Ministerie van Defensie
Veiligheidsshura in Uruzgan
20 april 2010, 19.31 uur
Naar aanleiding van het incident op 17 april jongstleden waarbij 2
Nederlandse mariniers omkwamen, heeft het Provinciaal Reconstructie
Team (PRT) een shura georganiseerd om de situatie in Deh Rashan West
te bespreken. Het PRT heeft als taak de contacten met de lokale
bevolking te leggen en door middel van allerlei projecten een
vertrouwensband op te bouwen.
Het doel van de veiligheidsshura was de aanwezige dorpsoudsten bewust
te maken van het feit dat zij een belangrijke rol spelen in de
veiligheidssituatie en om te bespreken hoe deze kan worden verbeterd.
Veiligheid is een voorwaarde voor het op gang komen van ontwikkeling.
De shura was om de communicatie tussen de dorpsoudsten en de
Nederlanders te verdiepen. De plaatsvervangend commandant van het
Afghaanse leger in Uruzgan nam ook deel aan de shura.
Verdriet
De dorpsoudsten gaven aan dat zij erg verdrietig waren vanwege het
overlijden van de mariniers en dat het voelde alsof zij familie hadden
verloren. Zij hebben tot op zekere hoogte zeggenschap in de dorpen en
daarmee hebben zij ook de verantwoordelijkheid om gebeurtenissen zoals
die van afgelopen zaterdag te helpen voorkomen. Maar helaas nemen zij
niet altijd de verantwoordelijkheid voor de veiligheid in hun gebied
zoals Nederland dat graag zou zien. Veel dorpsoudsten staan onder
grote druk van de Taliban, waardoor zij zich in een moeilijke spagaat
bevinden tussen de coalitiepartners en de Taliban. Zo waren ook niet
alle dorpen uit het gebied vertegenwoordigd bij de shura.
Contacten
Majoor Rob de Wit, de commandant van de mariniers van de Nederlandse
Battle Group was ook aanwezig tijdens de shura. Hij benadrukte dat hij
initiatief van de dorpsoudsten verwachtte in het stabiliseren van de
regio.
Tijdens de shura is een aantal belangrijke stappen gezet. Meerdere
dorpsoudsten hebben contact met elkaar gelegd en de dialoog tussen de
dorpsoudsten en het Afghaanse leger is op gang gekomen. Deze contacten
kunnen een bijdrage leveren aan de verdere ontwikkeling van het
gebied.