Raad van State


donderdag 22 april 2010
10.00 uur
Zitting over de vaststelling door de gemeenteraad van Baarle-Nassau van het bestemmingsplan 'Omlegging provinciale weg Baarle'. Het gaat om de N260. De weg wordt omgelegd om de kern van Baarle te ontlasten en komt ten oosten daarvan te liggen. Een aantal omwonenden en een pompstationhouder komen tegen het bestemmingsplan in beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De pompstationhouder vreest voor verlies aan klandizie door de omlegging en wil graag langs de nieuwe weg een pompstation vestigen. Het bestemmingsplan staat dat niet toe. De omwonenden klagen onder meer over geluidsoverlast, verslechtering van de luchtkwaliteit en aantasting van flora en fauna in de omgeving. De zitting gaat ook over de hogere geluidswaarden die het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant heeft vastgesteld voor een aantal woningen in de buurt van de nieuwe weg. Een omwonende vreest voor geluidsoverlast. Verder vindt hij dat maatregelen getroffen moeten worden aan zijn woning om de geluidsoverlast te beperken. (zaaknummers 200904297/1 en 200905887/1)

10.00 uur

Zitting over de boete die de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op grond van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav) heeft opgelegd aan Het Financieele Dagblad. De minister heeft dat gedaan, omdat de Arbeidsinspectie heeft geconstateerd dat in totaal 39 vreemdelingen van verschillende nationaliteiten als krantenbezorger van het FD aan het werk waren, zonder dat zij beschikten over tewerkstellingsvergunningen. De minister heeft het FD een boete van EUR 312.000 opgelegd. Het dagblad ging tegen de boete in beroep bij de rechtbank in Amsterdam. Die oordeelde in september 2009 dat de minister de boete niet had mogen opleggen, omdat de distributie van het dagblad niet tot de kernactiviteiten van het FD behoorde. Het FD kon daarom niet als werkgever van de dagbladbezorgers worden aangemerkt, aldus de rechtbank. Verder heeft de rechtbank bepaald dat een aparte schadevergoedingsprocedure moet worden gestart, omdat de behandeling van de zaak door de minister en door de rechtbank ruim drie jaar heeft geduurd. De minister is het niet eens met de uitspraak van de rechtbank en komt daartegen in hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Volgens hem is het FD wél werkgever van de dagbladbezorgers. (zaaknummer 200908558/1)
Zitting over het besluit van de burgemeester van Hof van Twente om een tijdelijk huisverbod op te leggen aan een inwoner van de stad. Het gaat om een huisverbod van tien dagen. De burgemeester heeft het huisverbod opgelegd om de ernstige dreiging van geweld voor zijn partner en twee kinderen weg te nemen. De rechtbank in Almelo heeft in oktober 2009 een eerder beroep van de man gedeeltelijk gegrond verklaard. Volgens de rechtbank was er voor het einde van die tien dagen aanleiding het huisverbod op te heffen. De echtgenote van de man stond inmiddels op een ander adres ingeschreven en er ligt een echtscheidingsverzoek, aldus de rechtbank. De burgemeester is het niet eens met de uitspraak van de rechtbank. Volgens hem had de rechtbank het huisverbod niet eerder mogen beëindigen dan die tien dagen. Verder bestond er volgens hem nog steeds kans op escalatie, onder meer omdat de man nog geen hulp had aanvaard. Daarom komt de burgemeester in hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. (zaaknummer 200908934/1)
(Deze zaken zijn op 21 april 2010 alsnog ingetrokken) Zitting over de vaststelling en terugvordering van de subsidie die het College voor zorgverzekeringen (Cvz) in 2008 aan de stichting Dr. Frans Wong heeft toegekend. Het gaat om subsidie voor een abortuskliniek. Het Cvz heeft aan de kliniek een subsidie verleend van ruim EUR 900.000. Het Cvz heeft ongeveer EUR 165.000 teruggevorderd, omdat hij vindt dat de kliniek geen recht heeft huurvergoeding, maar alleen op vergoeding van de zogenoemde eigenaarslasten. Op basis van de subsidieregeling komt de kliniek niet voor vergoeding van de huur in aanmerking, omdat de verhuurder van het pand waarin de kliniek is gevestigd zich ook bezig houdt met abortus. De kliniek is het niet eens met de terugvordering, omdat de verhuurder zich weliswaar ook bezighoudt met abortus, maar niet in samenwerking met hem. De zitting gaat ook over de subsidievoorschotten die het Cvz voor de maanden januari en februari 2010 aan de kliniek heeft toegekend. Aan die voorschotten heeft het Cvz de voorwaarde verbonden dat de kliniek de voorschotten moet terugbetalen als uiteindelijk blijkt dat de kliniek toch geen recht heeft op subsidie. De kliniek gaat ervan uit dat hij wel recht heeft op volledige subsidie. Verder vindt hij de voorschotten te laag. Het gaat om EUR 127.000 en EUR 59.000. Ten slotte gaat de zitting over de herziening van de voorschotten die het Cvz voor de maanden januari tot en met april 2010 aan de kliniek heeft toegekend. Het gaat om een bedrag van EUR 400.000. Het Cvz heeft de voorschotten herzien naar aanleiding van het herstelplan dat de kliniek heeft ingediend. De kliniek wil daarmee aantonen dat hij wel recht heeft op subsidie. Verder vindt hij de voorschotten te laag. (zaaknummers 201003393/1, 201003398/1 en 201003399/1)