Geachte Voorzitter,
Hierbij ontvangt u, mede namens de minister van Buitenlandse Zaken, de
antwoorden op de vragen van het lid Ouwehand (PvdD) over het illegaal vissen
van Europa in West-Afrika (ingezonden 5 maart 2010).
1
Bent u ervan op de hoogte dat Europese visserijschepen illegaal vissen in de
kustwateren van de Westelijke Sahara?1
Europese schepen vissen in de Marokkaanse wateren en in de wateren voor de
kust van het 'non-self governing territory' Westelijke Sahara binnen het kader van
het visserijpartnerschap dat de EU en Marokko hebben afgesloten. Het feit dat
Europese schepen in de wateren voor de kust van de Westelijke Sahara vissen is,
niet per definitie illegaal. De legaliteit hangt af van de manier waarop het
partnerschap door Marokko, de de facto administratieve verantwoordelijke over de
Westelijke Sahara, wordt geïmplementeerd. Er mogen economische activiteiten
plaatsvinden in 'non-self governing territories', waarbij de opbrengsten van deze
activiteiten ten goede moeten komen aan de oorspronkelijke bevolking van het
gebied.
2
Zijn er ook Nederlandse vissersschepen in de genoemde kustwateren van West-
Sahara actief? Zo ja, hoe groot is het Nederlandse aandeel in deze visserij en
welke conclusies verbindt u hieraan met het oog op de uitspraak van het juridisch
bureau van het Europees Parlement?
1 NRC Handelsblad, 24 februari 2010: "Dispuut over visserijverdrag EU en Marokko"
Agroketens en Visserij
Datum
20 april 2010
Onze referentie
AKVV 10/1336
Pagina 2 van 4
Het visserijakkoord tussen de EU en Marokko is nu ruim 3 jaar van kracht. In die
periode heeft er één Nederlands schip ongeveer anderhalve maand lang gevist in
de onder het akkoord vallende wateren. Voor zover bekend was dit zowel in de
Marokkaanse wateren, als in de wateren voor de kust van de Westelijke Sahara.
Het Europees Parlement overlegt momenteel met de Europese Commissie over de
economische betrokkenheid van de oorspronkelijke bevolking bij deze visserij. Ik
volg deze discussie op de voet. Aangezien dit overleg nog niet is afgerond, is het
te vroeg om op dit moment hieraan conclusies te verbinden.
3
Kunt u uiteenzetten hoe het kan dat de gelden voor de visrechten niet ten goede
komen aan de lokale bevolking en wie daar toezicht op zou moet houden? Welke
conclusies verbindt u aan deze constatering?
In het visserijpartnerschap is bepaald dat opbrengsten uit het partnerschap ten
goede moeten komen aan de lokale bevolking. De Europese Commissie monitort
de uitvoering van het partnerschap en heeft in dit verband regelmatig overleg met
Marokko. De Commissie heeft een aantal voorbeelden gegeven van manieren
waarop de lokale bevolking van dit visserijakkoord zou profiteren. De overslag van
vis vindt plaats in de havens gelegen in de Westelijke Sahara (bijvoorbeeld
Laayoune, Dakhla en Boujdour) en het versterken van de lokale visserijsector
wordt meegenomen als doel, wanneer er programma's in het kader van het
visserijakkoord worden opgezet.
De Europese Commissie heeft echter ook geconcludeerd in het groenboek
"Hervorming van het gemeenschappelijk visserijbeleid" dat visserijpartnerschappen
in het algemeen onvoldoende hebben geleid tot armoedebestrijding en het
bereiken van de millenniumdoelen.
Het Europees Parlement heeft de Europese Commissie vorige maand gevraagd om
meer informatie over in hoeverre de lokale bevolking werkelijk profiteert van dit
specifieke visserijpartnerschap en op welke wijze. De Commissie en het Parlement
hebben hier achter gesloten deuren op dinsdag 16 maart over gesproken.
De Europese Commissie zal hierover de Raad nader informeren.
4 en 5
Bent u van mening dat deze gelden bij andere visserijpartnerschapsovereenkomsten
wel ten goede komen aan de lokale bevolking? Zo
ja, waar baseert u dat op?
Kunt u uiteenzetten aan welke randvoorwaarden de visserij in deze visserijpartnerschapsovereenkomsten
moet voldoen, ten aanzien van duurzaamheid en
het voorkomen van overbevissing, en is hier enige vorm van toezicht op? Zo ja,
op basis van welke wetenschappelijke criteria worden deze randvoorwaarden
gesteld? Zo nee, waarom niet?
Agroketens en Visserij
Datum
20 april 2010
Onze referentie
AKVV 10/1336
Pagina 3 van 4
Om dit risico voor de lokale economie in ontwikkelingslanden te minimaliseren, is
in de Europese Raad in 2004 afgesproken (2) dat de Europese visserijpartnerschapsovereenkomsten
gebaseerd dienen te zijn op de best beschikbare wetenschappelijke
gegevens over de omvang van de visbestanden en op de vraag of er
een surplus is aan vis dat niet door de lokale vissers kan worden opgevist. Ook
dient rekening gehouden te worden met de belangen van de lokale visserijsector.
De visserijpartnerschapsovereenkomsten moeten ook voldoen aan andere
technische duurzaamheidsrandvoorwaarden, zoals gebruik van bepaalde netten en
respect voor een biologische rustperiode. De lokale autoriteiten bewaken deze
voorwaarden. Daartoe zijn schepen in vele akkoorden en ook in het onderhavige
verplicht waarnemers aan boord te nemen.
De implementatie van dit beleid heeft naar de mening van de Europese Commissie
echter nog in onvoldoende mate geleid tot duurzame visserijovereenkomsten met
derde landen. Nederland onderschrijft dan ook de conclusies van de Europese
Commissie in het groenboek "Hervorming van het gemeenschappelijk
visserijbeleid" dat de steun voor de visserijsector in derde landen waarmee Europa
een overeenkomst heeft, weliswaar heeft bijgedragen tot de ontwikkeling van de
visserijsector, maar onvoldoende op het gebied van armoedebestrijding en de
verwezenlijking van de millenniumdoelstellingen.
6
Is het waar dat de gevangen vis op de lokale markten terecht komt? Zo ja, kunt u
toelichten waarom Europese of zelfs Nederlandse trawlers deze vissen zouden
moeten vangen en waarom het niet aan de lokale vissers zou kunnen worden
overgelaten? Zo nee, waar gaat de gevangen vis heen?
Voor het partnerschap werd afgesloten, is er door een onafhankelijk bureau een
wetenschappelijke analyse gemaakt van de omvang van de visbestanden die zich
voor de kust van Marokko en de Westelijke Sahara bevinden. Daarbij is ook
geanalyseerd welk deel daarvan niet door lokale vissers zou kunnen worden
gevangen (het surplus, zie vragen 4 en 5) aangezien die onvoldoende capaciteit
hebben. De Europese schepen vangen alleen dat deel van de bestanden en
beperken derhalve niet de visserijmogelijkheden van de lokale vissers. Van de
door de EU-schepen gevangen vis komt 25% op de lokale markt terecht.
2
15.07.2004 11485/04 - Adoption of Council conclusions on a Communication from the
Commission on integrated framework for fisheries partnership agreements with third
countries.
Agroketens en Visserij
Datum
20 april 2010
Onze referentie
AKVV 10/1336
Pagina 4 van 4
Dit is een van de voorwaarden van het partnerschap en bedoeld om de lokale
economische activiteit te stimuleren De andere 75% van de vis die de Europese
schepen vangen gaat naar andere, vooral Afrikaanse markten.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit