Eerste kwartaalresultaten 2010

Marktherstel zet door

Almere, 21 april 2010, 07:00 CET

Kernpunten eerste kwartaal 2010

De omzet bedroeg ¤ 684 miljoen en was 9% lager dan vorig jaar in het eerste kwartaal (maart: -5% jaar-op-jaar, op basis van gelijk aantal werkdagen)

De brutomarge van 22,1% bleef vrijwel stabiel ten opzichte van de voorgaande kwartalen (4e kwartaal 2009: 22,1%, 3e kwartaal 2009: 21,9%); in het eerste kwartaal van vorig jaar bedroeg de brutomarge 23,6%

De operationele kosten bedroegen ¤ 137 miljoen en bleven vrijwel stabiel op het lage niveau van het 4e kwartaal van 2009 (4e kwartaal 2009: ¤ 136 miljoen); ten opzichte van het eerste kwartaal vorig jaar waren de kosten 14% lager

De onderliggende EBITA kwam uit op ¤ 8 miljoen (onderliggende EBITA 1e kwartaal 2009: ¤ 11 miljoen)

De financiële positie werd versterkt door een aandelenemissie van ¤ 86 miljoen

Kerncijfers 1e kwartaal
Onderliggende resultaten* (in ¤ miljoenen) 2010 2009 verandering Omzet 684 755 -9%
Brutoresultaat 151 178 -15%
Operationele kosten 137 160 -14%
EBITDA 14 18 -22%
EBITA 8 11 -27%
Nettoresultaat -5 -2


* Onderliggende resultaten zijn resultaten exclusief onderstaande eenmalige effecten


1e kwartaal 2010 De onderliggende EBITA is ¤ 1 miljoen hoger dan de gerapporteerde EBITA door eenmalige kosten. Het onderliggende nettoresultaat is ¤ 4 miljoen hoger door ¤ 2 miljoen amortisatie als gevolg van samenvoegingen van merken, ¤ 3 miljoen ongerealiseerde waardeveranderingen rentederivaten, 1 miljoen eenmalige kosteneffecten en ¤ 2 miljoen belastingeffecten (zie tabel pagina 3 en 4)


1e kwartaal 2009 De onderliggende EBITA is ¤ 17 miljoen hoger dan de gerapporteerde EBITA door eenmalige kosten (waarvan ¤ 2 miljoen in de brutomarge). Het onderliggend nettoresultaat is ¤ 16 miljoen hoger door de eenmalige kosten efffecten van ¤ 17 miljoen, ¤ 7 miljoen ongerealiseerde waardeveranderingen van rentederivaten en ¤ 8 miljoen belastingeffecten (zie tabel pagina 3 en 4)

"In de eerste maanden van het jaar zagen we een voortzetting van de trend naar een herstel en dat is bemoedigend", zei Herman van Campenhout, CEO van USG People. "In enkele landen behaalden we weer een toename in de omzet ten opzichte van vorig jaar. De duurzaamheid van het herstel dat de vorige kwartalen voorzichtig begon is zeker ook hoopgevend voor de landen die zich doorgaans later in de cyclus herstellen, waaronder Nederland. Hoewel we in de laatste weken in Nederland ook een eerste lichte verbetering in de aanvragen naar uitzendkrachten zagen, is het nog te pril om te spreken van een substantieel herstel in de voor ons belangrijke thuismarkt. We hebben onze operationele kosten in het eerste kwartaal op een laag niveau gehouden, nadat we deze gedurende vorig jaar krachtig hadden gereduceerd. Daarnaast lopen de eerder aangekondigde samenvoegingen van labels in Nederland, Spanje en Duitsland volgens plan. In samenhang met onze versterkte financiële positie, door de aandelenuitgifte die we in maart hebben gedaan, kunnen we goed inspelen op een herstel in onze markten, zowel commercieel als financieel."

Toelichting op de eerste kwartaalresultaten 2010
Omzet
USG People behaalde in het eerste kwartaal een omzet van ¤ 684 miljoen. De omzet was 9% lager dan vorig jaar (4e kwartaal 2009: -22%). De trend naar een herstel hield aan en won aan kracht in de eerste maanden van het jaar. In maart bedroeg de omzetdaling op basis van een gelijk aantal werkdagen 5% ten opzichte van vorig jaar maart. In enkele landen werd in het eerste kwartaal weer een groei gerealiseerd zowel in vergelijking met het voorgaande jaar alsook in de maand-op-maand ontwikkeling. Nederland bleef daarbij nog achter door het relatief grote aandeel van de uitzendmarkt in de dienstensector en voor USG People specifiek door haar grote belang in specialistische diensten en focus op het midden- en kleinbedrijf. Deze sectoren herstellen doorgaans later in de cyclus. Bij General Staffing zagen we een voortzetting van het herstel. De omzet lag in het eerste kwartaal 3% onder die van vorig jaar. Gedurende het kwartaal zagen we een jaar-op-jaar daling ombuigen naar een groei. In maart was de omzet, op basis van gelijke werkdagen, 4% hoger dan in maart vorig jaar. De activiteiten van General Staffing laten als eerste een verbetering zien als de markt zich herstelt door haar posities in de productie-industrie en in de vroegcyclische regio's. Bij de Specialist Staffing activiteiten kwam de omzet in het eerste kwartaal 20% lager uit dan in dezelfde periode van vorig jaar. Dat is een verbetering van de jaar-op-jaar daling, die in het laatste kwartaal van 2009 nog 27% bedroeg. De omzetdaling nam gedurende het kwartaal af naar 14% in maart en ook in de maand-op-maand vergelijking was sprake van een verbetering. Specialist Staffing herstelt zich later dan de algemene uitzendactiviteiten door relatief grote posities in Nederland in de dienstensector en in het midden- en kleinbedrijf, welke later cyclisch zijn. Bij de Professionals activiteiten werd in het eerste kwartaal een omzetdaling van 15% behaald ten opzichte van vorig jaar. De omzetdaling bij de Professionals die in het voorgaande kwartaal 21% bedroeg nam daarmee verder af. Brutomarge
Het onderliggende brutoresultaat kwam in het eerste kwartaal uit op ¤ 151 miljoen en was 15% lager dan het onderliggende brutoresultaat in dezelfde periode van vorig jaar. De brutomarge bedroeg 22,1% van de omzet en lag 1,5 procentpunt onder dat van vorig jaar, toen de onderliggende brutomarge 23,6% bedroeg. De brutomarge bleef vrijwel stabiel ten opzichte van het voorgaande kwartaal. Sinds het derde kwartaal van 2009 is de brutomarge stabiel gebleven (3e kwartaal 2009: 21,9%, 4e kwartaal 2009: 22,1%). Bedrijfskosten
De onderliggende operationele kosten kwamen uit op ¤ 137 miljoen en lagen in lijn met het lage niveau in het vierde kwartaal van 2009, toen de operationele kosten ¤ 136 miljoen bedroegen. Door de herstructureringen en kostenreducties in 2008 en 2009 is het niveau van de kosten substantieel omlaag gebracht. In het eerste kwartaal lagen de kosten 14% lager dan in dezelfde periode vorig jaar. Naast de onderliggende kosten is een bedrag van ¤ 1 miljoen eenmalige kosten opgenomen voornamelijk voor integraties. Het aantal werknemers en vestigingen is in het eerste kwartaal door samenvoegingen in Duitsland, Nederland en Spanje met respectievelijk 102 FTE naar 7.184 FTE en met 49 naar 1.387 vestingen gedaald. EBITA (in ¤ miljoenen) 1e kwartaal 2010 1e kwartaal 2009 Onderliggende EBITA 8 11
Eenmalige kosten -1 -17
EBITA gerapporteerd 7 -6

De onderliggende EBITA kwam in het eerste kwartaal uit op ¤ 8 miljoen tegen ¤ 11 miljoen in 2009. De operationele resultaten werden in beide kwartalen beïnvloed door eenmalige kosten. Inclusief deze kosten bedroeg de EBITA ¤ 7 miljoen tegen -¤ 6 miljoen in dezelfde periode vorig jaar. Amortisatie
De amortisatie bedroeg ¤ 8 miljoen in het eerste kwartaal en kwam hoger uit dan vorig jaar door de versnelde amortisatie van merkenrechten voor labels die in 2010 worden samengevoegd. De extra amortisatie bedroeg ¤ 2 miljoen in het eerste kwartaal. Behoudens deze versnelde amortisatie waren er geen bijzonderheden en bleef deze nagenoeg gelijk aan die van vorig jaar. De amortisatie heeft betrekking op afschrijving van gewaardeerde merkenrechten, klantenportfolio's en kandidatendatabases van eerder gedane acquisities.

Financieringslasten
De rentelasten kwamen uit op ¤ 10 miljoen tegen ¤ 13 miljoen vorig jaar. Van deze lasten had in het eerste kwartaal van 2010 ¤ 3 miljoen betrekking op niet gerealiseerde waardemutaties van rentederivaten en in dezelfde periode van 2009 een bedrag van ¤ 7 miljoen. Exclusief waarde-effecten van derivaten bedroegen de rentelasten ¤ 7 miljoen tegen ¤ 6 miljoen in het eerste kwartaal van 2009. Belasting
De belastingdruk in de resultatenrekening bedroeg 25,1% en was daarmee hoger dan het gemiddelde nominale tarief van 17,6%. In het eerste kwartaal is een bedrag van ¤ 24,4 miljoen aan belastingen betaald. Nettoresultaat (in ¤ miljoenen) 1e kwartaal 2010 1e kwartaal 2009 Onderliggend nettoresultaat -5 -2
Eenmalige resultaten -1 -17
Versnelde afschrijving -2
Ongerealiseerde waardemutaties derivaten -3 -7
Incidentele belastingeffecten 2 8
Gerapporteerd nettoresultaat -9 -18
Winst per aandeel -¤ 0,12 -¤ 0,25

Het onderliggend nettoresultaat bedroeg -¤ 5 miljoen vergeleken met -¤ 2 miljoen in het eerste kwartaal van 2009. Inclusief incidentele resultaten kwam het gerapporteerd nettoresultaat in het eerste kwartaal uit op -¤ 9 miljoen tegen -¤ 18 miljoen in dezelfde periode van 2009. Balans en kasstroom
Het balanstotaal nam in het eerste kwartaal toe met ¤ 18 miljoen voornamelijk door een toename van het werkkapitaal. De balans werd in het eerste kwartaal versterkt door een aandelenemissie waardoor het eigen vermogen toenam. De netto bankschuld, exclusief achtergestelde leningen (¤ 154 miljoen), daalde in het eerste kwartaal per saldo met ¤ 60 miljoen van ¤ 223 miljoen naar ¤ 163 miljoen. Met deze positie werd ruimschoots voldaan aan de bankconvenanten. De senior leverage ratio kwam eind maart uit op 1,8 en de interest coverage ratio op 3,5. Door een toename van het werkkapitaal bedroeg de operationele kasstroom -¤ 14 en de kasstroom uit financieringsactiviteiten werd positief beïnvloed door de ¤ 86 miljoen van de aandelenemissie.

Resultaten per land
Nederland
Bij de grote productieondernemingen zagen we dat een licht herstel van de vraag aanhield in het eerste kwartaal. Dit vertaalde zich in een eerste toename van de aanvragen bij Start People dat zich richt op algemene uitzendactiviteiten. In de dienstensector en in de nichemarkten waarin USG People een sterke positie heeft was nog geen eenduidige verbetering zichtbaar. Deze marktsegmenten herstellen zich doorgaans later in de cyclus. De omzet van USG People in Nederland was in het eerste kwartaal 20% lager dan vorig jaar. De daling was groter dan de markt door de grote positie van USG People in de dienstensector en in het midden- en kleinbedrijf.

Daarnaast realiseert USG People momenteel een tweetal grote integraties: Content wordt geïntegreerd in Unique en Starjob wordt samengevoegd met Secretary Plus. Deze integraties gaan in aanvang gepaard met extra interne gerichtheid welke de komende kwartalen wijzigt in een versterkte commerciële slagkracht en nieuw elan. De brutomarge bleef gelijk aan de marge in het kwartaal ervoor. Na een daling in de eerste helft van 2009 is de brutomarge vanaf het 3e kwartaal van 2009 vrijwel stabiel gebleven. De onderliggende kosten waren in lijn met het voorgaande kwartaal. De onderliggende EBITA kwam uit op ¤ 7 miljoen (2,3%) tegen ¤ 21 miljoen (5,7%) vorig jaar. Bij Start People bedroeg de daling van de omzet 14% ten opzichte van vorig jaar waarmee de jaar-op-jaar daling verbeterde in vergelijking met voorgaand kwartaal (4e kwartaal 2009: -24% jaar-op-jaar). Bij Specialist Staffing nam de omzetdaling ook enigszins af. De omzet was 28% lager dan in het eerste kwartaal van 2009 terwijl de daling in het laatste kwartaal van vorig jaar 33% bedroeg. Bij banken en verzekeraars en secretariële profielen bleef de vraag nog laag en ook bij het midden- en kleinbedrijf dat wat later op gang komt dan de grote industrieën. Professionals boekte een omzetdaling van 15% ten opzichte van vorig jaar een lichte verbetering ten opzichte van het laatste kwartaal vorig jaar toen de omzetdaling 19% bedroeg. De sectoren energy en reïntegratie boekten een groei terwijl de vraag bij marketing en communicatie achterbleef.

België en Luxemburg
In België zette USG People haar positieve ontwikkeling verder voort en vooral in het aantrekkende industriële segment werd goed gepresteerd. De omzet was 7% lager dan in het eerste kwartaal van 2009 waarmee de omzetdaling voor het derde achtereenvolgende kwartaal afnam. In het laatste kwartaal van 2009 bedroeg de jaar-op-jaar omzetafname nog 17%. De EBITA kwam uit op ¤ 8 miljoen (5,5% van de omzet) en steeg met ¤ 1 miljoen ten opzichte van vorig jaar in het traditioneel zwakste eerste kwartaal. Bij Start People was de omzet 7% lager dan vorig jaar en bij Specialist Staffing, waaronder Unique en Secretary Plus, bedroeg de daling 4%. De Professionals bleven enigszins achter voornamelijk door een lage vraag bij Financial Forces (financiële profielen). Legal Forces (juridische profielen) liet in het eerste kwartaal een stevige groei zien.

Frankrijk
Frankrijk laat in het eerste kwartaal een duidelijk herstel zien. De omzet kwam in het eerste kwartaal uit op ¤ 101 miljoen en groeide met 11% ten opzichte van vorig jaar. Gedurende het kwartaal was er sprake van een positieve ontwikkeling en liep de omzetgroei maand na maand op naar 15% in maart. De brutomarge nam daarbij ook toe waarmee een positieve EBITA resulteerde van ¤ 2 miljoen (1e kwartaal 2009: -¤ 2 miljoen). Overig Europa
In de overige landen zagen we trends in de omzet ook verbeteren. In Duitsland nam de omzetdaling af naar een jaar-op-jaar daling van 4% over het eerste kwartaal. In Italië werd voor het eerst weer een groei gerealiseerd van 12% en in de overige landen groeide de omzet met 17%. De gezamenlijke onderliggende EBITA kwam in het eerste kwartaal uit op -¤ 2 miljoen (1e kwartaal 2009: -¤ 9 miljoen). Vooruitzichten
De macro-economische ontwikkelingen bleven over het algemeen positief. In Azië en andere opkomende economieën hield de groei stevig aan en ook in de Verenigde Staten werden positieve ontwikkelingen gemeld. Europa herstelt doorgaans wat later maar ook hier lieten verschillende vertrouwensindices, waaronder die van de producenten, verbeteringen zien. Tegenover al deze positieve ontwikkelingen staan echter de onzekerheden over de duurzaamheid van het herstel.

De trends die we zien binnen onze activiteiten wijzen steeds meer op een duurzaam herstel. In de eerste maanden van 2010 zagen we dat we in een toenemend aantal landen weer een omzetgroei realiseren. Door de scherpe daling begin 2009 valt de vergelijking gunstiger uit maar we zien daarnaast dat de omzet nu ook maand na maand toeneemt. Gegeven de onzekerheden in de markt geven wij geen concrete omzet- en winstverwachting voor het jaar 2010.