Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

Serieus praten met kinderen goed voor taalkennis

20 april 2010

De manier waarop volwassenen peuters en kleuters benaderen tijdens gesprekken, is van grote invloed op hun taalverwerving. Wie jonge kinderen toespreekt als volwaardige gesprekspartners legt al vroeg de kiem voor 'schooltaal'. Dit blijkt uit het onderzoek van NWO-onderzoeker Lotte Henrichs, die op 21 april promoveert aan de Universiteit van Amsterdam.

Kinderen op de basisschool hebben een bepaald type taalkennis nodig: schooltaal. Schooltaal is geen op zichzelf staande, nieuwe taal, maar is het taalgebruik dat juffen en meesters gebruiken en van leerlingen verwachten. Het stelt kinderen in staat instructies te begrijpen en om op een efficiënte manier hun kennis te laten zien. Schooltaal kenmerkt zich door moeilijke, abstracte woorden en ingewikkelde zinsstructuren. De taal bevat vaak veel bijzinnen en voegwoorden en doet door manieren van betogen en analyseren wetenschappelijk aan.

Ouders maken het verschil

Henrichs toont aan dat kinderen al in de kleuterklas met schooltaal in aanraking komen. Ze horen al veel schooltaal van de leerkracht, en er wordt ook van henzelf verwacht dat ze schooltaal gebruiken. De mate waarin schooltaal thuis wordt gebruikt, blijkt tussen gezinnen sterk te verschillen. Essentieel is hierbij de manier waarop ouders hun kinderen benaderen tijdens gesprekken. Wanneer kinderen de ruimte krijgen om betekenisvolle bijdragen te leveren aan gesprekken, gebruiken ze vaak als vanzelf kenmerken van schooltaal. Daarnaast hangt de schooltaalkennis af van de mate waarin ouders hun kind voorlezen, verhalen vertellen en gesprekken over interessante kennisonderwerpen voeren.

Lotte Henrichs onderzocht hoe met name heel jonge kinderen deze schooltaalkennis opdoen en wat de rol van opvoeders en school hierbij is. In het grotere onderzoeksprogramma waarbinnen Henrichs haar onderzoek deed, werden 150 kinderen van 3 tot en met 6 jaar oud 3 jaar lang gevolgd. Alle kinderen woonden in Nederland en kwamen uit Turkse, Marokkaans-Berberse en Nederlandse gezinnen. Van alle participanten was een subgroep van 25 Nederlandse gezinnen betrokken bij de dieptestudie van Henrichs.

Curriculum Vitae

Lotte Henrichs promoveert aan de Universiteit van Amsterdam op het proefschrift Academic language in early childhood interactions. A longitudinal study of 3- to 6-year-old Dutch monolingual children. Een deel van haar promotieonderzoek deed zij aan de Harvard Graduate School of Education in de Verenigde Staten. Het onderzoek maakt deel uit van het grotere programma 'Development of Academic language at School and at Home' (de ontwikkeling van academische taal op school en thuis). Promotor is prof. dr. Folkert Kuiken (UvA), copromotor is dr. Rob Schoonen (UvA). Het onderzoek is gefinancierd door de Programmaraad voor het Onderwijsonderzoek, onderdeel van NWO.

Over NWO

NWO is dé nationale wetenschapsfinancier en heeft tot taak het wetenschappelijke onderzoek in Nederland te laten excelleren via nationale competitie. Jaarlijks geeft NWO ruim 700 miljoen euro uit aan subsidies voor toponderzoek en toponderzoekers, vernieuwende instrumenten en apparatuur, en aan instituten waar toponderzoek wordt bedreven. NWO financiert het onderzoek van ruim 5300 getalenteerde wetenschappers aan universiteiten en instellingen. Selectie door middel van peer review is in handen van onafhankelijke deskundigen. NWO bevordert de overdracht van kennis naar de maatschappij.

..............................

Meer informatie:

* Lotte Henrichs

* L.Henrichs@uva.nl

* http://home.medewerker.uva.nl/l.henrichs