Kamervragen couperen van honden
22 april 2010 - kamerstuk
Kamerbrief waarin de minister ingaat op Kamervragen over de handhaving
van het verbod op het couperen van oren en starten van honden. Er is
geen verbod op het bezit van honden met gecoupeerde staart of oren.
Geachte Voorzitter,
Hierbij stuur ik u, mede namens de minister van Justitie, de antwoorden op de
vragen van het lid Ouwehand (PvdD) betreffende de handhaving van het verbod
op het couperen van honden.
1
Kent u de berichtgeving in het Noordhollands Dagblad waarin verhaald wordt over
de handel in pups waarvan oren en/of staart zijn gecoupeerd? ')
Ja.
2
Hoe beoordeelt u de analyse van dierenartsen dat er uit Polen en andere (Oost-
Europese) landen pitbullpups op bestelling worden gekocht, gecoupeerd en
vervolgens in Nederland verkocht?
3
Heeft u zicht op de handelsstromen die door deze dierenarts worden geschetst?
Zo nee, waarom niet?
Mij bereiken inderdaad signalen dat dit in de praktijk gebeurt. De schaal waarop
dit voorkomt, is vanwege het vrij verkeer van goederen binnen de EU en het
vervoer van honden tussen de lidstaten niet eenvoudig in beeld te brengen.
') Noordhollands Dagblad, 12 februari 2010: "Lobby tegen gecoupeerde oren" en
"Sluitend bewijs couperen heel lastig"
4, 6 en 7
Kunt u bevestigen dat er in Nederland honden als boxers, rottweilers en
dobbermannpinchers rondlopen met gecoupeerde staart en/of oren? Zo ja, hoe
verhoudt dit zich tot het in Nederland geldende verbod op het couperen van oren
en staarten van honden? Zo nee, waar baseert u dat op?
Welke inzet heeft u tot nu toe gepleegd om het Nederlandse coupeerverbod te
handhaven ten aanzien van de handel in honden die in het buitenland worden
gecoupeerd?
Deelt u de mening dat het onwenselijk is om de mogelijkheid open te laten in
Nederland een gecoupeerde hond aan te schaffen terwijl in ons land een verbod
geldt op het couperen van oren en staarten van honden? Zo ja, bent u bereid de
mogelijkheden te onderzoeken het bezit van gecoupeerde honden in principe
strafbaar te stellen?
Op grond van artikel 40 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren is het
verrichten van ingrepen waarvoor geen diergeneeskundige noodzaak bestaat
verboden, behoudens de bij dat artikel aangewezen ingrepen. Op grond van
artikel 41, derde lid, is het verboden om dieren waarbij een verboden ingreep
heeft plaatsgevonden, te kopen en te verkopen.
Desondanks kunnen er inderdaad gecoupeerde honden in Nederland rondlopen.
Een particulier kan een hond in het buitenland gekocht hebben. Het is voor een
particulier niet verboden om een gecoupeerde hond in zijn bezit te hebben. De
reden dat er niet voor is gekozen het bezit van gecoupeerde honden strafbaar te
stellen, houdt verband met het feit dat dit een overtreding zou opleveren,
waaraan door de overtreder, al zou hij dat willen, niet zo maar een eind zou
kunnen worden gemaakt. Daarvoor zou hij zijn hond óf moeten verkopen -
hetgeen onder die omstandigheden welhaast onmogelijk zou zijn - óf moeten
doden. Dit laatste is uiteraard niet de bedoeling van het coupeerverbod.
Het is in Nederland niet verboden om een in het buitenland rechtmatig gecoupeerde
hond te verkopen, aan te bieden, te kopen of tentoon te stellen. Een dergelijk
verbod zou in strijd zijn met het gemeenschapsrecht. Voor een uiteenzetting van
de juridische achtergrond verwijs ik naar een uitspraak het College van beroep
voor het bedrijfsleven van 26 juni 2002 (LJN: AE4672) over dit onderwerp.
Ik vind het treurig en onwenselijk dat mensen puur omwille van het uiterlijk van
de hond bereid zijn dieren in het buitenland een dergelijke welzijnsonvriendelijke
ingreep te laten ondergaan. Zoals hiervoor uiteengezet, is deze handelswijze
echter niet altijd strafbaar.
5
Op welke wijze wordt het Nederlandse coupeerverbod gehandhaafd? Kunt u
uiteenzetten hoe vaak sinds de inwerkingtreding van het verbod overtredingen
zijn geconstateerd en hoe vaak overtreding ook heeft geleid tot beboeting of
andere sanctionering Is het waar dat ook na een proces-verbaal van de Algemene
Inspectiedienst (AID) een boete meestal uitblijft, en wat is uw oordeel daarover?
In het kader van onder andere controles op de naleving van het Honden- en
kattenbesluit, wordt tevens bekeken of de dieren geen verboden ingrepen hebben
ondergaan. Indien overtredingen worden geconstateerd, wordt hier tegen
opgetreden.
Uit gegevens van het OM blijkt dat er de afgelopen 5 jaar gemiddeld 12
processen-verbaal per jaar zijn opgemaakt voor overtredingen van artikel
40 en 41 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren. In een meerderheid
van de gevallen waarin een proces-verbaal is opgemaakt, wordt gedagvaard. De
politierechter legt in ongeveer de helft van de gevallen een sanctie op.
8
Kunt u uiteenzetten of op Nederlandse hondenshows gecoupeerde honden worden
getoond? Zo ja, hoe verhoudt dat zich tot het Nederlandse coupeerverbod en op
welke wijze wilt u hier een einde aan maken?
De Raad van Beheer op kynologisch gebied (RvB) heeft voor de door haar erkende
tentoonstellingen een reglement op basis waarvan deelname van aan de oren
gecoupeerde honden verboden is, voor alle honden die na een bepaalde datum
zijn geboren. Van de RvB heb ik vernomen dat op door hen erkende tentoonstellingen
bij uitzondering een gecoupeerde staart wordt gezien bij buitenlandse
honden.
Voor de vraag hoe zich dit verhoudt tot het Nederlandse coupeerverbod, verwijs ik
naar mijn antwoorden op vraag 4, 6 en 7.
9
Kunt u een overzicht geven van de tot nu toe geboekte resultaten ten aanzien van
de uitvoering van de Motie-Ouwehand 2) over maatregelen tegen de malafide
hondenhandel? Welke plaats heeft de handel in gecoupeerde honden hierin?
Zoals aangegeven bij vraag 5 wordt het toezicht op het verbod op couperen
meegenomen in het kader van controles van onder andere het Honden- en
kattenbesluit.
Voor de uitvoering van de motie Ouwehand verwijs ik u naar de lijst van vragen
en antwoorden over de eerste voortgangsrapportage over de Nota Dierenwelzijn
en de Nationale Agenda Diergezondheid (Kamerstukken II, 2008-2009, 28 286,
nr. 287) en mijn beantwoording van Kamervragen van 16 november (aanhangsel
handelingen II, 2009-2010, nr. 658).
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
F) Kamerstuk 28 286, nr. 192
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit