en kwetsbaarheid
22 april 2010
Grootschalig onderzoek door TNO
Bedrijfsleven onderschat logistieke risico's en kwetsbaarheid
Als Nederland een vooraanstaand logistiek land wenst te blijven, zullen
logistieke bedrijven meer moeten doen aan de robuustheid van hun
logistieke diensten en prestaties. Het onvermogen van bedrijven om de
baten van risicomanagement in geld uit te drukken, de sterke focus op
efficiency en de huiverigheid van bedrijven om gevoelige informatie
over kwetsbaarheden te delen vormen hierbij de grootste obstakels. Dit
blijkt uit grootschalig onderzoek van TNO.
In januari en februari 2010 onderzocht TNO de risico's, verstoringen en
kwetsbaarheden in logistieke ketens. Het onderzoek betrof de periode
2008-2009 en werd afgerond vlak voordat de IJslandse vulkaan zijn
aswolken uitstootte, en (vracht)vliegtuigen noodgedwongen aan de grond
moesten blijven. Om de logistieke diensten en prestaties op voldoende
niveau te houden, zullen bedrijven de handen ineen moeten slaan om te
investeren in risicomanagement.
Meer dan 330 in Nederland gevestigde bedrijven werkten aan het
onderzoek mee. Het werd uitgevoerd in samenwerking met de Universiteit
van Tilburg, verladersorganisatie EVO en de brancheorganisatie
Transport en Logistiek Nederland (TLN).
Meest voorkomende verstoringen
De meest voorkomende verstoring was de plotselinge daling van de
marktvraag. Ruim 60 procent van de respondenten had hiermee te maken.
Sterke daling leidt tot overcapaciteit en hoge voorraden (hoge kosten).
Soms vertoonde de vraag een stijging. Dit leidt tot gebrek aan
capaciteit en voorraden (lage service). De economische crisis heeft
zeker een rol gespeeld, al blijkt uit eerder onderzoek dat sterke
vraagverandering ook in andere periodes een probleem vormt voor de
logistieke planning en uitvoering.
Verladers (producenten en handelsbedrijven) hadden daarnaast vooral te
maken met kwaliteitsproblemen bij leveranciers of gebrekkige logistieke
prestaties van leveranciers. Logistieke dienstverleners en vervoerders
kampten vooral met de gevolgen van strenge weersomstandigheden zoals
die in december 2009. Overlast door natuurgeweld, zoals de IJslandse
vulkaanuitbarsting, overstromingen, orkanen en aardbevingen, kwam
weinig voor en staat niet in de top 10 van meest voorkomende
verstoringen.
Het vermoeden bestaat dat de maatschappij in de toekomst vaker met
natuurgeweld te maken krijgt. Het verdient naar de mening van TNO
sterke aanbeveling om de aard en omvang van de mogelijke gevolgen
hiervan tijdig in kaart te laten brengen, zodat overheid en
bedrijfsleven in voorkomende gevallen adequaat kunnen reageren.
Meest ernstige verstoringen
Verstoringen door natuurgeweld staan wel in de top 10 (op nummer 7) als
het gaat om de ernst van verstoringen. Dit geeft aan dat een dergelijke
zeldzame verstoring toch veel invloed heeft op het Nederlandse
bedrijfsleven. Verladers hebben er beduidend meer last van dan
logistieke dienstverleners en vervoerders. Dit komt waarschijnlijk
doordat verladers veel vaker wereldwijd actief zijn en goederen
uitwisselen met bedrijven in gebieden waar vaker natuurrampen
plaatsvinden.
Op nummer 1 in de top 10 van meest ernstige verstoringen staat
faillissement van een klant; dit betreft zowel verladers als
vervoerders. Faillissement leidt tot krimp van toekomstige orders
terwijl openstaande facturen (waarvoor alle leveringen al zijn verricht
en logistieke kosten zijn gemaakt) niet meer worden voldaan. Verladers
beschouwden ook de gebrekkige logistieke prestaties van leveranciers
als verstoring met ernstige gevolgen. De meest ernstige verstoringen
leiden vooral tot hogere kosten (op 1), lagere omzet (op 2) en langere
levertijden (op 3).
Oorzaken
Op de vraag waar de verstoringen vandaan komen antwoordt 75 procent van
de respondenten dat die vooral ontstaan in de logistieke keten bij
klanten, leveranciers en dienstverleners. Dus niet bij het eigen
bedrijf (dat vindt slechts 12,5 procent). De overige 12,5 procent ziet
de `omgeving' als bron van verstoringen. Daaronder valt naast
natuurgeweld in IJsland bijvoorbeeld ook regelgeving of politieke
instabiliteit in landen waar producten worden ingekocht.
Het grootste risico voor toekomstige verstoringen met logistieke
gevolgen is de toenemende afhankelijkheid van ICT-systemen, meent 60
procent van de respondenten. Dit is geen verrassend percentage, gezien
de enorme vlucht in het gebruik van ERP-systemen en speciale logistieke
softwarepakketten en de koppeling met internet en mobiele communicatie.
Het betekent dat ICT dubbel moet worden uitgevoerd, of dat snel moet
kunnen worden overgeschakeld op handmatige activiteiten. Dit wordt
versterkt door de toenemende afhankelijkheid van elektriciteit. Ruim 45
procent van de respondenten (nummer 7 in de top 10 van belangrijkste
risico's in de toekomst) ziet dit als groot risico.
Veel betaalbare mogelijkheden om kwetsbaarheid te verkleinen
Logistieke dienstverleners en vervoerders hebben een aanzienlijk hoger
niveau van kwetsbaarheid dan verladers. Dat blijkt uit de Supply Chain
Vulnerability Index (SCVI) die TNO berekende. Vooral de toenemende
onderlinge concurrentie en de vraagonzekerheid in de markt verklaren
het verschil. Daarnaast zijn de complexiteit van de logistieke keten en
de druk op efficiency veroorzakers van een hogere indexwaarde.
De respondenten werd tevens gevraagd hoe goed hun eigen bedrijf is
voorbereid op verstoringen in de logistieke keten. Bedrijven geven
zichzelf gemiddeld een 6,9 als rapportcijfer. Met adequaat
risicomanagement kunnen bedrijven de schade van verstoringen beperken
en sneller herstellen. Slechts de helft van de respondenten is daarmee
bezig, terwijl TNO veel betaalbare mogelijkheden ziet om bedrijven
weerbaarder te maken tegen verstoringen en dus de veerkracht te
vergroten.
Maatregelen
De maatregelen die zowel verladers als vervoerders toepassen zijn
vooral `overvloed'-gerelateerd. Denk aan het aanleggen van
buffervoorraden, het bewust aanhouden van meerdere leveranciers voor
kritische producten en het afsluiten van verzekeringspolissen. Vooral
op kortere termijn leiden dergelijke maatregelen tot hogere kosten of
lagere efficiency. Maatregelen op het vlak van flexibiliteit,
transparantie en ketensamenwerking komen in mindere mate voor. Deze
maatregelen bieden oplossingen bij nieuwe verstoringen, maar kunnen ook
nuttig zijn in tijden van relatieve rust. Daarmee snijdt het mes aan
twee kanten en is de investering eerder te rechtvaardigen.
De belangrijkste belemmeringen om goed risicomanagement in te voeren
zijn het onvermogen van bedrijven om de baten van risicomanagement in
geld uit te drukken (op 1), de sterke focus op efficiency (op 2) en -
ondanks alle inspanningen om te komen tot geïntegreerde logistieke
ketens - de huiverigheid van bedrijven om gevoelige informatie over
kwetsbaarheden te delen (op 3). Dat is zorgelijk, zeker omdat Nederland
een vooraanstaand logistiek land wenst te blijven. Daarbij hoort een
goede continuïteit van logistieke diensten en prestaties.
Het onderzoek past in het jarenlange onderzoek naar risico's in
logistieke ketens met de titel `Resilient Supply Chains' (veerkrachtige
logistieke ketens), dat wordt uitgevoerd door TNO.
bericht 2010-19
TNO