieraangelegenheden (RDA), 'Gedeelde zorg, feiten & cijfers' uit 2006.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg

1) TC Tubantia, 7 maart 2010
http://www.tctubantia.nl/regio/noordoosttwente/6363040/Drama-dreigt-voor-- konijnenasiel-Goofy.ece

2) Website asiel Goofy
http://www.asielgoofy.nl/index.php

3) Kamerstuk 28 286, nr. 276, blz. 32

4) Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2006-2007, nr. 2519