Openbaar Ministerie
Celstraffen tot 14 maanden geëist voor faillissementsfraude

21 april 2010 - Functioneel Parket

Het Functioneel Parket heeft vandaag voor de rechtbank Utrecht
celstraffen geëist tot 14 maanden tegen twee mannen die worden
verdacht van fraude rond het faillissement van een productiebedrijf,
dat televisieprogramma's voor omroepen produceerde. In maart 2007 ging
het bedrijf failliet. Schuldeisers hadden toen bijna 2,4 miljoen euro
tegoed van het bedrijf.

Verdachten

De verdachten zijn een 51-jarige man uit Aalsmeer en een 42-jarige man
uit Hilversum De 51 jarige verdachte was de enig aandeelhouder en
bestuurder van het productiebedrijf. Hij hoorde 14 maanden tegen zich
eisen. De 42-jarige verdachte was de financieel directeur van het
productiebedrijf. Hij deed eigenlijk alles wat te maken had met geld
en was ook bestuurder. De officier van justitie eiste tegen hem 9
maanden celstraf.

Werkwijze

Het onderzoek door de FIOD startte in oktober 2007. Het vermoeden is
dat de beide verdachten vlak voor het faillissement alle bronnen van
inkomsten van het productiebedrijf hebben doorgezet naar andere
ondernemingen van de 51-jarige verdachte. Het ging daarbij om
productieovereenkomsten, goederen, personeel en het klantenbestand. In
Fan Media bleven alleen schulden achter, zodat een faillissement
onafwendbaar was. Een van de schuldeisers was de belastingdienst, die
op het moment van het faillissement een vordering van 1,3 miljoen euro
hadden uitstaan. Het bedrijf werd na het leeg halen voor 1 euro
verkocht aan een zogenoemde `katvanger'. Hij verrichtte geen
activiteiten voor het bedrijf. Deze katvanger is door de rechtbank
Utrecht op 22 januari 2009 veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6
maanden, voor faillissementsfraude en valsheid in geschrifte.

Lege huls

Beide verdachten die vandaag voor de rechtbank verschenen wisten
volgens de officier van justitie wat de gevolgen voor het bedrijf
zouden zijn toen zij alle activa uit het bedrijf haalden en slechts
een lege huls achterlieten. Het moest voor de verdachten heel
duidelijk zijn geweest dat het bedrijf het niet zou redden zonder de
licentieovereenkomst op basis waarvan producties konden worden gemaakt
en dat een faillissement onafwendbaar was. Het doel van de verdachten
was volgens de officier van justitie om met een schone lei verder te
kunnen gaan. Ze hebben zich niet bekommerd om de schuldeisers en
alleen aan hun eigen belang en financiële gewin gedacht.

Faillissementsfraude

Faillissementsfraude heeft een ontwrichtend effect op de samenleving.
Het schaadt het vertrouwen in het handelsverkeer en kan verstrekkende
gevolgen hebben voor schuldeisers. Daarom is het belangrijk dat het
Openbaar Ministerie daadkrachtig optreedt en faillissementsfraudes als
deze strafrechtelijk aanpakt.

De rechtbank Utrecht zal vermoedelijk op 14 juni uitspraak doen.