Siemens

Persbericht

201003. 290

Den Haag, dinsdag 20 april 2010

Geen overheidsregels voor groen bedrijfsleven

80 procent Nederlandse bedrijven is groen

Een groen imago is voor veel bedrijven erg belangrijk. Zon 80 procent van de Nederlandse bedrijven loopt in lijn of zelfs voor op de milieudoelstellingen van het kabinetsprogramma Schoon en Zuinig. Ongeveer de helft van de bedrijven ziet echter niets in een verplichting van overheidswege, maar een grote stad als Rotterdam pleit hier juist voor. Opvallend is verder dat een groot percentage (zon 40%) van de bedrijven zich niet realiseert dat energiebesparende maatregelen vaak economisch aantrekkelijk zijn. Andere geven aan dit wel te weten, maar niets met die kennis te doen.

Invloed kredietcrisis
Siemens liet onderzoek verrichten naar de effecten van de kredietcrisis op energiebesparende investeringen in gebouwen. Hieraan namen CEOs en directeuren deel van 68 grote en middelgrote bedrijven. Het kabinetsprogramma Schoon en Zuinig - 30 procent minder CO2-uitstoot in 2020 ten opzichte van 1990, een verdubbeling van het tempo van energiebesparing van 1 naar 2 procent per jaar en een aandeel van 20 procent duurzame energie in 2020 - vormde een van de ijkpunten van het onderzoek. Nederland wil met Schoon en Zuinig internationaal het goede voorbeeld geven.

Economisch voordeel
Grote steden dragen voor 75 procent bij aan de CO2-uitstoot. Volgens Siemens kan de emissie dus juist daar worden teruggedrongen door te investeren in energiebesparende maatregelen in de gebouweninfrastructuur. Siemens is leverancier en adviseur van onder meer inventieve klimaatbeheersystemen, die het energieverbruik, en daarmee ook de CO2-emissie verlagen. Niet alleen het milieu profiteert, ook economisch biedt een energiezuinige installatie vaak voordelen in de exploitatie.

Rotterdam Climate Initiative
Rotterdam eindigde dit jaar als dertiende in de European Green City Index, een ranglijst die de duurzaamheid van zon dertig Europese (hoofd)steden in kaart brengt. Reden voor Siemens om de uitkomsten van het onderzoek voor te leggen aan Paula Verhoeven, Klimaatdirecteur van gemeente Rotterdam, partner in het Rotterdam Climate Initiative (RCI). Met het RCI, onderdeel van het wereldwijde Clinton Climate Initiative, voert deze stad een ambitieus klimaatprogramma. Doel is om in 2025 een verlaging van vijftig procent minder CO2-uitstoot te bereiken ten opzichte van 1990 en honderd procent klimaatbestendig te zijn. Verhoeven: "Uniek is dat wij een integrale samenwerking zijn aangegaan tussen gemeente en het bedrijfsleven, waarin ook universiteiten en hogescholen actief participeren. Samen benaderen we de klimaatverandering niet als een bedreiging, maar als een kans om in Rotterdam economische groei te bereiken die hand in hand gaat met sociale duurzaamheid. Dit betekent een bloeiende stad, met veel economische en industriële activiteit, die aantrekkelijk blijft voor bewoners én bedrijven. Voor gemeente Rotterdam is de samenwerking tussen de publieke en private sector dus cruciaal."

Regelgeving
Verhoeven plaatst een kanttekening bij het al dan niet verplicht stellen van energiebesparende investeringen: "Ik kan mij voorstellen dat de meeste bedrijven daar niets in zien, maar om de geplande CO2-verlaging te bereiken, is regelgeving nodig. Hiermee kun je overigens ook hindernissen wegnemen die een duurzame investering, bijvoorbeeld voor woningcorporaties, in de weg staan. In een goede publiek-private samenwerking snijdt het mes altijd aan twee kanten."

The money is in the building
Max Remerie, directeur Siemens Building Technologies (BT) Nederland: "The Money is in the building. Gebouwen zijn verantwoordelijk voor maar liefst 40 procent van het wereldwijde energieverbruik. Ook blijkt uit onderzoek dat 70 procent van de klimaatbeheersystemen niet goed functioneert. Dat heeft een nadelig effect op de energiefactuur én het milieu. Optimaal inregelen van de klimaatinstallatie alleen al kan leiden tot een besparing van 30 procent. Mark Boot, Manager Energy Siemens BT: Als je bedenkt dat 80 procent van het energieverbruik plaatsvindt gedurende de exploitatiefase van het gebouw, is het logisch dat je bij het verduurzamen de focus legt op de bestaande bouw. Een gebouwbeheerder moet goed weten wat zijn gebouw doet. Uiteindelijk wordt het energieverbruik bepaald door hoe hij met zijn systemen omgaat. Door het monitoren van het energieverbruik wordt duidelijk waar het besparingspotentieel ligt. Dit kan ondernemingen heel veel geld besparen."