Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Datum 20 april 2010 -

Uitzetten NVB in Amsterdam

2

Geachte voorzitter,

De afschaffing van het Nationaal Vervoerbewijs (NVB) in de Stadsregio Rotterdam per 11 februari 2010 vormde een belangrijke mijlpaal op weg naar één kaart voor bus, tram, trein en metro in het hele land. Na Rotterdam zijn ook de Stadsregio Amsterdam en de vervoerders GVB, Connexxion en Arriva zo ver dat het NVB in de bus en tram uitgezet kan worden. Er is in de afgelopen jaren veel werk verzet voor het goed laten functioneren van het chipkaartsysteem, waarbij veel ervaring is opgedaan door de afschaffing van het NVB in de metro in Amsterdam en recentelijk in de bus, tram en RandstadRail in de Stadsregio Rotterdam.

De Stadsregio Amsterdam heeft daarom een onderbouwd verzoek ingediend tot beëindiging van "de strippenkaart" in de Amsterdamse bus en tram. Ik heb dit verzoek getoetst aan de afgesproken criteria, als genoemd in de brief van 29 november 2007 (Kamerstukken II, 23 645 nr.173) en de criteria die daaraan in het Aanvalsplan zijn toegevoegd.
De Commissie Kist is een onafhankelijk onderzoek gestart naar één van de genoemde criteria, de opbrengstneutraliteit per decentrale overheid. De bevindingen van de Commissie Kist zijn dat er binnen de Stadsregio Amsterdam sprake is van een kostenneutrale overgang naar de OV-chipkaart (zie bijlage 2 bij deze brief). Mede op basis van het onderzoek van de Commissie Kist ben ik tot het oordeel gekomen dat de Stadsregio voldoet aan deze criteria, als gevolg waarvan het NVB in de Stadsregio uitgezet wordt uitgezet per 3 juni 2010. In de bijlage bij deze brief licht ik mijn oordeel toe.

Bij het beoordelen van het verzoek staan de belangen van de reiziger voorop. Deze worden niet alleen gewaarborgd door toetsing op essentiële punten zoals een goede werking van de apparatuur en de aanwezigheid van voldoende distributiepunten, maar ook door rechtstreekse advisering vanuit de regionale consumentenorganisaties ten aanzien van het verzoek. De Reizigers Advies Raad (RAR) heeft ingestemd met het verzoek van de Stadsregio Amsterdam.

Op 9 februari 2010 heeft Uw Kamer een motie Roefs/Mastwijk/Anker aangenomen waarin werd verzocht om het NVB in Amsterdam pas uit te zetten nadat lering is getrokken uit de evaluatie van de pilot in de Stadsregio Rotterdam a
agina 1 van 4 P





(Kamerstukken II, 23 645 nr. 344). De Stadsregio Amsterdam en de betrokken Datum vervoerders hebben intensief kennis en ervaringen opgedaan in Rotterdam door 20 april 2010

een continue informatie-uitwisseling en door inzet van personeel. Daarnaast heeft Ons kenmerk de Stadsregio Amsterdam in de periode na 11 februari een systematische VENW/DGMo-2010/2046 evaluatie uitgevoerd in samenwerking met de Stadsregio Rotterdam om op allerlei vlakken leerpunten te genereren, en die te vertalen naar de eigen situatie. Hierbij is onder meer gebruik gemaakt van een extern bureau. De belangrijkste leerpunten hadden betrekking op communicatie naar de reiziger, aandacht voor specifieke doelgroepen zoals blinden en slechtzienden, en de meest effectieve wijze van het inzetten van personeel om reizigers zo goed mogelijk van dienst te kunnen zijn voor, op en na de datum van het uitzetten. Deze leerpunten vormen een belangrijke bijdrage om ook het uitzetten van het NVB in Amsterdam succesvol te doen laten verlopen. Op hun beurt zullen de Stadsregio Amsterdam, GVB, Arriva en Connexxion ook andere decentrale overheden en vervoerders laten delen in de ervaring die in Amsterdam wordt opgedaan. Hiermee is voldaan aan de genoemde motie.

Mijn besluit om de verplichting tot het accepteren van nationale vervoerbewijzen in bus en tram van Amsterdam per 3 juni 2010 te beëindigen zal leiden tot een aanpassing van de Ministeriële regeling nationale vervoerbewijzen openbaar vervoer.

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

ir. Camiel Eurlings

agina 2 van 4 P





Bijlage 1
Datum 20 april 2010

Toetsing aan voorwaarden opheffen verplichting accepteren NVB Ons kenmerk VENW/DGMo-2010/2046


1. Het OV-chipkaartsysteem is operationeel en stabiel. Op basis van informatie van het GVB, Connexxion en Arriva kan worden vastgesteld dat deze bedrijven de stabiliteit van het systeem en de serviceprocessen verder hebben kunnen uitbouwen. Het uitzetten van het NVB in de Amsterdamse metro heeft een positieve stimulans gehad op de aanschaf en het gebruik van de OV-chipkaart in de overige vervoermodaliteiten in de stadsregio. Inmiddels gebruiken 50-60% van de reizigers de OV- chipkaart ook in de trams en bussen en ruim 85% van de reizigers is in het bezit van een OV-chipkaart.
Het aantal incomplete transacties ten opzichte van de ritten op reissaldo is bij GVB, Connexxion en Arriva aan het dalen. Het percentage bij GVB is 2,47%, bij Connexxion (2 concessies) op 3,35% en 3,82%, en bij Arriva op 4,79%. Het percentage restitutieverzoeken ten opzichte van het totaal aantal ritten ligt bij GVB op 0,11%, bij Connexxion op 0,04% en 0,07%, en bij Arriva op 0,21%. De vervoerders hebben aangegeven dat ze de Stadsregio Amsterdam kunnen steunen in het verzoek tot beëindiging van de NVB. De Stadsregio heeft aangegeven gerichte acties te ondernemen om deze percentages verder te laten dalen.


2. Distributie in de regio is op peil.
Het netwerk van de Stadsregio Amsterdam bestaat uit 8 loketten van GVB, Arriva en Connexxion, 256 Kaartverkoopautomaten en 249 wederverkopers in het derdennetwerk om reizigers te voorzien van een OV-chipkaart (anoniem, persoonlijk). Voor het kopen van saldo en producten zijn er naast deze 513 punten ook nog 290 punten in de bussen van Connexxion. In de nabije toekomst komen daar nog 635 afhaalmachines bij in de voertuigen van Arriva en GVB. Bij de loketten van de vervoerders kunnen reizigers terecht voor vragen en services rond de OV-chipkaart.


3. Aantoonbaar soepele overgang van NVB naar OV-chipkaart voor reizigers.
In alle aangrenzende concessiegebieden van de Stadsregio Amsterdam kunnen reizigers met de OV-chipkaart op saldo reizen, evenals bij NS. De compensatieregeling (vergoeding basisstrip) voor de overstap tussen trein en metro wordt beëindigd. Er kan immers op de OV-chipkaart worden gereisd.


4. Studenten kunnen beschikken over een OV-chipkaart. Studenten beschikken over een OV-chipkaart. Nieuwe studenten worden, zodra ze een OV-studentenkaart ontvangen, ook van een OV-chipkaart voorzien.


5. (Jaar)abonnementhouders zijn over op een vervangende propositie of hun bestaande abonnement wordt op de OV-chipkaart geplaatst. De Stadsregio Amsterdam heeft ervoor gekozen om alle abonnementen te verchippen.
Jaarabonnementhouders van GVB, Connexxion en Arriva hebben al een OV- chipkaart met daarop het abonnement geladen.
Maand- en weekabonnementhouders worden als het besluit tot uitzetten is genomen geïnformeerd dat ze hun abonnement voortaan moeten laten

agina 3 van 4 P





verchippen. In het gebied van de Stadsregio kunnen na de beëindiging van het Datum NVB geen papieren abonnementen meer gekocht worden. Wel kunnen reizigers 20 april 2010

bij aankoop van een verchipt abonnement dat geldig is tot over de grens van de Ons kenmerk Stadsregio een zichtcoupon krijgen. VENW/DGMo-2010/2046 Met het oog op de reizigers vanuit omliggende regio's heeft de Stadsregio Amsterdam besloten om ook na de afschaffing van het NVB nog wel papieren abonnementen te accepteren op alle concessielijnen van bus- en tram. Op het moment dat bij de buurregio's reizigers ook een verchipt abonnement kunnen kopen, kan de Stadsregio (alsnog) besluiten om papieren abonnementen niet meer te accepteren. Desgewenst kunnen deze reizigers bij de 6 loketten van het GVB het abonnement laten verchippen, waarbij een zichtcoupon verstrekt wordt. Bij Arriva kan inmiddels ook gereisd worden met verchipte sterabonnementen en met de Studenten OV-chipkaart.


6. `Het uitzetten' van het NVB.
Er is de afgelopen maanden, in het kader van de onderlinge afstemming, veelvuldig overleg geweest met de omliggende overheden en de betrokken vervoerbedrijven. De omliggende overheden hebben positief gereageerd op het voornemen van de Stadsregio Amsterdam om het NVB te laten beëindigen, en er zijn in dat kader afspraken met hen gemaakt.
Het regionale consumentenoverleg, de RAR, heeft positief geadviseerd, op voorwaarde dat bij Arriva verchipte abonnementen worden geaccepteerd.


7. Voor de begeleiderskaart voor gehandicapten, de opsporingsambtenaren en alle andere speciale vervoerbewijzen zijn er oplossingen om met het openbaar vervoer te kunnen reizen. De reisrechten van deze groepen zijn verkrijgbaar op de OV-chipkaart.


8. Beveiliging moet op orde zijn.
TLS en de vervoerders hebben een migratieplan ontwikkeld, dat getoetst is door het Royal Holloway University of London. Daarnaast zijn vervoerders en TLS gestart met de migratie naar een nieuwe chip.


9. Opbrengstneutraliteit.
De Stadsregio Amsterdam heeft bij het uitzetten van de strippenkaarten in de metro met een berekening aangetoond dat de overgang naar het nieuwe systeem opbrengstneutraal zal plaatsvinden. Daarna zijn de tarieven van de strippenkaarten en de OV-chipkaart (opstaptarief en kilometertarief) met dezelfde percentages gestegen, zodat de overgang nog steeds opbrengstneutraal is. Dat betekent dat bij de door de Stadsregio vastgestelde tarieven de opbrengsten bij gelijkblijvende reizigersvolumes ook gelijk blijven. Daarnaast zijn ook de bevindingen van de Commissie Kist positief: binnen de Stadsregio Amsterdam is er sprake van een kostenneutrale overgang naar de OV- chipkaart.

agina 4 van 4 P