Ingezonden persbericht


P E R S B E R I C H T

Utrecht, 20 april 2010

Landelijke organisaties (seksuele) gezondheid over advies CVZ: Kosten mogen geen drempel zijn voor anticonceptiekeuze

De Rutgers Nisso Groep, kenniscentrum seksualiteit, en een groot aantal andere partijen zijn het niet eens met het advies van het College van Zorgverzekeraars (CVZ) om anticonceptie te verwijderen uit het basispakket van zorgverzekeringen. In een brief aan de Kamer vandaag stellen zij dat iedereen toegang moet hebben tot anticonceptie en dat kosten geen drempel mogen zijn voor een verantwoorde anticonceptiekeuze. Het CVZ verwacht dat vrouwen als ze zelf moeten betalen, kiezen voor het goedkoopste anticonceptiemiddel: de pil. De pil heeft echter een risico op falen bij niet goed gebruik en is niet voor iedereen geschikt.

Advies gezondheidsorganisaties niet overgenomen
De ondertekenende organisaties hebben met grote verontrusting kennis genomen van het advies van het CVZ om anticonceptie niet meer te vergoeden in het basispakket van de Zorgverzekeringswet (Zvw). Ook de anticonceptiemiddelen die op medische indicaties worden voorgeschreven, worden in dit advies niet meer vergoed. De Rutgers Nisso Groep is door het CVZ geconsulteerd alvorens zij advies uitbracht aan de minister, en heeft een aantal argumenten aangevoerd om anticonceptie te blijven vergoeden. Deze brief is destijds mede ondersteund door een aantal landelijke organisaties. Helaas is het advies niet overgenomen door het CVZ.

Maatregel is geen bezuiniging
De organisaties zijn zich ervan bewust dat bezuinigingsmaatregelen niet kunnen uitblijven en dat vergoedingen via het basispakket kritisch tegen het licht gehouden moeten worden. Echter, of deze maatregel ook de gewenste substantiële bezuiniging oplevert die het CVZ beoogt, valt sterk te betwijfelen. Het zal hier naar schatting gaan om ongeveer 70 miljoen euro. Met deze relatief geringe investering kunnen immers op korte en langere termijn veel kosten en leed worden bespaard.

Argumenten van de partijen
In de brief aan de Tweede Kamer worden de volgende argumenten aangevoerd:


1. Toegankelijke en betaalbare anticonceptie is een belangrijk uitgangspunt van goede seksuele en reproductieve gezondheid in het beleid van VWS (beleidsbrief november 2009). Dit advies staat daar haaks op.


2. Preventieve zorg hoort onderdeel uit te maken van het basispakket. Met goede preventieve zorg, waaronder ook vergoeding van anticonceptie, kunnen met relatief weinig financiële middelen, hogere kosten voor zorg worden bespaard: kosten als gevolg van onbedoelde zwangerschappen, abortushulpverlening en begeleiding en opvang van tienermoeders.


3. Nederland heeft (als gidsland op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid) internationale verdragen getekend (zoals het Internationale Vrouwenverdrag van de VN) waarin bepaald wordt dat alle vrouwen, waar ook ter wereld gelijke toegang hebben tot betrouwbare en betaalbare anticonceptie. Vrouwen zijn de enigen die zwanger kunnen worden en zij lopen de belangrijkste gezondheidsrisico's die samenhangen met zwangerschap en bevalling. De kosten voor anticonceptie worden met dit advies ook nog eens eenzijdig op vrouwen afgewenteld. Dit is sociaal onrechtvaardig.


4. Een belangrijk argument dat het CVZ aanvoert is dat de anticonceptie in strikte zin geen geneesmiddel is en als zodanig niet voorziet in de behoefte aan geneeskundige zorg zoals geformuleerd in de doelstelling van de Zorgverzekeringswet (Zvw). Het CVZ hanteert hierbij een zeer smalle definitie van zorg. Daarnaast vallen veel vormen van anticonceptie - zoals de anticonceptiepil, spiraaltje, e.d. - onder de geneesmidddelenwet. Anticonceptie is immers alleen op recept van een arts verkrijgbaar en/of alleen via een arts te plaatsen. Betekent dit nu dat anticonceptie en medisch geïndiceerde anticonceptie vrij verkrijgbaar worden?


5. Volgens het CVZ is anticonceptie, waaronder ook de duurdere anticonceptiemiddelen, betaalbaar voor iedereen. Allereerst lopen de kosten voor anticonceptie nogal uiteen en is het de vraag of de kosten (variërend van ¤60,- tot ¤120120,- per jaar) niet een extra financiële barrière opwerpen voor de meest kwetsbare en minder financieel draagkrachtige groepen.


6. Uit de abortuscijfers (Rutgers Nisso Groep, 2009; IGZ, 2009: in 2008 op jaarbasis 32.982 abortussen) komt naar voren dat met name jongeren, jong-volwassenen en allochtone groepen een hoog risico lopen op onbedoelde (tiener-)zwangerschap en abortus. Juist laag opgeleide groepen nemen vaak meer seksuele risico's en zijn vaak minder goed in staat anticonceptie adequaat te gebruiken. Bij doorvoering van dit advies is de kans groot dat juist deze meest kwetsbare groepen getroffen worden. Zij zullen vanwege financiële redenen mogelijk vaker kiezen voor minder betrouwbare methoden of grotere seksuele risico's nemen.


7. Het CVZ adviseert ook voor jongeren (onder de 21 jaar) de anticonceptie niet meer te vergoeden. Deze groep beschikt vaak nog niet over een eigen inkomen. Een deel van hen zal om redenen van privacy en zelfbeschikking geen beroep willen doen op financiële bijstand van ouders. Het risico is aanwezig dat ongewenste zwangerschappen, tienermoederschap en abortus onder jongeren zal toenemen.


8. Ook medische anticonceptie komt in het advies niet meer in aanmerking voor een vergoeding. Het (hormoon)spiraaltje is een anticonceptiemiddel dat op langere termijn betrouwbare bescherming biedt tegen onbedoelde zwangerschap. Juist bij cliënten met een groot risico op onbedoelde zwangerschap kan hiermee effectievere bescherming worden geboden dan bijvoorbeeld de anticonceptiepil. Nu ook het plaatsen van anticonceptie zoals het spiraaltjes niet meer wordt vergoed, dreigt substitutie van deze zorg naar de tweede lijn. Deze zorg is in de regel duurder dan eerstelijnszorg.


9. Als vrouwen vanwege financiële redenen kiezen voor minder betrouwbare vormen van anticonceptie of geen anticonceptie gebruiken, zal niet alleen het risico op onbedoelde en ongeplande zwangerschappen toenemen maar zullen er ook meer ongewenste kinderen geboren worden. Er zijn namelijk nog altijd groeperingen die vanwege culturele of religieuze redenen bij een onbedoelde zwangerschap afzien van een abortus. De negatieve gevolgen hiervan zijn ook op langere termijn nog voelbaar voor de hele samenleving.

Mede ondertekend door:


- Casa (Centra voor Anticonceptie, Seksualiteit en Abortus)


- Kwaliteitswerkgroep Sense


- Nederlandse Vereniging Voor Seksuologie (NVVS)


- A. Lagro-Janssen, voorzitter en P. Dielissen, opleidingscoördinator NHG kaderopleiding Urogynaecologie


- A. Lagro-Janssen, hoogleraar vrouwenstudies medische wetenschappen Radboud Universiteit


- Nederlands Vlaamse Federatie seksuologie


- NHG expertgroep Seksuele Gezondheid


- Rutgers Nisso Groep


- Bestuur en directie van de Stichting Anticonceptie Nederland


- O. de Zwart, voorzitter Platform soa en seksuele gezondheid


- Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV)


---



Ingezonden persbericht