Hoge Raad vernietigt uitspraak hof 's-Gravenhage inzake Guus K
Den Haag, 20 april 2010 - Kern van de uitspraak is dat het hof zijn
afwijzing van het verzoek van het OM, om de zaak te verwijzen naar de
rechter-commissaris voor het anoniem horen van twee getuigen,
onvoldoende heeft gemotiveerd.
Achtergrond
De verdachte is vervolgd voor betrokkenheid bij door Liberiaanse
troepen en/of milities gepleegde oorlogsmisdrijven en bij illegale
wapenleveranties aan het regime van Charles Taylor tussen 2000 en
2003. De rechtbank âs-Gravenhage heeft de verdachte op 7 juni 2006
veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht jaar omdat hij in strijd
met wapenembargoâs wapens heeft geleverd aan het regime van Charles
Taylor. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van
betrokkenheid bij oorlogsmisdrijven (LJN AX7098). Zowel de verdachte
als de officier van justitie zijn van dit vonnis in hoger beroep
gekomen. Tijdens de procedure in hoger beroep is nader onderzoek
verricht door de Nationale Recherche. Nadat het Sierra Leone tribunaal
enkele getuigen ter beschikking had gesteld die over verdachtes
betrokkenheid zouden kunnen verklaren, heeft de advocaat-generaal het
hof verzocht de zaak te verwijzen naar de rechter-commissaris om die
getuigen (anoniem) te doen horen.
Het hof achtte het horen van die getuigen niet noodzakelijk en heeft
het verzoek afgewezen. Op 10 maart 2008 heeft het hof âs-Gravenhage de
verdachte vrijgesproken van de wapenleveranties en oorlogsmisdrijven
(LJN BC6068, NJ 2008, 469 m.nt. N. Keijzer).
Procedure bij de Hoge Raad
Het Openbaar Ministerie heeft tegen deze uitspraak beroep in cassatie
ingesteld. In cassatie is door het Openbaar Ministerie aangevoerd dat
het hof de afwijzing van het verzoek om de anonieme getuigen (in de
stukken âA03â en âA04â genoemd) te doen horen, onvoldoende heeft
gemotiveerd. Volgens het Openbaar Ministerie had het in deze zaak een
bijzonder moeilijke processuele positie. Omdat het Sierra Leone
tribunaal de getuigen A03 en A04 pas in een laat stadium en onder de
voorwaarde dat zij anoniem door de rechter-commissaris zouden worden
gehoord beschikbaar had gesteld, had de advocaat-generaal geen andere
keuze dan ter zitting verwijzing van de zaak naar de
rechter-commissaris te vorderen om de getuigen anoniem te laten horen.
Dat heeft de advocaat-generaal ook gedaan. Zij heeft daarbij een
samenvatting overgelegd van de verklaringen die die getuigen bij de
Nationale Recherche hadden afgelegd. Daardoor was het
noodzaakcriterium van toepassing, dat wil zeggen dat het hof de
vordering kon afwijzen indien het de noodzaak daarvan niet was
gebleken. Gelet op de moeilijke positie van de advocaat-generaal had
het hof het noodzaakcriterium ruimhartig moeten toepassen, aldus het
Openbaar Ministerie.
Namens de verdachte hebben zijn advocaten, mr. I.N. Weski in Rotterdam
en mr. R.J. Baumgardt in Spijkenisse, het cassatieberoep
tegengesproken.
De advocaat-generaal bij de Hoge Raad mr. P.C. Vegter heeft in zijn
conclusie van 5 januari 2010 aan de Hoge Raad geadviseerd om het
cassatieberoep te verwerpen.
Uitspraak Hoge Raad
De Hoge Raad heeft het beroep gegrond geoordeeld. In het onderhavige
geval ging het om getuigen die pas na de aanvang van het onderzoek ter
terechtzitting aan het Openbaar Ministerie bekend waren geworden.
Bovendien ging het om getuigen die op voorwaarde van het Sierra Leone
tribunaal anoniem door de rechter-commissaris dienden te worden
gehoord. Het Openbaar Ministerie was daardoor aangewezen op een
verzoek ter terechtzitting tot verwijzing naar de rechter-commissaris
tot het doen horen van de getuigen. Onder deze omstandigheden had het
hof het Openbaar Ministerie meer ruimte moeten laten om de getuigen te
doen horen. In dat licht is de beslissing van het hof, gelet op de
overgelegde samenvatting van de verklaringen die de getuigen bij de
Nationale Recherche hadden afgelegd, niet begrijpelijk. De bestreden
uitspraak lijdt dus aan een motiveringsgebrek. De Hoge Raad vernietigt
de uitspraak en verwijst de zaak naar het gerechtshof âs-Hertogenbosch
om opnieuw te worden berecht en afgedaan.
Gevolg van deze uitspraak
Het hof âs-Hertogenbosch zal de zaak met inachtneming van deze
uitspraak van de Hoge Raad verder moeten behandelen en beoordelen.
Dit is een samenvatting van de uitspraak van de Hoge Raad van 20 april
2010. Bij verschil tussen deze samenvatting en de volledige uitspraak
is laatstgenoemde beslissend.
Persraadsheer Jhr. mr. B.C. de Savornin Lohman zal op 20 april tussen
12.30 en 13.30 uur en tussen 16.00 en 17.00 uur via onderstaand
telefoonnummer bereikbaar zijn voor het geven van een toelichting.
Den Haag, 20 april 2010
mw. mr. E. Hartogs, griffier
tel 070 - 3611236
LJ Nummer
BK8132
Zie het origineel
Bron: Hoge Raad der Nederlanden
Datum actualiteit: 20 april 2010 Naar boven
Gerechtelijke organisatie