geannoteerde agenda NAR ministeriële te Tallinn op 22 en 23 april 2010
Kamerbrief inzake geannoteerde agenda NAR ministeriële te Tallinn op 22 en
23 april 2010
Kamerbrief | 12 april 2010
Graag bied ik u hierbij als bijlage de geannoteerde agenda aan ten
behoeve van de ministeriële bijeenkomst van de Noord-Atlantische Raad
(NAR) te Tallinn op 22 en 23 april 2010.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
drs. M.J.M. Verhagen
Agenda
Op 22 en 23 april a.s. vindt te Tallinn de jaarlijkse informele
bijeenkomst plaats van de Noord-Atlantische Raad (NAR) in de
samenstelling van ministers van Buitenlandse Zaken. Naar verwachting
zullen de ministers op 22 april spreken over het Strategisch Concept,
NAVO-hervormingen en de aanvraag van Bosnië-Herzegovina voor een
Membership Action Plan (MAP). Mede op mijn initiatief is er vervolgens
tijdens het werkdiner een brede gedachtenwisseling over het NAVO
kernwapenbeleid. Dan zal ook over raketverdediging worden gesproken.
Op 23 april wordt gesproken over de relatie met Rusland. Voorts is
Afghanistan onderwerp van overleg, waaraan ook de niet NAVO ISAF
partners, de VN en de EU zullen deelnemen.
Afghanistan
De commandant van ISAF, generaal McChrystal, en de senior civilian
respresentative van ISAF, Sedwill, zullen uit Kabul overkomen. Ook zal
de nieuwe VN-gezant in Afghanistan, de Zweed De Mistura, in Tallinn
aanwezig zijn. Naar verwachting zal SACEUR de ISAF-bondgenoten
oproepen bestaande tekorten in de missie aan te vullen. Eerder dit
jaar is hiervoor een force generation conferentie georganiseerd in
Brussel, die echter onvoldoende opleverde. Daarnaast zal de voortgang
van transitie van verantwoordelijkheden op veiligheidsgebied aan de
Afghaanse autoriteiten besproken worden. Specifiek zal daarbij aan de
orde komen op welke wijze bepaald wordt wanneer een provincie gereed
is voor transitie. Niet alleen de sterkte en kwaliteit van het
Afghaanse leger en de politie zijn hiervoor van belang, ook dient het
openbaar bestuur in de provincie over voldoende capaciteit te
beschikken om deze verantwoordelijkheid aan te kunnen. Naar
verwachting zal ook worden vooruitgeblikt naar de internationale
conferentie over Afghanistan die deze zomer in Kabul zal worden
gehouden. Deze conferentie, die onder auspiciën van de VN
georganiseerd wordt, zal gaan over de implementatie van de afspraken
die op de Afghanistan conferentie in Londen eerder dit jaar zijn
gemaakt.
NAVO Kernwapenbeleid
Tijdens het werkdiner zal op initiatief van België, Duitsland,
Luxemburg, Noorwegen en mijzelf, een discussie plaatsvinden over wat
de NAVO kan bijdragen aan het wereldwijde streven naar nucleaire
non-proliferatie en ontwapening. Graag verwijs ik u naar het afschrift
van de brief aan de Secretaris-Generaal van de NAVO, die ik u op 1
maart 2010 zond (TK 28676, nr. 102). Het debat is bedoeld om te
bespreken hoe we als NAVO de kernwapentaak zien in een veranderende
veiligheidsomgeving. Het is hoog tijd om het onderwerp te bespreken.
In de aanloop naar een nieuw Strategisch Concept en tegen de
achtergrond van de uitspraken van president Obama naar aanleiding van
de Nuclear Posture Review van de Verenigde Staten, moeten we bepalen
wat het minimum niveau van de NAVO kernwapentaak is om vrede en
stabiliteit te kunnen bewaren en hoe we onze veiligheid/bescherming
het beste kunnen blijven garanderen.
Deze eerste gedachtenwisseling zal ook aandacht moeten besteden aan de
toekomst van de resterende niet-strategische nucleaire wapens op het
Europese continent, inclusief die in Rusland. De ondertekening van het
nieuwe START verdrag biedt een kans deze wapens op te nemen in het
proces voor verdere nucleaire ontwapening waar Rusland en de VS zich
aan hebben verbonden.
In een artikel dat ik samen met mijn Duitse collega Westerwelle
schreef (o.a. in de Volkskrant van 26 maart jl.) heb ik aangegeven hoe
de ontwapeningsagenda meer dynamiek zou kunnen krijgen.
* Wapenbeheersing moet weer een topprioriteit van de NAVO worden.
Een krachtig profiel op het gebied van wapenbeheersing,
ontwapening en non-proliferatie komt de veiligheid van het
bondgenootschap ten goede, en daarmee de veiligheid van ons
allemaal. Dit dient dan ook prominent in het nieuwe Strategisch
Concept te worden vastgelegd.
* Het bondgenootschap dient zijn inspanningen op het gebied van
ontwapening op transparantere wijze voor het voetlicht te brengen.
De NAVO heeft haar nucleaire arsenaal sinds het begin van de jaren
negentig drastisch gereduceerd, dat moeten we blijven benadrukken
en uitleggen.
* Strategische afschrikking is niet louter afhankelijk van nucleaire
afschrikking. Het blijft daarom essentieel over een juiste mix van
nucleaire en conventionele machtsmiddelen te kunnen beschikken -
een mix die het hele spectrum van offensieve, defensieve en
diplomatieke instrumenten bestrijkt om de veiligheid van onze
landen te waarborgen.
* We moeten, zonder afbreuk te doen aan onze steun voor een
kernwapenvrije wereld (`global zero'), erop toezien dat een
vermindering van het aantal kernwapens of op termijn zelfs een
eventuele verwijdering daarvan, niet leidt tot een hiaat in onze
verdediging. Geloofwaardige afschrikking blijft essentieel om de
vrede en stabiliteit in de wereld te kunnen waarborgen.
* De Verenigde Staten en Rusland zouden verder moeten onderhandelen
over de vermindering van het aantal niet-strategische nucleaire
wapens.
* Het is cruciaal dat we onze partners en bondgenoten voldoende
zekerheid bieden. Tijdens de bespreking moet ingegaan worden op de
vraag hoe een geloofwaardige en zichtbare afschrikking onder de
huidige omstandigheden kan worden gehandhaafd. Het vermogen zich
aan te passen aan ontwikkelingen in de veiligheidssituatie is
altijd een grote kracht geweest van de NAVO. De afschrikking zal
voortdurend moeten worden getoetst en zo nodig moeten worden
bijgesteld.
In Tallinn hoop ik met alle bondgenoten te kunnen discussiëren over
een gefaseerde aanpak waarmee de rol van kernwapens en hun aantallen
in Europa geleidelijk kunnen worden gereduceerd. Kernontwapening
vereist wel een behoedzame en zorgvuldige aanpak. We zullen op het
juiste moment de juiste stappen moeten zetten. Als de NAVO op basis
van de eerste besprekingen in Tallinn en op basis van het nieuwe
strategische concept kan bijdragen aan een kernwapenvrije wereld door
een stap te zetten naar een kernwapenvrij Europees continent, dan
zullen we daar serieus naar moeten kijken.
Raketverdediging
Tijdens het werkdiner zal er ook gesproken worden over
raketverdediging en de rol van de NAVO daarin. Het debat hierover in
de NAVO loopt al enige tijd en heeft met de herziene
raketverdedigingsplannen van de VS een nieuwe dynamiek gekregen.
Nederland heeft het besluit van de Amerikaanse regering vanaf het
begin verwelkomd. Een positief effect ervan is dat de VS de NAVO en de
Europese bondgenoten nadrukkelijk wil betrekken bij het zoeken naar
een antwoord op de dreigingen jegens het Bondgenootschap. In de
benadering die Nederland tot nu toe altijd heeft uitgedragen past dit
ook: voortbouwen op reeds bestaande structuren, om zo integratie van
een NAVO raketverdedigingssysteem met de huidige middelen (zoals
bijvoorbeeld de Nederlandse Patriots en het LCF) te faciliteren. De
Nederlandse beleidslijn blijft dat raketverdediging een wezenlijke
bijdrage kan leveren aan de veiligheid van het bondgenootschap, mits
er goede afstemming is tussen de verschillende programma's en
systemen. De ondeelbaarheid van veiligheid van het Bondgenootschap
moet voorop blijven staan.
In het licht van de voortgang van de implementatie van de VS plannen
wordt het steeds urgenter om in de NAVO een besluit te nemen.
Nederland is van mening dat een besluit de cohesie van het
Bondgenootschap versterkt; artikel 5 van het Noord Atlantisch Verdrag
en de collectieve verdediging van het NAVO grondgebied blijven hierbij
leidend. Voor Nederland is het belangrijk dat het debat in de NAVO
voort blijft gaan en ook in het kader van de herziening van het
Strategisch Concept een belangrijke rol speelt. Volgens Nederland is
besluitvorming over raketverdediging eind 2010 tijdens de Top van
Lissabon mogelijk als de technische randvoorwaarden en financiering
goed zijn uitgewerkt.
Zoals eerder toegezegd zal ik, gezamenlijk met de Minister van
Defensie, u voor de zomer van 2010 een beleidsnotitie doen toekomen
ter actualisering van de notitie over raketverdediging van 25 maart
2008 (TK 28676, nr. 52), dit mede in het licht van de voorziene
besluitvorming over raketverdediging tijdens de Top van Lissabon.
Strategisch Concept
De verwachting is dat de besprekingen in Tallinn niet zozeer over de
inhoud maar vooral over het proces richting de NAVO top in Lissabon
(19 en 20 november 2010) zal gaan. Het advies van de Groep van Experts
wordt voor 1 mei verwacht. Daarna zal de Secretaris Generaal zijn
voorstel aan het papier toevertrouwen. Het is van belang dat er
voldoende tijd en ruimte is om vervolgens overeenstemming te bereiken
onder de bondgenoten. De Secretaris Generaal zal zeer waarschijnlijk
aansturen op een extra ministeriële bijeenkomst van ministers van
Buitenlandse Zaken en Defensie in het najaar. Ik ben daar voorstander
van.
NAVO-hervormingen
De Secretaris-Generaal heeft de opdracht gekregen vergaande
hervormingsvoorstellen voor te bereiden voor bespreking tijdens de
eerstvolgende Defensie ministeriële op 10 en 11 juni a.s. Het gaat om
voorstellen voor structurele en organisatorische hervormingen,
inclusief een substantiële inkrimping van de NAVO commandostructuur.
Nederland zet zich -met een zestal andere hervormingsgezinde
bondgenoten- in voor een hoog ambitieniveau op minimaal vier
onderwerpen.
Eerste prioriteit is een sterk verbeterd financieel beheer door
inzichtelijke procedures op het gebied van programmering,
prioriteitstelling en budgettering. In de tweede plaats gaat het om
een aanzienlijke inkrimping van de staande NAVO-commandostructuur.
Deze inkrimping kan bijvoorbeeld worden opgevangen door meer en beter
gebruik te maken van de nationale hoofdkwartieren van landen die
troepen leveren aan operaties. In de derde plaats zouden de bestaande
NAVO-agentschappen efficiënter moeten gaan (samen)werken. Gekeken moet
worden hoe reorganisatie en samenvoeging van bestaande structuren
hieraan kan bijdragen. Tot slot kan voordeel worden behaald uit een
meer hechte samenwerking tussen de Internationale Staf en
Internationale Militaire Staf op het NAVO Hoofdkwartier in Brussel.
Nederland zet in op complete co-locatie van deze onderdelen en zeer
nauwe samenwerking door gebruikmaking van projectteams.
De NAVO defensie ministers spelen een belangrijke rol in de verdere
uitwerking van de hervormingsagenda. Desalniettemin vind ik het van
belang dat ook de ministers van buitenlandse zaken zich uitspreken
voor vergaande hervormingen. De organisatie moet beter worden
toegerust voor de veiligheidsuitdagingen van nu. Het gaat om
efficiëncy en effectiviteit maar vooral ook om flexibiliteit. Mijn
inzet is dat de NAVO-top in Lissabon op deze punten concrete
resultaten oplevert.
De Secretaris Generaal van de NAVO heeft nu het voortouw maar moet
zich voldoende politiek gesteund weten om daadwerkelijk voortgang te
kunnen boeken.
Rusland
Bondgenoten zullen spreken over de veiligheidspolitieke dialoog met
Rusland en de noodzaak om door voortgaande samenwerking in de NAVO
Rusland Raad verder te bouwen aan onderling vertrouwen. Onderwerpen
die zich daarvoor goed lenen zijn Afghanistan, drugsbestrijding,
terrorisme, piraterijbestrijding, raketverdediging, non-proliferatie,
wapenbeheersing en ontwapening. De vraag is voorts in hoeverre het
Bondgenootschap tegemoet wil komen aan de Russische wens ook in de
NAVO Rusland Raad te spreken over een overeenkomst over Europese
veiligheid. Mijn inzet is dat eerst aan politiek vertrouwen moet
worden gebouwd door praktische samenwerking en dialoog. Een juridisch
bindend verdrag is daarbij niet het startpunt maar misschien wel het
eindstation. Voornaamste forum van overleg op het gebied van Europese
veiligheid is de OVSE, meer in het bijzonder het zogenaamde
Korfoe-proces. Besprekingen in de NAVO Rusland Raad kunnen hieraan een
bijdrage leveren. De overeenstemming tussen de Verenigde Staten en
Rusland over het nieuwe START verdrag biedt kansen voor een
voortgaande positieve dynamiek in de strategische relatie met Rusland.
Bosnië-Herzegovina
Tijdens de NAVO ministeriële van december 2009 is met het oog op de
aanvraag van Bosnië-Herzegovina voor een membership Action Plan (MAP)
besloten de voortgang van het hervormingsproces actief te blijven
volgen. Voor een positief besluit was het in december 2009 nog te
vroeg. Er is sindsdien weinig veranderd. Er is weliswaar enige
vooruitgang geboekt ten aanzien van defensiehervormingen, maar de
politieke verdeeldheid belemmert nieuwe ontwikkelingen op het terrein
van democratische hervormingen, justitie, politie en constitutionele
aanpassingen. Net als in december ben ik er ook nu niet van overtuigd
dat op dit moment de MAP-status aan Bosnië-Herzegovina moet worden
toegekend. Het is eerst en vooral aan Bosnië-Herzegovina zelf om de
noodzakelijke hervormingen en aanpassingen nu daadwerkelijk door te
voeren. Dit zal ik als zodanig uitdragen. Desondanks verwacht ik
tijdens de NAR-Ministeriële in Tallinn opnieuw druk van een
substantieel aantal bondgenoten om een positief besluit te nemen.
Ministerie van Buitenlandse Zaken