Rechtbank 's-Gravenhage

Gevangenisstraf van 12 jaar voor het wurgen van gehandicapte vrouw in het Strijkijzer

Den Haag, 21 april 2010 - De 24-jarige man die ervan verdacht werd op 11 juli 2009 in appartementencomplex het Strijkijzer in Den Haag een 32-jarige gehandicapte vrouw om het leven te hebben gebracht, is vandaag door de rechtbank `s-Gravenhage veroordeeld tot 12 jaar gevangenisstraf wegens doodslag.

Het slachtoffer is volgens de rechtbank door verwurging om het leven is gekomen. Omdat verdachte als enige aanwezig was bij haar overlijden, is de rechtbank van oordeel dat hij de verwurgingshandelingen heeft gepleegd.
De rechtbank acht bewezen dat verdachte het slachtoffer opzettelijk van het leven heeft beroofd. In het dossier is geen enkele aanwijzing voor voorafgaand kalm beraad en rustig overleg bij de verdachte. De rechtbank acht hem daarom niet schuldig aan de primair ten laste gelegde moord, maar aan de subsidiair ten laste gelegde doodslag.

De verdachte, die in 2005 al eens werd veroordeeld wegens een geweldsdelict, heeft gedurende het onderzoek hardnekkig geweigerd mee te werken aan de totstandkoming van rapporten van de reclassering, de psychiater en het Pieter Baan Centrum.

De rechtbank acht om twee redenen de door de officier van justitie geëiste gevangenisstraf van twaalf jaar, die hoger is dan de straffen die doorgaans voor een dergelijke doodslag worden opgelegd, passend en geboden.

In de eerste plaats heeft verdachte het in het vonnis beschreven geweld gebruikt tegen een vrouw die door haar beperkingen extra kwetsbaar en minder weerbaar was dan de gemiddelde vrouw van haar leeftijd. Verdachte had zich door haar kwetsbaarheid juist extra zorgzaam en verantwoordelijk moeten gedragen toen hij haar in zijn woning ontving. De rechtbank neemt verdachte zeer kwalijk dat hij juist het tegenovergestelde deed, met fatale gevolgen.

Daarnaast heeft verdachte door zijn hardnekkige weigering om mee te werken aan iedere vorm van gedragskundig onderzoek laten blijken dat hij het niet nodig vindt om te werken aan mogelijke oplossingen van de onderliggende problemen die er, gegeven het feit dat hij een weerloze vrouw heeft gewurgd, onmiskenbaar zijn. De rechtbank moet de samenleving bescherming bieden tegen het gevaar dat verdachte ook voor anderen kan opleveren. Nu van behandeling geen sprake kan zijn, rest de rechtbank geen andere mogelijkheid dan die bescherming te geven door verdachte voor langere tijd uit de samenleving weg te houden.

Het vonnis in deze zaak is op deze site gepubliceerd onder onderstaand LJ-nummer.

LJ Nummer

BM1715

Zie het origineel

Bron: Rechtbank 's-Gravenhage Datum actualiteit: 21 april 2010