Academisch ziekenhuis Maastricht

Samenwerking ultramoderne kankertherapie Publicatiedatum: 20-04-2010 Bron: SdC Auteur: SdC Datum: 20-04-2010

Het universitair ziekenhuis Luik is eind maart toegetreden tot de projectonderneming Partikeltherapiecentrum Euregio Rhein-Maas GmbH. Andere vennoten zijn de universitaire ziekenhuizen Aken en Maastricht, die al enkele jaren als partners op verschillende gebieden samenwerken.

De drie ziekenhuizen willen nu gezamenlijk het ambitieuze toekomstproject stimuleren: het creëren van een grensoverschrijdend partikeltherapieplatform voor een innovatieve behandeling van kanker en het onderzoek daarnaar. De huidige vennootschapstructuur van drie landen is uniek en een voorbeeld van de toenemende Europese samenwerking in de gezondheidszorg.

Samenwerken "In je eentje zijn plannen van deze omvang niet uitvoerbaar," zegt professor Dr. Henning Saß, voorzitter van de aandeelhoudersvergadering en van de raad van bestuur van het universitair ziekenhuis Aken (UKA). "Bovendien heeft het PTC een geschikt verzorgingsgebied met een toereikend patiëntenpotentieel nodig. Het drielandenpunt kan dit bieden." Drs. Guy Peeters, voorzitter van de raad van bestuur van het Maastricht Universitair Medisch Centrum+: "In de toekomst zal blijken dat 'samenwerken' de nieuwe competitie is.'

Er zijn plannen om een partikeltherapiecentrum op te richten dat gaat dienen als platform voor een internationaal georganiseerde bestralingstherapie en voor een Europese samenwerking op het gebied van onderzoek en onderwijs. Een ander doel is een landenoverkoepelend vergelijk tussen de therapieconcepten en de behandelingsaanpak wat betreft de bestralingstherapie.

Avantis Dit jaar nog zal PTC-GmbH zich vestigen in het Science and Business Park op het Avantis-terrein. Daar zullen ook de technische voorzieningen worden geplaatst. De locatie onderscheidt zich hierin dat deze zowel op Duits als op Nederlands grondgebied ligt. "Een van de grootste uitdagingen van het project is de financiering voor de integratie van drie gezondheidsstelsels," aldus Werner Kemper, directeur van PTC GmbH.

Partikeltherapie: de technologie erachter

Bestraling, chemotherapie en chirurgie zijn tot nu toe de belangrijkste pijlers in de bestrijding van kanker. Dat zal voorlopig ook zo blijven, maar de ontwikkelingen gaan door. Niet alleen wordt de traditionele radiotherapie verbeterd, maar worden er ook andere vormen van bestraling ontwikkeld, waarbij bijvoorbeeld gebruik wordt gemaakt van protonen en ionen. Dat zijn kleine, elektrisch geladen deeltjes (partikels) die gevoelig zijn voor elektrische en magnetische velden. De protonentherapie en de koolstofionentherapie laten een veelbelovende werking zien in de behandeling van tumoren.

Protonentherapie De stralingsdosis van protonen ten opzichte van traditionele fotonen (röntgenstraling met meer energie) kan veel beter verdeeld en nauwkeuriger gestuurd worden. Protonen geven de meest intensieve straling direct af aan de tumor, terwijl de straling voor ze de tumor bereiken gering is. Daardoor wordt het omliggende gezonde weefsel minder blootgesteld aan straling dan bij gebruikelijke methoden; de behandelingsdosis in de tumor zelf is daarentegen duidelijk hoger. De protonentherapie heeft vaak minder bijwerkingen dan de conventionele bestralingstherapie. Tevens is er bij deze therapie een hogere lokale controle van de tumor mogelijk en stijgt de genezingskans van patiënten door de hoge dosisafgifte in de tumor.

Koolstofionentherapie De koolstofionentherapie combineert deze positieve, fysische eigenschappen van de protonentherapie met een biologisch voordeel: de ionen zorgen voor een nog intensievere beschadiging in de celkern van de kankercellen, zodat deze niet meer in staat zijn de schade ongedaan te maken. De effectiviteit van de behandeling is duidelijk hoger, vooral bij vormen van kanker die door bepaalde biologische mechanismen weerstand kunnen bieden aan de traditionele bestralingstherapie. Deze bijzonder intensieve schade wordt zoveel mogelijk alleen daar aangericht waar de straal de kankercellen raakt, zodat het gezonde weefsel in staat is om de schade van de straling, die op weg naar de tumor wordt aangericht, te repareren.

Welke van de beide behandelingsvormen geschikt is, hangt af van verschillende factoren, bijvoorbeeld van de groeivorm en de afgrenzing van de tumor.

Wereldwijd zijn er al meerdere behandelingscentra die de protonentherapie aanbieden. Deze centra werden een paar jaar geleden ontwikkeld als instellingen voor fysisch fundamenteel onderzoek. De koolstofionentherapie wordt momenteel in slechts twee onderzoeksinstituten toegepast. Tot nu toe werden wereldwijd ongeveer 36.000 patiënten met protonentherapie en ongeveer 4000 patiënten met koolstofionentherapie behandeld. Pas sinds een aantal jaar zijn er ook instellingen speciaal voor de behandeling van patiënten ontwikkeld. De behandelingsresultaten zijn tot nu toe veelbelovend. Behandelingsprotocollen voor de verschillende tumorvormen en de nieuwe toepassingsgebieden van de koolstofionentherapie worden momenteel volop geanalyseerd en onderzocht.

Meer informatie is te vinden op: www.strahlentherapie.ukaachen.de www.maastro.nl www.chuliege.be

Voorste rij (vlnr): Drs. Guy Peeters (voorzitter van de raad van bestuur van het academisch ziekenhuis Maastricht, azM), professor Henning Saß (directeur en voorzitter van de raad van bestuur van het universitair ziekenhuis Aken, UKA), Peter Asché (commercieel directeur UKA), drs. Maria Jacobs (commercieel directeur Maastro-Clinic, Maastricht), Pol Louis (afgevaardigde van de raad van toezicht van het universitair ziekenhuis Luik), professor Christian Bouffioux (directeur van het universitair ziekenhuis Luik). Achterste rij (vlnr): Werner Kemper (directeur van PTC-Euregio Rhein Maas), drs. Lou Brans Brabant (vice-voorzitter van de raad van bestuur van het azM), Loet Smeets (financieel directeur azM), professor Philippe Lambin (Maastro-Clinic, Maastricht).