Unicef


Op 14 april jl. is de provincie Qinghai in het noordwesten van China getroffen door een aardbeving met een kracht van 7.1 op de schaal van Richter

21 april 2010
Grote hoogte bemoeilijkt de hulpverlening in China

In de Autonome Tibetaanse Prefectuur Yushu proberen reddingsteams de bevolking te helpen. Ze worden echter tegengewerkt door de grote hoogte. Bijna 200 reddingswerkers hebben het gebied al noodgedwongen moeten verlaten vanwege hoogteziekte. UNICEF doet er alles aan om hulpmaterialen te kunnen leveren, zoals schooltenten, dekens en warme kinderkleding.

Vrieskou
Omdat zoveel gebouwen zijn ingestort, zijn veel inwoners van het 4.000 meter hoge Tibetaanse plateau blootgesteld aan de kou. "De temperatuur is overdag gemiddeld, maar zakt 's nachts tot beneden het vriespunt", laat Dale Rutstein, Hoofd Communicatie van UNICEF China, in een telefonisch interview op UNICEF Radio weten. "Honderden, misschien wel duizenden mensen slapen momenteel in de buitenlucht."

Vóór schooltijd
Ongeveer de helft van de kinderen in de regio gaat naar kostschool, en veel schoolgebouwen zijn zwaar beschadigd. Omdat de aardbeving even voor acht uur 's ochtends plaatsvond, hadden veel leerlingen de slaapzalen al verlaten. En de lessen waren nog niet begonnen. Volgens Dale Rutstein was het aantal slachtoffers anders waarschijnlijk veel hoger geweest. "Bovendien is het een redelijk dunbevolkt gebied."

Volgens de lokale onderwijsautoriteiten is 80 procent van de basisscholen en 50 procent van de middelbare scholen zwaar beschadigd. 23.000 leerlingen zijn daar de dupe van.

Wat doet UNICEF?
Op verzoek van de autoriteiten zal UNICEF het getroffen gebied 2.000 winterlaarzen voor kinderen leveren, 5.000 pakketten met schoolmaterialen, 5.000 schoudertassen en 500 schoolborden. Daarnaast zorgt UNICEF voor ambulances, generatoren en medische materialen.