Gerechtshof Arnhem


Tussenarrest gerechtshof Arnhem in de zaak Sneep

In de zaken tegen een zestal verdachten in de zgn. zaak Sneep (1), waarin aan verdachten onder meer mensenhandel ten laste is gelegd, is het gerechtshof op 8 april 2010 niet toegekomen aan het begin van de geplande inhoudelijke behandeling van de zaken, maar heeft het hof op 22 april 2010 een tussenarrest gewezen.

Daarvoor zijn verschillende redenen en oorzaken aan te wijzen. Allereerst is gebleken dat, ondanks de inspanningen van (met name) de rechter-commissaris te Almelo en de raadsheren-commissaris van het gerechtshof, door onder meer logistieke problemen niet alle getuigen konden worden gehoord. Een aantal verhoren (onder meer in het buitenland) zal nog moeten plaats vinden. Een van de getuigen die opnieuw moet worden gehoord betreft de medeverdachte Saban B. die zich op dit moment in detentie in Turkije bevindt. In een van de arresten van 22 april wordt hierop uitvoerig ingegaan.

Een tweede reden voor het uitstellen van de inhoudelijke behandeling was gelegen in de omstandigheid dat de advocaten-generaal vanwege de vele ontwikkelingen in de zaak zich nog niet in staat achtten te requireren in de zaken tegen deze zes verdachten.

In het tussenarrest heeft het gerechtshof verder onder meer beslist op de vordering van het openbaar ministerie tot voeging van een bundel processen-verbaal van getuigenverhoren, opgemaakt in wat in de wandelgangen Sneep 2 is gaan heten. Deze zaak betreft een groot aantal verdachten die deel zouden hebben uitgemaakt van de criminele organisaties, waartoe de zes verdachten uit de zaak Sneep (1) ook zouden hebben behoord. Deze zaak is op dit moment in eerste aanleg aanhangig bij de rechtbank Utrecht, nevenzittingslocatie Almelo.

Het hof heeft, alle betrokken belangen in aanmerking genomen, geoordeeld dat voeging in dit late stadium van de procedure in strijd is met beginselen van goede procesorde en de vordering van het openbaar ministerie om die reden afgewezen. De belangrijkste argumenten daarvoor zijn dat voeging de procedure te erg zou vertragen (doordat tal van nadere onderzoekshandelingen dan hoogstwaarschijnlijk zouden moeten worden uitgevoerd), dat de belangen van onder meer de getuigen bij voeging in het gedrang zou komen en dat de stukken eerder had den kunnen en moeten worden aangeboden.

Onderwerp van discussie is op 8 april 2010 ook geweest het aanwezigheidsrecht van de verdachte Saban B. in verband met de inhoudelijke behandeling van zijn zaak te zijner tijd. Het hof heeft hierover nog geen beslissing kunnen nemen, nu een en ander onder meer afhankelijk is van de opstelling in deze van de Turkse autoriteiten en die van Saban B. zelf en nog niet duidelijk is hoe die opstellingen zijn. Op 25 mei 2010 zal de behandeling van de zaken in Sneep (1) worden hervat met een zogenaamde regiezitting, waarin met name deze kwestie aan de orde zal komen.

Het hof heeft de bedoeling om in de maanden oktober tot en met december 2010 de zaken tegen deze zes verdachten inhoudelijk te behandelen en in december 2010 eindarrest te wijzen.

LJ Nummers

BM1851
BM1856

Zie het origineel
Bron: Gerechtshof Arnhem Datum actualiteit: 22 april 2010 Naar boven