Gemeente Oldenzaal


Succesvol leerplicht- en RMC beleid door communicatie en samenwerking

22 april 2010

Het college van burgemeester en wethouders heeft het Leerplicht en RMC (Regionaal Meld- en Coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten) jaarverslag vastgesteld. Hierin zijn de omvang van het verzuim, het aantal voortijdig schoolverlaters en de behaalde resultaten in beeld gebracht. Uit het verslag blijkt onder meer dat in Oldenzaal het aantal gemelde voortijdig schoolverlaters wederom is gedaald. Hiermee zet de dalende trend van de afgelopen jaren zich voort.

Onderwijs is belangrijk. Ieder kind in Nederland heeft vanaf zijn of haar vijfde levensjaar het recht én de plicht om een bepaalde periode van zijn leven dagonderwijs te volgen. Het geeft kinderen een basis om later zelfstandig te kunnen functioneren in de samenleving en op de arbeidsmarkt. Op school doen ze de kennis en vaardigheden op om later hun plek in de maatschappij te verwerven. Daarom is onderwijs een grondrecht van alle inwoners van Nederland. Op 1 januari 2009 waren er in Oldenzaal 5032 leerplichtige leerlingen. De leerplichtambtenaren en de RMC-coördinator hebben een maatschappelijke zorgtaak om verzuim en voortijdig schooluitval tegen te gaan.

Leerplicht en RMC jaarverslag

Het jaarverslag heeft als doel een reëel beeld te geven van alles wat zich op het terrein van leerplicht en RMC afspeelt. Hierbij dient men te denken aan de omvang van het verzuim, het aantal voortijdig schoolverlaters en de behaalde resultaten na bemiddeling door de leerplichtambtenaar-RMC coördinator. Daarnaast worden een aantal acties en maatregelen toegelicht die een bijdrage hebben geleverd inzake de aanpak van het schoolverzuim en het terugdringen van het aantal voortijdig schoolverlaters.

Oorzaken

De daling van het aantal gemelde voortijdig schoolverlaters heeft zich in het schooljaar 2008-2009 verder voortgezet (51) ten opzichte van het schooljaar 2007-2008 (57).
Mede ten gevolge van een aantal landelijke en regionale maatregelen en de intensieve samenwerking met lokale en regionale partners zijn we in staat gebleken om deze ontwikkeling verder voort te zetten.