Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties


Toespraak Staatssecretaris Bijleveld Sterke Vrouwen conferentie

Er zijn allerlei verschillen op te merken tussen bijeenkomsten waar mannen het hoogste woord voeren en die waar vrouwen de dienst uitmaken.

Nou geloof ik niet dat het voor de zakelijke resultaten veel uitmaakt. Vrouwen kunnen net zo hard of terughoudend zijn als iedereen. Maar het grootste verschil is dat vrouwen niet bang zijn elkaar een compliment te geven. Dames: we zien er goed uit en dat maakt het bij elkaar zijn, meteen een stuk prettiger.

Blij u allemaal te zien. Of beter: u weer te zien.

Drie jaar geleden zaten we met wat politici en bestuurders te praten over betere vooruitzichten voor jongeren op de Nederlandse Antillen en Aruba. Alle aanwezigen waren vrouw.

Dat was toeval maar niet ongewoon. Zeker hier op de eilanden zijn altijd veel vrouwelijke bestuurders en volksvertegenwoordigers geweest. Maar toch was er een gevoel dat we samen iets moesten en dat werd: "Sterke vrouwen voor een nieuwe generatie". En daarmee zijn we ook aan de slag gegaan.

Een goede bijeenkomst in Almere waar beleidsmakers en uitvoerders uit alle hoeken van het Koninkrijk ervaringen uitwisselden.

Een "safari" door Rotterdam waar we verontrustende dieptepunten én successen hebben gezien.

En we hebben opdracht gegeven voor de onderzoeken die wij zojuist in ontvangst hebben genomen.

Ik heb al even mogen snuffelen aan de inhoud en ik wil er daarom graag een paar opmerkingen over maken.

Maar eerst iets over hoe ze tot stand zijn gekomen.

Er zijn hele methodologische discussies over de invloed die de wijze waarop het onderzoek gedaan wordt, heeft op de uitkomsten.

In dit geval is daar ook duidelijk sprake van - zoals de onderzoekers ook zelf hebben aangegeven - maar het is een positief effect.

Ik durf zelfs te stellen dat het proces van het onderzoek zeker zo belangrijk is geweest als het resultaat.

Voor het eerste deel van het onderzoek zijn tientallen interviews afgenomen, zowel in Nederland als op alle eilanden van de Nederlandse Antillen en Aruba.

De onderzoekers merkten dat voor veel vrouwen het vertellen van hun verhaal al een eerste stap betekent op de weg van empowerment.

Ik vind dat een belangrijke constatering en ik deel dan ook de conclusie dat dit gebruikt moet worden bij het ontwikkelen van beleid gericht op de versterking van de positie van de Antilliaanse en Arubaanse vrouw en alleenstaande moeder.

Voor het onderzoek zijn ook seminars georganiseerd, waarin beleidsmedewerkers en uitvoeringsprofessionals de gelegenheid kregen om de succesfactoren van kansrijke interventies te bespreken.

Wat hierbij opviel was dat er een grote behoefte bestond aan het delen van kennis en ervaringen, zowel tussen de eilanden onderling als tussen Nederland enerzijds en de Nederlandse Antillen en Aruba anderzijds.

Dit sterkt mij in mijn overtuiging dat wij niet alleen een gezamenlijke verantwoordelijkheid hebben in de verbetering van het toekomst perspectief van Antilliaanse en Arubaanse jongeren maar ook dat dit gevoel breed wordt gedeeld. Dat is buitengewoon hoopgevend.

En dan nu iets over de inhoud zelf.

Het onderzoek heeft twee uitgebreide rapporten opgeleverd. Ik kan dus niet op alles ingaan, maar er twee punten die ik wil aanstippen.

Allereerst is er de opmerkelijke conclusie van de onderzoekers, dat de veel gehoorde veronderstelling dat er een directe relatie ligt tussen het slavernijverleden en de huidige man-vrouw verhoudingen in het kader van dit onderzoek niet aannemelijk gemaakt kan worden.

Het is volgens de onderzoekers vooral de migratie in het recente en een verder verleden geweest die invloed heeft gehad op de gezinsontwikkeling in de Nederlandse Antillen en Aruba.

Die constatering doet niets af aan de verschrikkingen van de slavernij en de noodzaak die te herdenken, maar opent wel de weg om realistisch naar de toekomst te kijken.

Migratie is namelijk een gegeven dat in ons Koninkrijk altijd een belangrijke rol heeft gespeeld. En het zal dat in de toekomst waarschijnlijk ook blijven doen.

Migratie is bovendien een thema dat ons niet alleen in de context van het Koninkrijk raakt; migratie is een wereldwijd thema dat ons de nodige uitdagingen biedt.

Het is dan ook goed om ook buiten de grenzen van het Koninkrijk naar antwoorden te zoeken op de vragen die dit verschijnsel met zich meebrengt.

Tweede punt. Bij de aanbevelingen die de onderzoekers doen, wordt onderscheid gemaakt tussen de verschillende eilanden en Nederland. Dat is goed, want de situatie is natuurlijk niet overal hetzelfde.

Voor de Bovenwinden en Sint Maarten wordt de aanbeveling gedaan om meer te investeren in de versterking van het zelfbeeld. Voor Aruba en Curaçao geldt de aanbeveling om werkende moeders beter te faciliteren.

Deze aanbeveling spreekt mij erg aan.

Ik was in 1993 het eerste vrouwelijke Kamerlid dat tijdens het kamerlidmaatschap beviel van een dochter. Er was in die tijd nog niks geregeld voor zwangerschapsverlof voor Kamerleden. Dat is nu gelukkig anders.

Ook Marisol Tromp kan hier overigens over meepraten, zij combineerde haar ministerschap met twee jonge kinderen.

In de discussies die wij met elkaar gevoerd hebben is de combinatie van werk en zorg voor het gezin veelvuldig aan bod gekomen.

Zeker in situaties waarin het gezin volledig afhankelijk is van het inkomen van de moeder is het van belang dat er een goede balans is tussen werk en zorg en dat de moeder zo veel mogelijk gebruik kan maken van voorzieningen als kinderopvang en flexibele werktijden.

En wat gaan we dan concreet doen?

De rapporten die voor ons liggen bieden concrete handvatten voor de versterking van de positie van de alleenstaande moeder, handvatten waar het veld mee aan de slag kan. En dat is nodig.

Met het veld doel ik op overheidsinstanties op alle eilanden, maar ook op NGO's, die hier in de Nederlandse Antillen en Aruba een belangrijke rol spelen bij de sociaal-maatschappelijke ontwikkeling.

Zoals u weet draagt Nederland via AMFO - de Antilliaanse Medefinancieringsorganisatie - financieel bij aan die ontwikkeling. Op Aruba deden we dat via het FDA en CEDE Aruba.

In het beleidskader voor AMFO voor 2010 en verder heb ik al gesteld dat de doelgroep van éénpersoonshuishoudens - gezinnen met een alleenstaande moeder aan het hoofd - meer prioriteit verdient en dat aandacht voor beter onderwijs en voor accountability daarbij centraal moet staan.

Deze onderzoeken bieden zowel AMFO als de NGO's handvatten om deze beleidsprioriteiten verder vorm te geven.

Op deze manier wil ik mijn steentje bijdragen aan de verbetering van de positie van alleenstaande moeders op de Antillen. Maar ik doe ook een oproep aan mijn vrouwelijke collega's hier in de zaal. Want projecten die aantoonbaar bijdragen aan de ontwikkeling van kansarme bevolkingsgroepen verdienen het om structureel te worden gefinancierd. De activiteiten en voorzieningen die nu door de AMFO worden gefinancierd moeten in het eigen beleid van de eilandgebieden en (toekomstige) landen worden opgenomen en via de eigen begroting worden gefinancierd. Zodat ook na 2012, wanneer de Nederlandse bijdrage aan AMFO stopt, de versterking van de positie van de alleenstaande moeder op de agenda blijft. Wellicht kan daarbij ook gekeken worden naar de ervaringen van Aruba op dit punt.

Met deze rapporten kunnen wij het Sterke Vrouwen Initiatief op een goede manier afsluiten. We hebben het onderwerp van de versterking van de positie van de alleenstaande moeder op de kaart gezet, de rapporten geven handige tips om hier in de praktijk mee verder te gaan. Ik zeg dus: aan de slag!