Aanwijzingsbesluit ra ull/slu
openbare versie
Ons kenmerk: OPTA/AM/2010/201302
Zaaknummer: 10.0188.23
Besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit op grond
van artikel 6a.2 van de Telecommunicatiewet en op grond van artikel 6a.9, vierde lid, van de
Telecommunicatiewet inhoudende het geven van een aanwijzing aan Koninklijke KPN N.V. ter
zake van het referentieaanbiedingen ULL en SLU.
Inhoudsopgave
1 Samenvatting ................................................................................................................................... 3
2 Verloop van de procedure .............................................................................................................. 3
3 Wettelijk kader ................................................................................................................................. 5
4 Informatieproducten ....................................................................................................................... 7
4.1 IG-traject ................................................................................................................................... 7
4.2 Beoordeling van de zienswijzen van marktpartijen ................................................................ 11
4.2.1 Zienswijzen 4 december 2009 ............................................................................................ 11
4.2.2 Zienswijzen 11 maart 2010 ................................................................................................. 12
4.3 Aanwijzing
............................................................................................................................... 13
5 Service Level Agreements en boetes
.......................................................................................... 14
5.1 Beoordeling zienswijzen van marktpartijen ............................................................................ 14
5.1.1 Zienswijzen 4 december 2009 ............................................................................................ 14
5.1.2 Zienswijzen 11 maart 2010 ................................................................................................. 15
5.2 Aanwijzing
............................................................................................................................... 16
6 KPI-rapportages ............................................................................................................................ 17
6.1 Beoordeling van de zienswijzen van marktpartijen ................................................................ 18
6.1.1 Zienswijzen 4 december 2009 ............................................................................................ 18
6.1.2 Zienswijzen 11 maart 2010 ................................................................................................. 19
6.2 Aanwijzing
............................................................................................................................... 20
7 Verticaal geïntegreerde serviceorganisatie van KPN ................................................................ 20
7.1 Beoordeling van de zienswijzen van marktpartijen ................................................................ 21
7.1.1 Zienswijzen 4 december 2009 ............................................................................................ 21
7.1.2 Zienswijzen 11 maart 2010 ................................................................................................. 22
7.2 Aanwijzing
............................................................................................................................... 22
8 Overige onderwerpen ................................................................................................................... 22
8.1.1 Zienswijzen 4 december 2009 ............................................................................................ 22
8.1.2 Zienswijzen 11 maart 2010 ................................................................................................. 23
1
AANWIJZINGSBESLUIT RA ULL/SLU
OPENBARE VERSIE
9 Dictum ............................................................................................................................................ 24
Bijlage: Afspraken tussen KPN en marktpartijen................................................................................ 1
2
AANWIJZINGSBESLUIT RA ULL/SLU
OPENBARE VERSIE
1 Samenvatting
1. Op grond van het marktanalysebesluit Ontbundelde toegang1 (hierna: marktanalysebesluit ULL)
is KPN verplicht om een referentieaanbod bekend te maken en regelmatig bij te werken. Na de
vernietiging van het marktanalysebesluit ULL heeft het CBb deze verplichting met betrekking tot MDF-,
SDF- en ODF-(FttH)-access voor KPN in stand gelaten. KPN heeft de betreffende
referentieaanbieding op haar website gepubliceerd. Het college heeft de referentieaanbiedingen
ontbundelde toegang beoordeeld en geeft in dit besluit weer op welke punten het referentieaanbod
aangepast dient te worden.
2. Om tot een marktgedragen referentieaanbod te komen organiseert het college Industry Group
(hierna: IG) bijeenkomsten. In deze bijeenkomsten discussiëren de marktpartijen, KPN en OPTA over
de inhoud van het referentieaanbod. Uitgangspunt is dat marktpartijen het onderling eens worden over
de diverse onderdelen van het referentieaanbod. Indien marktpartijen er onderling niet uit kunnen
komen dan kunnen marktpartijen aan het college aangeven dat er sprake is van een "disagree". Het
college zal een dergelijk "disagree" vervolgens meenemen in zijn beoordeling of het referentieaanbod
een juiste invulling geeft aan de verplichtingen uit het marktbesluit. Op de onderdelen waarop het
college oordeelt dat het referentieaanbod niet voldoet aan het marktbesluit kan het college besluiten tot
het nemen van een aanwijzingsbesluit.
3. In dit besluit geeft het college aan KPN een aanwijzing met betrekking tot verschillende
onderwerpen uit het referentieaanbod. Het gaat hierbij om de referentieaanbiedingen ten aanzien van
ontbundelde toegang tot KPN's koperen aansluitnetwerk op zowel het niveau van de hoofdverdeler
(local loop unbundling, hierna ook ULL) als op het niveau van het subnetwerk (subloop unbundling,
hierna ook SLU). Deze referentieaanbiedingen zijn besproken in werkgroep 3 van de IG ULL.
4. Het college geeft KPN, met betrekking tot de in het vorige randnummer opgenomen onderwerp,
op grond van artikelen 6a.2 en 6a.9, vierde lid, van de Telecommunicatiewet en dictumonderdeel x van
het marktanalysebesluit ULL een aanwijzing om uiterlijk 10 werkdagen na dagtekening van dit besluit
haar referentieaanbod, conform de in dit besluit opgenomen aanwijzingen en de hierbij als bijlage
opgenomen "agrees", aan te passen.
2 Verloop van de procedure
5. Op 19 december 2008 heeft het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie
Autoriteit (hierna: het college) het marktanalysebesluit ULL genomen.
6. In dit marktanalysebesluit is aan Koninklijke KPN N.V., haar groepsmaatschappijen als bedoeld
1 Besluit met kenmerk OPTA/AM/2008/202719 betreffende het opleggen van verplichtingen voor ondernemingen die beschikken
over een aanmerkelijke marktmacht als bedoeld in hoofdstuk 6A van de Telecommunicatiewet.
3
AANWIJZINGSBESLUIT RA ULL/SLU
OPENBARE VERSIE
in artikel 24b Boek 2 Burgerlijk Wetboek, alsmede Reggefiber Group B.V., waarin KPN N.V.
gezamenlijke zeggenschap heeft (hierna: KPN) op grond van artikelen 6a.2 en 6a.9 van de
Telecommunicatiewet (hierna: Tw) de verplichting opgelegd om binnen 30 dagen na bekendmaking
van genoemd marktanalysebesluit een referentieaanbod met betrekking tot ontbundelde toegang
(hierna: RA ULL) tot het aansluitnetwerk van KPN en bijbehorende faciliteiten bekend te maken en
regelmatig bij te werken2.
7. Bij uitspraak van 28 oktober 2009 van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (hierna: het
CBb) is het marktanalysebesluit ULL vernietigd. Voorts heeft het CBb bij wijze van voorlopige
voorziening ten aanzien van de aan KPN bij het vernietigde besluit opgelegde verplichtingen voor
zover zij betrekking hebben op MDF-, SDF- en ODF-(FttH)-access bepaald dat deze in stand dienen te
blijven tot zes maanden na de uitspraak of zoveel eerder als OPTA een nieuw besluit heeft genomen.
8. KPN heeft bij brief van 6 februari 2009 (kenmerk WOPC/2009/001) aangegeven dat de reeds op
haar website gepubliceerde referentieaanbiedingen ULL en SLU invulling geven aan deze verplichting.
Deze enkele mededeling was voor het college niet voldoende om te kunnen beoordelen of sprake was
van marktgedragen referentieaanbiedingen die voldoen aan de opgelegde verplichtingen.
9. Om te komen tot een voor alle marktpartijen werkbaar referentieaanbod, waarin alle relevante
onderdelen met betrekking tot de in de marktanalysebesluiten van december 2008 opgenomen
verplichtingen zijn opgenomen, heeft het college Industry Group (hierna: IG) bijeenkomsten
georganiseerd. In deze bijeenkomsten bespreken de marktpartijen met KPN en in aanwezigheid van
OPTA - op hoofdlijnen - de onderdelen van het RA ULL waarover nog geen overeenstemming is
bereikt3.
10. In het kader van de referentieaanbiedingen WEAS en WBA hebben eveneens IG bijeenkomsten
plaatsgevonden. Bij deze referentieaanbiedingen spelen enkele zogenaamde horizontale issues:
issues die voor alle referentieaanbiedingen op vergelijkbare wijze door het college zullen worden
beoordeeld.
11. Bij de beoordeling is het college uitgegaan van het op 30 januari 2009 gepubliceerde RA ULL,
aangevuld met:
- onderwerpen waarover marktpartijen, tijdens de IG, tot overeenstemming zijn gekomen
("agree");
- onderwerpen waarover marktpartijen, tijdens de IG, niet tot overeenstemming zijn gekomen
("disagree"); en
12. Vanuit dat startpunt is het college overgegaan tot een verdere beoordeling.
2 Zie dictumonderdeel x van het marktanalysebesluit ULL
3 Voorafgaand aan een Industry Group bespreken de marktpartijen in werkgroepen de onderdelen van het RA met KPN op een
gedetailleerder niveau. In de Industry Group wordt vervolgens melding gemaakt van de vorderingen die gemaakt zijn in de
onderhandelingen.
4
AANWIJZINGSBESLUIT RA ULL/SLU
OPENBARE VERSIE
13. Op 23 november 2009 heeft het college een voornemen tot aanwijzingsbesluit RA ULL/SLU
uitgebracht.
14. Naar aanleiding van het voornemen tot aanwijzingsbesluit heeft KPN bij brief van
4 december 2009 een reactie ingediend. Bij brief van 4 december 2009 heeft BBned eveneens
gereageerd op het voornemen tot aanwijzingsbesluit. Ook BOT heeft op 4 december 2009 een reactie
gegeven op het voornemen van het college.
15. Naar aanleiding van de reacties heeft het college aanleiding gezien om het aanwijzingsbesluit
met betrekking tot enkele onderwerpen aan te vullen of te wijzigen. Dit heeft geleid tot een nieuw
voornemen tot aanwijzingsbesluit RA ULL/SLU op 18 februari 2010.
16. Naar aanleiding van het tweede voornemen tot aanwijzingsbesluit hebben KPN en BOT bij brief
van 11 maart 2010 een reactie ingediend.
Opzet van het aanwijzingsbesluit
17. Het college zal in dit besluit het proces in de IG beschrijven. Daarbij geeft het college ook aan
ten aanzien van welke onderwerpen hij een informeel advies heeft gegeven. Voorts zal het college een
reactie geven op de door partijen ingebrachte zienswijzen. Het college sluit ieder onderwerp af met de
verplichtingen voor KPN met betrekking tot dat onderwerp.
18. Het college benadrukt hierbij dat uit het feit dat onderwerpen niet in dit besluit worden behandeld
niet mag worden afgeleid dat dit onderwerp niet alsnog in een later stadium in een aanwijzingsbesluit
met betrekking tot het RA ULL of SLU wordt opgenomen.
3 Wettelijk kader
Telecommunicatiewet, Marktanalysebesluit ULL, Uitspraak CBb
19. Op grond van artikel 6a.2 van de Telecommunicatiewet dient het college van de Onafhankelijke
Post en Telecommunicatie Autoriteit de relevante markten af te bakenen, vast te stellen of deze
markten daadwerkelijk concurrerend zijn en, als dat niet het geval is, de ondernemingen aan te wijzen
die op de relevante markten over een aanmerkelijke marktmacht beschikken en aan hen de nodige
verplichtingen op te leggen.
20. Op 19 december 2008 heeft het college het marktanalysebesluit ULL genomen. In dit besluit zijn
Koninklijke KPN N.V., haar groepsmaatschappijen als bedoeld in artikel 24b Boek 2 Burgerlijk
Wetboek, alsmede Reggefiber Group B.V., waarin KPN N.V. gezamenlijke zeggenschap heeft, voor
zover zij actief zijn als aanbieder van openbare elektronische communicatienetwerken, bijbehorende
faciliteiten of elektronische communicatiediensten op de markt voor ontbundelde toegang,
aangewezen als onderneming als bedoeld in artikel 6a.2, eerste lid, van de Tw4. Gelet op het
ontbreken van daadwerkelijke concurrentie op de markt voor ontbundelde toegang en de AMM-positie
4 Zie randnummer 853 opgenomen in het dictum van het marktanalysebesluit ULL
5
AANWIJZINGSBESLUIT RA ULL/SLU
OPENBARE VERSIE
van KPN op deze markt, heeft het college aan KPN verplichtingen opgelegd.
21. Bij uitspraak van 28 oktober 2009 van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (hierna: het
CBb) is het marktanalysebesluit ULL vernietigd. Voorts heeft het CBb bij wijze van voorlopige
voorziening ten aanzien van de aan KPN bij het vernietigde besluit opgelegde verplichtingen voor
zover zij betrekking hebben op MDF-, SDF- en ODF-(FttH)-access bepaald dat deze in stand dienen te
blijven tot zes maanden na de uitspraak of zoveel eerder als OPTA een nieuw besluit heeft genomen.
De op KPN rustende verplichtingen
22. KPN dient op grond van artikel 6a.2 van de Tw jo. artikel 6a.6, eerste lid, van de Tw te voldoen
aan redelijke verzoeken om ontbundelde toegang tot netwerkinfrastructuur op wholesale-niveau op
een vaste locatie en bijbehorende faciliteiten5. Aan deze verplichting heeft het college tevens
voorschriften6 betreffende billijkheid, redelijkheid en opportuniteit verbonden.
23. KPN dient op grond van artikel 6a.2 van de Tw jo. artikel 6a.8 van de Tw ontbundelde toegang
tot netwerkinfrastructuur op wholesale-niveau op een vaste locatie en bijbehorende diensten en
faciliteiten onder gelijke omstandigheden onder gelijke voorwaarden te verlenen. Deze verplichting
houdt tevens in dat KPN gelijke voorwaarden toepast bij levering aan externen als die welke onder
gelijke omstandigheden gelden voor haarzelf, haar dochtermaatschappijen of haar
partnerondernemingen. De verplichting heeft betrekking op alle voorwaarden en derhalve ook op
tariefvoorwaarden7. Een uitwerking en precisering van genoemde voorwaarden dient KPN op te nemen
in haar referentieaanbod8.
24. KPN dient op grond van artikel 6a.2 jo. artikel 6a.9, tweede lid, van de Tw, diensten en
bijbehorende faciliteiten die KPN levert in het kader van de toegangsverplichting op grond van
artikel 6a.6, eerste lid, van de Tw op te nemen in een referentieaanbod. KPN dient dit referentieaanbod
vier weken na inwerkingtreding van dit besluit bekend te maken en regelmatig bij te werken9.
Referentieaanbod, informeel advies en mogelijkheid tot het geven van een aanwijzing
25. Indien marktpartijen gedurende het onderhandelingsproces om te komen tot een marktgedragen
referentieaanbod niet met KPN tot overeenstemming kunnen komen, kunnen marktpartijen het college
verzoeken om een informeel advies af te geven. In een informeel advies geeft het college zijn
zienswijze over een bepaald onderdeel van het RA ULL waar marktpartijen geen overeenstemming
kunnen bereiken. Het informeel advies is bedoeld om richting te geven aan de onderhandelingen
tussen marktpartijen met als doel om deze onderhandelingen (opnieuw) op gang te brengen en
zodoende een eventuele aanwijzing van het college te voorkomen.
5 Zie voor een overzicht en de uitwerking: dictum onderdeel i - iii van het marktanalysebesluit ULL
6 Zie voor een overzicht en de uitwerking: dictum onderdeel iii van het marktanalysebesluit ULL
7 Zie voor een overzicht en de uitwerking: dictum onderdeel iv - viii van het marktanalysebesluit ULL
8 Zie hierover tevens paragraaf 11.5.1 van het marktanalysebesluit ULL
9 Zie voor een overzicht en de uitwerking: dictum onderdeel x-xi van het marktanalysebesluit ULL
6
AANWIJZINGSBESLUIT RA ULL/SLU
OPENBARE VERSIE
26. Met het afgeven van het informeel advies wordt geen handeling beoogd die is gericht op
rechtsgevolg; het informeel advies is slechts bedoeld als stimulans (sturingsmiddel) voor de
onderhandelingen in het kader van het RA ULL en SLU. Het informeel advies is dan ook geen besluit
in de zin van artikel 1:3 van de Algemene Wet Bestuursrecht.
27. Op grond van artikel 6a.9 lid 4 Tw kan het college, indien het college van oordeel is dat het
referentieaanbod niet in overeenstemming is met de op grond van hoofdstuk 6a Tw opgelegde
verplichtingen, aan KPN een aanwijzingen geven met betrekking tot de aan te brengen wijzigingen.
4 Informatieproducten
28. Afnemers van MDF en SDF-access diensten kunnen met behulp van informatieproducten
relevante gegevens van klanten (bijvoorbeeld adresgegevens) vooraf verifiëren alvorens zij een order
voor het leveren van een dienst op een specifiek adres bij KPN indienen. Marktpartijen kunnen
daardoor orders correct inleggen (dit zijn dan zogenaamde "clean orders") en hun orderprocessen
efficiënt inrichten. Dit is in het belang van de eindgebruiker.
29. In zowel de referentieaanbieding ULL als SLU zijn informatieproducten opgenomen. Het betreft
hier respectievelijk de MDF Informatie Producten (hierna: MIP) en de SDF Informatie Producten
(hierna: xIP). In beide referentieaanbiedingen gelden individuele quota voor marktpartijen ten aanzien
van het gebruik van de meest relevante informatiediensten. KPN bepaalt de hoogte van deze quota
aan de hand van het aantal ingelegde orders van de betreffende partij in de voorafgaande maand.
Zodra de limiet wordt bereikt, heeft de wholesaleklant geen toegang meer tot informatiesystemen. KPN
verruimt in de praktijk deze individuele quota wel op aanvraag, maar er blijft een initiële
gebruiksbeperking op zitten10.
4.1 IG-traject
30. Het onderwerp informatieproducten is tijdens de IG besprekingen aan de orde geweest, waarbij
marktpartijen zich op de volgende standpunten hebben gesteld:
i) Alle relevante informatie ten aanzien van ontbundelde aansluitnetten dient op
individueel orderniveau en zonder (financiële) restricties beschikbaar gesteld dient te
worden;
ii) Voor de huidige limieten op het aantal maandelijks uit te voeren validaties bestaat
geen objectieve rechtvaardiging;
iii) Van enig misbruik van het informatieproduct van KPN is de afgelopen jaren geen
sprake geweest en dit is voor de toekomst ook niet te verwachten. Partijen zien niet in
10 Voor Wholesale-afnemers blijft het aantal uit te voeren validaties afhankelijk van het hoogste aantal orders in de voorgaande
12 maanden.
7
AANWIJZINGSBESLUIT RA ULL/SLU
OPENBARE VERSIE
op welke manier misbruik van deze dienst zou kunnen worden gemaakt, zeker nu elke
informatieaanvraag 0,57 kost;
iv) De marktpartijen pleiten voor een verbod op de huidige individuele quota die voor hen
gelden en die door KPN vooraf aan hen worden opgelegd op basis van orderaantallen
in het verleden gerealiseerd. De redelijke verhouding tussen het aantal orders die
marktpartijen binnenkrijgen en het aantal MIP-aanvragen bij KPN is niet iets dat door
de marktpartijen kan worden beheerst, aangezien de vraag om MIP-informatie immers
gedreven wordt vanuit de eindgebruiker die overweegt een product af te nemen bij een
marktpartij. De eindgebruiker vraagt informatie aan bij een marktpartij die vervolgens
de informatie weer moet aanvragen bij KPN middels een MIP-opvraag. Hoe vaak de
consument een informatieverzoek doet en bij hoeveel marktpartijen en of dit
uiteindelijk leidt tot een order is aan die eindgebruiker.
31. In plaats van de huidige quota stellen marktpartijen voor om een Fair-Use-Policy te introduceren.
In deze Fair-Use-Policy kunnen voldoende mogelijkheden voor KPN worden opgenomen om achteraf
op excessief gebruik te controleren en hiertegen op te treden; dit zou voldoende moeten zijn om
(vermeend) misbruik tegen te gaan. Op 17 juni 2009 hebben markpartijen KPN verzocht een concreet
voorstel hieromtrent op te nemen in de roadmap.
32. KPN heeft steeds haar standpunt gehandhaafd dat de huidige MIP-afspraken reeds gebaseerd
zijn op een Fair-Use-Policy (redelijke verhouding tussen aantal orders en MIP-aanvragen). Informatie
is beschikbaar maar er zullen altijd gebruiksdrempels blijven ter voorkoming van gebruik voor
marketingdoeleinden. Ook geeft KPN aan dat de informatie niet gratis verstrekt wordt.
Informeel advies College
33. Het college heeft in de IG van 24 september 2009 het volgende informeel advies uitgebracht:
i) Goede informatieproducten zijn van belang in het kader van de leverbetrouwbaarheid
van de dienst;
ii) Het is de verantwoordelijkheid van KPN om eventuele capaciteitsproblemen op te
lossen;
iii) Wholesaleklanten mogen in het gebruik van informatieproducten niet onnodig
belemmerd worden;
iv) Het huidige systeem met een individuele cap verenigt zich niet met het non-
discriminatie principe;
v) Een Fair-Use-Policy acht OPTA redelijk, zolang de hoogte hiervan geen onredelijke
gebruikersbeperkingen oplevert.
Reacties op informeel advies
34. KPN heeft op 1 oktober 2009, per e-mail, haar reactie gegeven op het informeel advies. Deze
reactie komt op de volgende drie hoofdlijnen neer:
8
AANWIJZINGSBESLUIT RA ULL/SLU
OPENBARE VERSIE
i) KPN wil voorkomen dat marktpartijen misbruik maken van de informatiedienst.
Hieronder verstaat KPN bijvoorbeeld marketingacties richting specifieke (groepen)
eindgebruikers. Een informatiedienst mag alleen gebruikt worden voor het valideren
van orders. Daarom wordt het aantal informatie-aanvragen gekoppeld aan het aantal
orders per partij;
ii) KPN dient te voldoen aan haar wettelijke verplichting de privacy van haar klanten te
waarborgen. Beperkingen in het gebruik van informatieproducten voorkomen dat
misbruik van de dienst en schending van privacy in de hand gewerkt worden;
iii) KPN wil voorkomen dat door overbelasting de informatieproducten minder goed of niet
meer te gebruiken zijn voor andere afnemers. De belasting van de systemen dient
daarom beperkt te worden tot "normaal" gebruik.
35. KPN meent dat deze doelen niet gehandhaafd kunnen worden met een Fair-Use-Policy zoals
marktpartijen deze wensen. KPN wijst erop dat in het huidige quotasysteem marktpartijen
gewaarschuwd worden als ze 75% van hun limiet bereikt hebben. KPN geeft aan dat op verzoek
verruiming altijd binnen korte tijd mogelijk is. KPN staat hiermee in feite al op het standpunt een vorm
van Fair-Use-Policy te hanteren.
36. Naar aanleiding hiervan hebben marktpartijen, bij monde van Tele2 op 2 oktober 2009, aan het
college gevraagd wat nu de volgende stap is. Tele2 heeft hierbij namens marktpartijen benadrukt te
hechten aan een snelle invoering van een Fair-Use-Policy in plaats van quota.
37. Vervolgens heeft OPTA aan KPN informeel voorgesteld om een pilot te doen gedurende welke
de MIP-diensten geraadpleegd kunnen worden zonder quota. Na afloop van de pilotperiode zou dan
geëvalueerd kunnen worden of er sprake is van een onverantwoorde toename van aanvragen of
nadelige neveneffecten. In reactie hierop geeft KPN op 9 oktober 2009, per e-mail, aan dat een
dergelijke experiment onverantwoord is omdat de extra of andere belasting van de systemen de
stabiliteit van de dienst in gevaar kan brengen. KPN heeft hier echter geen onderbouwing voor
geleverd.
38. Bij monde van Tele2 geven de marktpartijen in reactie hierop aan dat de productmanager MIP
van KPN recentelijk en desgevraagd aangegeven heeft dat een verzesvoudiging van het gebruik geen
invloed heeft op de performance en responsetijd van het systeem van KPN. Daarnaast benadrukken
marktpartijen dat zij kosten betalen voor gebruik van MIP-diensten op basis van gebruik. Als er sprake
zou zijn van een verhoging van het gebruik van MIP-diensten, zoals KPN meent, zou dat ook hogere
kosten met zich meebrengen voor marktpartijen. Partijen hebben tenslotte aangegeven dat definitief
sprake is van een `disagree' en hebben OPTA verzocht tot het geven van een aanwijzing.
39. Het college is van mening dat zowel KPN (als aanbieder) als wholesale-afnemers belang
hebben bij goede informatieproducten als ondersteuning bij het afnemen van toegang, omdat deze
informatieproducten bijdragen aan een hoog clean-order percentage. Dit is tevens in het belang van de
eindgebruiker omdat orderprocessen hiermee efficiënter ingericht kunnen worden.
40. Om te kunnen voldoen aan de gezamenlijke informatiebehoefte van de markt (inclusief KPN
9
AANWIJZINGSBESLUIT RA ULL/SLU
OPENBARE VERSIE
zelf) dient KPN te zorgen voor voldoende capaciteit in haar IT-systemen. Wholesale-afnemers mogen
niet onnodig belemmerd worden in hun mogelijkheden om van een informatiedienst gebruik te maken.
Het huidige systeem met een individuele cap voor wholesale-afnemers gebaseerd op het hoogste
aantal maandelijkse orders in de afgelopen 12 maanden werpt een onredelijke gebruikersbeperking op
en is discriminatoir. Het leidt namelijk tot verschillen tussen marktpartijen onderling en tussen
marktpartijen en KPN zonder dat hiervoor een objectieve rechtvaardiging is. KPN dient deze quota te
vervangen door een marktbrede Fair-Use-Policy, welke geen onredelijke gebruikersbeperkingen kent.
41. Op grond van KPN's reactie van 1 oktober 2009 concludeert het college dat er blijkbaar nu al
door KPN een proces wordt gehanteerd dat inhoudt dat op verzoek van MDF-afnemers, de
(toegekende) capaciteit eenvoudig verhoogd kan worden. Klaarblijkelijk is ook nu al aanzienlijk meer
capaciteit beschikbaar dan initieel in quota aan marktpartijen gegund wordt. Het college ziet geen
reden op grond waarvan deze kunstmatige capaciteitsbeperkingen te rechtvaardigen zijn. Het college
kwalificeert deze beperkingen als een vorm van strategisch productontwerp.
42. Het college acht het redelijk dat wanneer blijkt dat één of meer marktpartijen significant en
structureel zonder objectieve rechtvaardiging een groter gebruik maakt van informatieproducten dan
het marktgemiddelde (inclusief KPN) dat de betreffende marktpartij beperkingen opgelegd krijgt.
Daarom acht het college toelaatbaar dat KPN regels ter voorkoming van hiervoor bedoeld misbruik
opneemt in het RA ULL en SLU. Deze regels kunnen bijvoorbeeld volumebeperkingen inhouden voor
een individuele partij gedurende bepaalde tijd. Het college wijst er overigens op dat de kosten die
marktpartijen in rekening gebracht krijgen voor regulier gebruik van informatieproducten, afhankelijk
zijn van het gebruik door de betreffende partij. In de kostentoerekening zit dus al een incentive voor
marktpartijen om geen misbruik van de informatieproducten te maken. Het college meent dat hiermee
in voldoende mate tegemoet gekomen wordt aan KPN's bezwaren ten aanzien van overmatig gebruik
van informatieproducten (bijvoorbeeld de door KPN aangehaalde marketingacties) en
privacyschending van eindgebruikers.
43. Op grond van bovenstaande beoordeling concludeert het college dat het RA ULL/SLU, zoals
gepubliceerd op 30 januari 2009, niet geheel in overeenstemming is met de aan KPN opgelegde
verplichtingen, gegeven dat de in het RA-ULL opgenomen informatieproducten niet voorzien in
toegang voor wholesale-afnemers zonder onredelijke belemmeringen. KPN voldoet niet aan:
- De verplichting om toegang te bieden tot operationele ondersteuningssystemen of
vergelijkbare software systemen die nodig zijn om oneerlijke concurrentie bij het aanbieden
van elektronische communicatiediensten te waarborgen11;
- Het voorschrift geen gebruiksbeperkingen op te leggen indien daarvoor geen objectiveerbare
redenen zijn12;
11 Zie dictumonderdeel ii (b) derde gedachtestreepje van het marktanalysebesluit ULL
12 Zie dictumonderdeel iii (f) van het marktanalysebesluit ULL
10
AANWIJZINGSBESLUIT RA ULL/SLU
OPENBARE VERSIE
- Het voorschrift de aangeboden dienst niet strategisch te ontwerpen13;
- De gestelde vereisten aan de inhoud van het referentieaanbod14.
44. Daarnaast voldoet KPN, zonder een aangepast aanbod voor de bedoelde informatieproducten,
niet aan de haar opgelegde non-discriminatieverplichting15.
45. Ten overvloede merkt het college nog op dat inhoudelijke issues met betrekking tot tarieven van
informatieproducten tot het WPC-traject behoren.
4.2 Beoordeling van de zienswijzen van marktpartijen
4.2.1 Zienswijzen 4 december 2009
46. KPN is van mening dat een marktbrede Fair-Use-Policy geen rekening houdt met de
gerechtvaardigde belangen van KPN en de bescherming van persoonsgegevens van de klanten van
KPN, alsmede risico's meebrengt voor de systemen van KPN en daarmee voor de beschikbaarheid
van de informatieproducten voor de hele markt. Voorts stelt KPN dat deze verplichting niet voldoet aan
het vereiste van passendheid. KPN heeft in zijn zienswijze wel aangegeven de individuele quota niet
meer te zullen baseren op het aantal ingediende orders in de afgelopen maand, maar op basis van het
grootste aantal orders dat in een van de twaalf voorafgaande kalendermaanden is ingediend.
47. Het college is van oordeel dat het voorstel van KPN om de wijze waarop het individuele
quotum wordt bepaald te wijzigen, tegemoet komt aan een deel van de bezwaren die tegen het gebruik
van het quotasysteem bestaan. Het college is echter van oordeel dat dit voorstel niet ver genoeg gaat.
Zoals het college reeds heeft aangegeven hebben zowel KPN als wholesale-afnemers belang bij
goede informatieproducten als ondersteuning bij het afnemen van toegang, omdat deze
informatieproducten bijdragen aan een hoog clean-order percentage. Het college is van oordeel dat
wholesale-afnemers niet onnodig belemmerd mogen worden in hun mogelijkheden om van een
informatiedienst gebruik te maken. Een systeem met een individuele cap voor wholesale-afnemers
leidt echter tot verschillen tussen marktpartijen onderling en tussen marktpartijen en KPN zonder dat
hiervoor een objectieve rechtvaardiging is. Een Fair-Use-Policy neemt deze verschillen, voor zover hier
geen objectieve rechtvaardiging voor is weg.
48. Het college onderkent het belang van KPN dat de verstrekte informatie slechts beschikbaar
wordt gesteld ter validatie van orders. Dit probleem wordt, aldus het college, ondervangen doordat de
kosten voor het gebruik van informatieproducten een incentive zijn om daar geen misbruik van te
maken. Voorts bestaat er de mogelijkheid om marktpartijen die excessief gebruik maken
informatieproducten beperkingen op te leggen.
13 Zie dictumonderdeel iii (j) van het marktanalysebesluit ULL
14 Zie dictumonderdeel x van het marktanalysebesluit ULL
15 Zie dictumonderdeel iv van het marktanalysebesluit ULL
11
AANWIJZINGSBESLUIT RA ULL/SLU
OPENBARE VERSIE
49. Met betrekking tot de stelling van KPN dat de toepassing van een Fair-Use-Policy zich niet
verhoudt met de verplichting van KPN tot bescherming van de persoonsgegevens van haar klanten
merkt het college het volgende op. In het huidige quotasysteem verstrekt KPN reeds
persoonsgegevens van haar klanten ten behoeve van de validatie van orders aan wholesale-afnemers.
De invoering van een Fair-Use-Policy zal de verstrekking van persoonsgegevens van de klanten van
KPN niet wezenlijk veranderen. Gelet op hetgeen in randnummer 43 van dit besluit is overwogen
bestaat er naar oordeel van het college geen grond om aan te nemen dat een Fair-Use-Policy zou
leiden tot meer oneigenlijk gebruik van informatieproducten en daarmee tot meer oneigenlijk gebruik
van de door KPN verstrekte persoonsgegevens van haar klanten.
50. Het college ziet voorts niet in dat de systemen van KPN en daarmee de beschikbaarheid van
informatieproducten voor de gehele markt in gevaar zullen komen bij de toepassing van een
Fair-Use-Policy. KPN biedt Wholesale-afnemers immers al de mogelijkheid om de aan hen toegekende
capaciteit te verhogen. Voorts voorziet de aanwijzing van het college in de mogelijkheid om
marktpartijen die significant en structureel zonder objectieve rechtvaardiging meer gebruik maken van
informatieproducten dan het marktgemiddelde (inclusief KPN) beperkingen op te leggen. De
combinatie van de Fair-Use-Policy met de mogelijkheid om misbruik van informatieproducten tegen te
gaan acht het college derhalve een passende verplichting.
51. BOT stelt dat KPN verplicht dient te worden in haar referentieaanbod op te nemen dat
alternatieve aanbieders rechtstreekse toegang dienen te hebben tot het informatiesysteem "Kanvas".
52. Met betrekking tot de toegang tot het informatiesysteem "Kanvas" overweegt het college het
volgende. De toegang tot informatiesystemen heeft als primair doel het plaatsen van individuele
orders. Naast de benodigde informatie om te komen tot het beoordelen van een order bevatten de
informatiesystemen van KPN (klant)informatie die voor andere doeleinden kan worden ingezet. In dit
verband acht het college integrale toegang tot "Kanvas", in plaats van de huidige toegang op basis van
aanvragen, niet redelijk. Het college ziet dan ook geen aanleiding om op dit punt een aanwijzing te
geven.
4.2.2 Zienswijzen 11 maart 2010
53. KPN wijst op het risico op misbruik bij het hanteren van een Fair-Use-Policy. In dit kader merkt
KPN op dat de kosten van informatieproducten van KPN niet hoog genoeg zijn om een incentive te
vormen tegen misbruik. KPN wijst er hierbij op dat de prijzen die in de markt voor dergelijke gegevens
betaald moeten worden beduidend hoger (wel zo'n tien keer) liggen.
54. KPN merkt verder op dat de mogelijkheid voor KPN om achteraf beperkingen op te leggen bij
gebleken misbruik KPN een onmogelijke bewijslast oplegt. Bovendien is dan het kwaad al geschied.
55. Het college is van mening dat het hier niet gaat om de vraag of het tarief dat KPN mag rekenen
voor informatieproducten wel of niet in voldoende mate alle incentives tegen misbruik wegneemt. Waar
het om gaat is dat toegang tot informatieproducten een gereguleerde dienst is waartoe KPN geen
onredelijke gebruiksbeperkingen mag opleggen zonder objectieve rechtvaardiging. Dit betekent dat
12
AANWIJZINGSBESLUIT RA ULL/SLU
OPENBARE VERSIE
KPN alleen bij gebleken misbruik achteraf gebruiksbeperkingen op kan leggen. Het argument van KPN
dat zij hiermee volgens eigen zeggen met een welhaast onmogelijke bewijslast wordt opgezadeld,
doet aan deze verplichting niets af.
56. KPN geeft aan dat afnemers nu al de mogelijkheid hebben om de aan hun toegekende
capaciteit te verhogen. Per geval bekijkt KPN vervolgens of dit verzoek wel, niet of niet volledig
gehonoreerd kan worden of dat daarmee de beschikbaarheid van informatieproducten voor de hele
markt in gevaar komt. Met deze aanwijzing ontzegt het college KPN deze mogelijkheid.
57. Het college merkt op dat hij met deze aanwijzing inderdaad KPN de mogelijkheid ontzegt om
per geval te beoordelen of uitbreiding van de toegekende capaciteit wel, niet of niet volledig
gehonoreerd kan worden. Deze mogelijkheid werpt namelijk op voorhand een onredelijke
gebruiksbeperking op. KPN dient te zorgen voor voldoende capaciteit in haar IT-systemen. Wholesale-
afnemers mogen niet onnodig belemmerd worden in hun mogelijkheden om van een informatiedienst
gebruik te maken.
58. KPN merkt op dat het met de huidige hardware en software niet mogelijk is om de
schaalbaarheid van het TIE platform te bepalen. Het TIE platform is de verbinding van alle
noodzakelijke KPN systemen voor ordering en levering, storingsmeldingen en validatie richting de
wholesaleafnemers.
59. Het college merkt op dat KPN heeft aangegeven dat zij op dit moment bezig is met een
verbetertraject van TIE. KPN bespreekt dit met marktpartijen in het FIST. Het college gaat er vanuit dat
dit verbetertraject er toe leidt dat de beschikbaarheid en betrouwbaarheid van het TIE platform op een
dusdanig niveau komt dat KPN daarmee kan voldoen aan haar verplichting tot het leveren van een
acceptabele kwaliteit van informatieproducten zonder dat hier een onredelijke gebruiksbeperking op
zit.
60. BOT is van mening dat voor zover OPTA van mening is dat rechtstreekse integrale toegang tot
KANVAS voor wholesale afnemers geen redelijk verzoek is, OPTA KPN tenminste zou moeten
verplichten tot het leveren van een superMIP-dienst.
61. Het college heeft in het kader van de toegangsverplichting aan KPN de verplichting opgelegd
om toegang te bieden tot operationele ondersteuningssystemen. Hieronder vallen ook
informatieproducten. Het is vervolgens aan KPN om hier in het kader van haar referentieaanbod
invulling aan te geven. KPN doet dit op dit moment via MIP. Het staat marktpartijen uiteraard vrij om in
overleg met KPN tot een nieuwe informatiedienst, zoals superMIP, te komen. Het college acht het
echter niet redelijk KPN hiertoe middels een aanwijzing te verplichten nu KPN door het bieden van MIP
invulling geeft aan de aan haar opgelegde verplichting.
4.3 Aanwijzing
62. Het college geeft KPN op grond van artikel 6a.2 en artikel 6a.9, vierde lid, van de
Telecommunicatiewet en dictumonderdelen ii, iii, iv, vi en x van het marktanalysebesluit ULL de
13
AANWIJZINGSBESLUIT RA ULL/SLU
OPENBARE VERSIE
volgende aanwijzingen.
63. KPN dient in het RA ULL/SLU op te nemen dat de capaciteit van de informatieproducten zo
nodig wordt aangepast aan de marktvraag, zonder dat daaraan voorafgaand een beperking ten
grondslag ligt.
64. KPN dient in het RA ULL/SLU een marktbrede Fair-Use-Policy op te nemen met betrekking tot
de informatieproducten voor de MDF/SDF-dienst (de zogenaamde MIP/xIP-diensten); deze Fair-Use-
Policy komt in de plaats voor de thans door KPN gebruikte individuele quota vooraf.
65. KPN mag in het RA ULL/SLU opnemen dat, in geval van gebleken misbruik door individuele
marktpartijen, beperkingen kunnen worden opgelegd aan de betreffende individuele partij(en).
5 Service Level Agreements en boetes
66. KPN heeft in haar referentieaanbod met betrekking tot de daarin genoemde diensten service
levels opgenomen. Aan deze service levels heeft zij boetes gekoppeld voor het geval dat de
desbetreffende dienstverlening niet aan deze kwaliteitsparameters voldoet. BBned heeft naar
aanleiding van het voornemen tot aanwijzingsbesluit op 4 december 2009 enkele opmerkingen
gemaakt met betrekking tot deze SLA's en boetes. In het onderstaande zal het college hier nader op
ingaan.
5.1 Beoordeling zienswijzen van marktpartijen
5.1.1 Zienswijzen 4 december 2009
67. BBned verzoekt het college KPN een termijn op te leggen waarbinnen KPN de issues waarover
een agree is bereikt, dient op te lossen. In dit kader verwijst BBned naar het aanwijzingsbesluit WEAS.
68. Het college ziet geen aanleiding om naast de verplichting uit randnummer 4, dat KPN het
referentieaanbod uiterlijk 10 dagen na dagtekening van dit besluit moet aanpassen, nadere
verplichtingen op te leggen met betrekking tot de termijn wanneer een `agree' geïmplementeerd dient
te zijn. De termijnen die in het aanwijzingsbesluit WEAS zijn gesteld komen voort uit het feit dat WEAS
een nieuwe dienst is, waarbij het college het noodzakelijk acht dat de verhoging van de SLA tot
minimaal het niveau van de legacydienst in een duidelijk tijdspad is neergelegd. Met een bestaande
dienst als ULL/SLU gaat het college er vanuit dat KPN de `agrees' zo spoedig mogelijk implementeert
in haar dienstverlening.
69. BBned heeft te kennen gegeven dat KPN de bestaande KPI's voor haar dienstverlening niet
nakomt. Zij ziet het verhogen van de boetes als gerechtvaardigde maatregel om KPN te stimuleren tot
betere prestaties.
70. Het college is van oordeel dat de boete dusdanig hoog moet zijn dat deze in voldoende mate de
minimum kwaliteit van de dienstverlening garandeert. Om dit beter te kunnen monitoren geeft het
14
AANWIJZINGSBESLUIT RA ULL/SLU
OPENBARE VERSIE
college KPN een aanwijzing inzake de publicatie van KPI-rapportages (zie volgende paragraaf). Het
college merkt in aanvulling op dat als BBned van mening is dat KPN bepaalde verplichtingen niet
naleeft BBned hierover een geschil in kan dienen.
71. BBned stelt dat KPN weigert garanties af te geven op de beschikbaarheid van voor externe
afnemers kritische online applicaties. Tevens merkt zij op dat de beschikbaarheid van deze diensten
momenteel ver onder de maat is.
72. Het college is van oordeel dat KPN in ieder geval een minimum kwaliteit dient te garanderen
aan de hand van service niveaus. Dit houdt in het hanteren van expliciete kwaliteitsparameters inzake
de te verstrekken diensten, een resultaatverplichting voor de minimum service niveaus en een hieraan
gekoppeld boetebeding in geval van niet-nakoming van de gestelde kwaliteitsniveaus.
73. Het college acht goede informatieproducten in het belang van de leverbetrouwbaarheid van de
dienst. Het college acht het derhalve noodzakelijk om op dit punt KPN te verplichten haar
referentieaanbod aan te passen. Concreet gaat het om het opnemen van ontbrekende SLA's, KPI's en
bijbehorend boetebeding op informatieproducten (MIP en xIP-diensten).
5.1.2 Zienswijzen 11 maart 2010
74. BOT pleit ervoor dat OPTA een implementatietermijn van maximaal drie maanden oplegt voor
de `agrees'.
75. Het college ziet geen aanleiding om naast de verplichting uit randnummer 4, dat KPN het
referentieaanbod uiterlijk 10 dagen na dagtekening van dit besluit moet aanpassen, nadere
verplichtingen op te leggen met betrekking tot de termijn wanneer een `agree' geïmplementeerd dient
te zijn (zie ook randnummer 68).
76. BOT is van mening dat alleen een aanwijzing aan KPN inzake het opnemen van relevante
SLA's en KPI's inzake informatieproducten (MIP en xIP-diensten) niet voldoende is. Volgens BOT dient
KPN SLA's, KPI's en boetes te hanteren voor alle kritische applicaties waaronder TIE en Service Web.
TIE betreft de verbinding tussen KANVAS viewer en de wholesale afnemers op basis waarvan partijen
MIP-diensten afnemen.
77. KPN verwijst tevens naar het verbetertraject dat nu loopt rondom het TIE platform. KPN geeft
aan dat dit er toe zal leiden dat de beschikbaarheid van TIE substantieel zal verbeteren. KPN wil hier
graag haar prioriteiten leggen en op dit moment geen KPI ten aanzien van TIE opnemen in haar
referentieaanbod. KPN merkt op dat mocht over één of twee jaar blijken dat de verbeteringen niet tot
het gewenste resultaat hebben geleid eventueel overwogen zou kunnen worden dit alsnog te doen.
78. Het college merkt op dat TIE het achterliggende platform is voor de systemen ten behoeve van
ordering en levering, storingsmeldingen en validatie richting de wholesaleafnemers. MIP/XiP is de
informatiedienst die gebruik maakt van dit platform. Het college richt zijn aanwijzing op het opnemen
van relevante SLA, KPI's en boetes op de MIP/xIP dienst die KPN aan marktpartijen levert, omdat het
15
AANWIJZINGSBESLUIT RA ULL/SLU
OPENBARE VERSIE
van belang is dat de `output' aan marktpartijen van voldoende kwaliteit is. De wijze waarop KPN via
haar interne systemen (TIE) deze kwaliteit waarborgt is daarbij van ondergeschikt belang. Het college
acht het derhalve niet noodzakelijk om KPN te verplichten relevante SLA's, KPI's en boetes op te
nemen ten aanzien van TIE. KPN kan bij de vormgeving van de SLA, KPI's en boetes op de MIP/xIP
dienst aansluiten bij de resultaten uit het verbetertraject van TIE.
79. BOT merkt op dat de huidige boeteregeling KPN onvoldoende stimuleert om de MDF-
dienstverlening op acceptabel niveau te brengen. Volgens BOT gaat het met name om KPI 5 (het
percentage first time right van alle orders), welke belangrijk is in het kader van het halen van de
overstapnorm16. BOT verzoekt het college om in de aanwijzing zelfstandig de hoogte van de boete
vast te stellen of in de aanwijzing op te nemen dat KPN een voorstel zal doen voor aanpassing van de
boete en dat OPTA zal beoordelen bij welke hoogte de boete geacht kan worden in voldoende mate de
minimum kwaliteit van de dienstverlening te garanderen.
80. Het college ziet dit moment geen aanleiding om KPN een aanwijzing te geven inzake de
aanpassing van de hoogte van de boete bij KPI 5. Op basis van de op dit moment beschikbare
informatie is het niet evident dat de hoogte van de boete te laag is om een incentive te vormen de
afgesproken norm te halen. Het college acht het in het belang van alle partijen, inclusief KPN, om zich
in te blijven spannen verdere performance verbeteringen door te voeren. Het college roept partijen ook
op hier met elkaar over in gesprek te blijven in het FIST. Indien uit de KPI-rapportage (zie volgende
paragraaf) blijkt dat BOT partijen structureel lager presteren dan de markt als geheel kan dit een
aanwijzing vormen dat KPN zichzelf een betere kwaliteit levert dan concurrenten.
81. BOT merkt op dat een uitspraak in een geschil geen adequate oplossing is voor het door BOT
gesignaleerde probleem van een te lage boete, omdat een dergelijke uitspraak van het college alleen
werking heeft tussen partijen.
82. Het college merkt op dat, hoewel een uitspraak in een geschil in beginsel tussen de bij het
geschil betrokken partijen geldt, deze via het non-discriminatieprincipe marktbreed zal doorwerken.
KPN is immers op basis van het non-discriminatiebeginsel gehouden om haar diensten, ook met
betrekking tot de kwaliteitsaspecten, non-discriminatoir aan marktpartijen aan te bieden.
5.2 Aanwijzing
83. Op grond van art. 6.a9 lid 4 Tw en dictumonderdeel iii, iv, vi, en x van het marktanalysebesluit
ULL geeft het college KPN de aanwijzing om in het RA ULL/SLU de volgende punten op te nemen.
84. KPN dient een voorstel te doen voor het in haar RA ULL/SLU opnemen van relevante SLA's en
KPI's met betrekking tot informatieproducten (MIP en xIP-diensten). Tevens dient zij haar
boeteregeling zodanig aan te passen dat zij een boete verschuldigd is in geval van niet-nakoming van
de gestelde kwaliteitsniveaus.
16 Op basis daarvan dienen partijen er voor te zorgen dat consumenten zonder problemen in 95% van de gevallen in één keer
kunnen overstappen op de afgesproken dag met een dienstonderbreking van maximaal 24 uur.
16
AANWIJZINGSBESLUIT RA ULL/SLU
OPENBARE VERSIE
6 KPI-rapportages
85. Het college heeft in de bijlage van het voornemen tot aanwijzingsbesluit ULL/SLU van 23
november 2009 een lijst opgenomen met onderwerpen waar marktpartijen het over eens zijn (agrees).
Eén van deze onderwerpen was het opnemen van een KPI-rapportage die aan wholesale-afnemers
zowel de performance van de gehele markt als de werkelijke performance van de desbetreffende
marktpartij rapporteert. Het college baseerde deze `agree' op het verslag van de IG ULL (WG 3:
MDF/SDF) van 24 september 2009.
86. Naar aanleiding van het voornemen tot aanwijzingsbesluit heeft KPN op 4 december 2009
aangegeven dat daarin ten onrechte is weergegeven dat overeenstemming bestaat over het in het RA
opnemen van een KPI-rapportage die aan wholesale-afnemers de performance van de gehele markt
rapporteert.
87. Het college stelt vast dat het issue met betrekking tot het opleveren van een marktbrede
KPI-rapportage volgens KPN ten onrechte is aangemerkt als `agree'. In het navolgende zal het college
dit issue alsnog als `disagree' beoordelen.
88. Onderdeel van de dienstverlening van KPN is een rapportage over de werkelijke realisatie van
de KPI's voor de afgesproken SLA's. Het college dient te beoordelen welke inhoud deze rapportages
dienen te hebben.
89. De non-discriminatieverplichting verplicht KPN diensten onder gelijke omstandigheden tegen
gelijke voorwaarden te leveren. Het doel hiervan is dat partijen onderling op basis van dezelfde
omstandigheden op de markt actief kunnen zijn (level playing field).
90. Een belangrijke voorwaarde om te kunnen spreken van een gelijk speelveld is dat
wholesale-afnemers ook een gelijk kwaliteitsniveau geleverd krijgen als KPN, haar
dochtermaatschappijen of haar partnerondernemingen. De volgende kwaliteitsaspecten zijn daarbij in
ieder geval van belang:
- de beschikbaarheid van de diensten en netwerken;
- de onderhoudsperioden;
- de hersteltijden in geval van storingen;
- het proces van ordering en levering;
- het proces van aankondiging van nieuwe of gewijzigde diensten;
- het proces van informatieverstrekking.
91. Het college acht een rapportage over de kwaliteitsaspecten een belangrijk instrument in het
kader van de non-discriminatieverplichting. Deze rapportage dient dan de informatie te bevatten
waarmee wholesale-afnemers in staat zijn, voor wat betreft de kwaliteitsaspecten, op een level playing
field te concurreren. Dat is naar het oordeel van het college het geval als de rapportage informatie
bevat over alle relevante kwaliteitsparameters per productgroep en dat deze informatie wordt verstrekt
voor de totale hoeveelheid (marktbreed) en per marktpartij (individueel).
17
AANWIJZINGSBESLUIT RA ULL/SLU
OPENBARE VERSIE
92. Deze totale set aan informatie is voor afnemers relevant bij het uitbrengen van offertes op de
downstreammarkt. Als een partij informatie ontvangt over alleen de eigen afname is een partij niet
goed in staat een juiste inschatting te maken voor de aan eindgebruikers te garanderen service levels.
Immers de eigen performance kan afwijken van het marktgemiddelde. Weliswaar kent het
referentieaanbod SLA's, maar deze hoeven niet altijd overeen te komen met de werkelijke realisatie.
Voor een wholesale-afnemer is in het kader van offertes in eerste instantie de werkelijke realisatie op
wholesale-niveau van belang.
93. Daarnaast acht het college het belangrijk dat marktpartijen zelf in staat zijn om vast te stellen of
sprake is van een level playing field en derhalve te beoordelen in hoeverre de aan hen geleverde
performance afwijkt van het marktgemiddelde. Het college acht het niet passend KPN te verplichten
het college een dergelijke rapportage te geven. Het college acht het wel passend als KPN
marktpartijen een dergelijke rapportage verstrekt. Het college is namelijk van oordeel dat het primair
aan marktpartijen is om te bepalen of sprake is van een non-discriminatoire levering. Marktpartijen
dienen daarom, naar oordeel van het college, een rapportage te ontvangen die hen daartoe in staat
stelt.
94. Op grond van bovenstaande overwegingen oordeelt het college dat KPN aan
wholesale-afnemers zowel de werkelijke performance van de gehele markt alsmede de werkelijke
performance van de desbetreffende marktpartij dient te rapporten. Deze rapportage dient naar het
oordeel van het college alle elementen te bevatten waarvoor een service level is afgesproken. KPN
dient het leveren van een dergelijke rapportage in het referentieaanbod op te nemen.
95. Het college acht een rapportage met maandgegevens voldoende. Het college acht het in lijn met
andere aanwijzingsbesluiten voldoende als deze rapportage eens per kwartaal wordt verstrekt.
6.1 Beoordeling van de zienswijzen van marktpartijen
6.1.1 Zienswijzen 4 december 2009
96. BBned wijst erop dat het aanwijzingsbesluit RA WEAS voor KPN de verplichting bevat om
marktgemiddelden van alle overeengekomen KPI's periodiek te delen met haar wholesale-afnemers.
Zij pleit er dan ook voor om een dergelijke verplichting eveneens in het onderhavige aanwijzingsbesluit
op te leggen.
97. Het college acht het van belang dat marktpartijen zelfstandig in staat zijn om vast te stellen of
sprake is van een level playing field. In het kader van zijn toezichtstaken zal het college evenwel,
indien hiertoe aanleiding bestaat, KPN verzoeken de werkelijke performance van de gehele markt te
rapporteren aan het college.
98. Het college acht het gelet op hetgeen in de aanwijzingbesluiten WEAS en WBT hierover is
opgenomen - passend de periodiciteit van de KPI-rapportage nader te specificeren. Naar het oordeel
van het college is een periodiciteit van eens per kwartaal redelijk. Het college merkt hierbij op dat
hoewel de rapportage op kwartaalbasis dient te worden aangeleverd de verslaglegging van de
18
AANWIJZINGSBESLUIT RA ULL/SLU
OPENBARE VERSIE
performance op de verschillende service levels op maandbasis dient plaats te vinden.
6.1.2 Zienswijzen 11 maart 2010
99. Volgens KPN kan uit de tekst van het dictum niet worden opgemaakt dat de verplichting behalve
een individuele KPI-rapportage ook een marktbrede KPI-rapportage omvat.
100. Het college is van oordeel dat er redelijkerwijs geen twijfel kan bestaan over de in het dictum
opgenomen verplichting van KPN om naast een individuele KPI-rapportage eveneens een marktbrede
KPI-rapportage op te leveren. In dit kader wijst het college KPN wellicht ten overvloede nog op de
in hoofdstuk 6 van dit aanwijzingsbesluit opgenomen toelichting.
101. KPN stelt zich op het standpunt dat marktpartijen aan de hand van hun eigen KPI-rapportage
dienen na te gaan of de resultaten achterblijven bij de norm. Voorts heeft KPN aangeboden om aan
OPTA een totaalrapportage, zijnde een bundeling van de individuele rapportages, te verstrekken zodat
OPTA op basis daarvan kan beoordelen of er aanleiding is een nader onderzoek in te stellen naar een
eventuele ongelijke behandeling tussen marktpartijen respectievelijk tussen KPN en marktpartijen.
KPN stelt voorts dat de verplichting om periodiek de werkelijke performance met betrekking tot service
levels van de gehele markt te rapporteren aan marktpartijen geen grondslag vindt in het
marktanalysebesluit. Daarnaast betoogt KPN dat de transparantieverplichting, voor zover deze
betrekking heeft op het rapporteren van de afname op marktniveau, passend noch proportioneel is en
bovendien zonder enig precedent is, omdat informatie over de afname op marktniveau geen
doelstelling is van de transparantieverplichting. Een aanbieder heeft op basis van de door KPN
gegarandeerde service levels in combinatie met de informatie over de eigen afname voldoende
informatie om te bepalen welke service levels aan eindgebruikers kunnen worden gegarandeerd.
102. KPN merkt op dat KPN geen proces heeft ingericht op het vervaardigen van een geagregeerde
en geanonimiseerde totaalrapportage die aan de hele markt verstrekt kan worden en meent dat de
Telecommunicatiewet noch het ULL besluit de grondslag biedt voor het opleggen van een dergelijke
verplichting.
103. Het college volgt KPN niet in haar stelling dat een grondslag voor de verplichting om periodiek
de werkelijke performance met betrekking tot service levels van de gehele markt te rapporteren aan
marktpartijen in het marktanalysebesluit ontbreekt. Op grond van dictumonderdeel x van het
marktanalysebesluit ULL dient KPN een referentieaanbod op te stellen dat tenminste de in het
marktanalysebesluit benoemde kwaliteitsaspecten bevat. In dit verband acht het college het van
belang dat marktpartijen een juiste inschatting kunnen maken over de aan eindgebruikers te
garanderen service levels, maar daarnaast eveneens zelf in staat zijn om vast te stellen of sprake is
van een level playing field. Om dit te kunnen beoordelen is naast informatie over de aan hen geleverde
performance evenzeer marktbrede informatie over het geleverde service level niveau noodzakelijk.
Voor zover KPN nog geen proces heeft ingericht voor het vervaardigen van marktrapportages die aan
de hele markt verstrekt kunnen worden dient KPN dit in te richten.
104. KPN acht het uiterst twijfelachtig of het verspreiden van dergelijke strategische informatie wel is
19
AANWIJZINGSBESLUIT RA ULL/SLU
OPENBARE VERSIE
toegestaan binnen de kaders van het kartelverbod. KPN meent dat over deze kwestie afstemming
nodig is met de NMa.
105. Het college ziet niet in op welke wijze het opleveren van een marktbrede KPI-rapportage zou
leiden tot strijdigheid met het kartelverbod. De marktbrede KPI-rapportage behoeft slechts de totale
hoeveelheid opgeleverde producten (uitgesplitst per productgroep) te bevatten. Daarmee geeft een
dergelijke rapportage geen strategische informatie die te herleiden is tot individuele afnemers. Naast
de marktbrede KPI-rapportage ontvangen de individuele marktpartijen slechts informatie over hun
eigen performance.
6.2 Aanwijzing
106. Het college geeft KPN op grond van artikel 6a.2 en artikel 6a.9, vierde lid, van de Tw, alsmede
het dictumonderdeel iv, vi en x van het marktanalysebesluit ULL de volgende aanwijzing.
107. KPN dient in het referentieaanbod ULL/SLU op te nemen dat zij uit eigen beweging - eens per
kwartaal een up-to-date rapportage over de performance aan wholesale-afnemers dient te verstrekken
die in ieder geval de volgende elementen bevat:
- de totale hoeveelheid opgeleverde producten (uitgesplitst per productgroep);
- opgeleverde producten per marktpartij (performances per productgroep);
- voor alle service levels, waarbij de rapportage dient aan te sluiten op de wijze waarop de KPI's
en boetes zijn gedefinieerd.
7 Verticaal geïntegreerde serviceorganisatie van KPN
108. Het college ziet gelet ook op hetgeen in de IG's WEAS, WBT en ILL, SDH en DWDM aan de
orde is gekomen aanleiding een aantal opmerkingen te maken ten aanzien van het door BBned
ingebrachte punt met betrekking tot de bij KPN aanwezige Chinese Walls.
109. BBned heeft aangegeven dat de door KPN gebruikte Chinese Walls zich niet uitstrekken tot de
field-engineer organisatie van KPN; het betreft dan de monteurs die de storingen oplossen van de
verschillende diensten. De KPN monteurs zijn in staat om zowel de storingen van KPN klanten op te
lossen in zowel het retail- als het whosaledomein. Wholesale-afnemers dienen eerst aan te tonen dat
de storing zich niet in hun eigen domein bevindt alvorens een storing aan te kunnen melden bij KPN.
Het onderzoeken of de storing zich in het domein van de wholesale-afnemer bevindt kan een hoop tijd
kosten; KPN heeft dit nadeel niet nu een enkele monteur alle domeinen kan onderzoeken. KPN heeft
dit punt betwist. Zo heeft KPN aangegeven dat de verschillende domeinen verschillende expertises
vereisen van de monteur. Een MDF-monteur zal niet zomaar storingen mogen onderzoeken dan wel
verhelpen in een ander domein dan de MDF.
110. Het college merkt op dat KPN niet functioneel gescheiden is. Als geïntegreerd bedrijf zal KPN
voordelen kunnen genieten. Deze voordelen vormen pas een probleem wanneer deze onevenredig
nadeel aan wholesale-afnemers toebrengen. Het college is van oordeel dat dit hier niet het geval is.
KPN is immers verplicht ten opzichte van haar wholesale-afnemers gelijke voorwaarden toe te passen
20
AANWIJZINGSBESLUIT RA ULL/SLU
OPENBARE VERSIE
als die welke onder gelijke omstandigheden gelden voor haarzelf, haar dochterondernemingen of haar
partnerondernemingen.17
111. Het college is op grond van het voorgaande dan ook van oordeel dat wanneer KPN voordelen
behaalt uit het feit dat haar monteurs makkelijker storingen kunnen onderzoeken en oplossen voor
haar eigen retailklanten KPN dit voordeel ook - in ieder geval voor een deel - aan partijen dient te
bieden.
7.1 Beoordeling van de zienswijzen van marktpartijen
7.1.1 Zienswijzen 4 december 2009
112. BBned betoogt dat het voor wholesale-afnemers ondoenlijk is om met KPN te concurreren op
kwaliteit van dienstverlening; dit mede omdat de verticaal geïntegreerde organisatie van KPN de
prikkel heeft om te discrimineren tussen interne en externe afnemers.
113. BBned is voorts van mening dat het oordeel van het college, met betrekking tot de
noodzakelijke Chinese Walls in de organisatie van KPN (wanneer KPN voordelen behaalt uit het feit
dat haar monteurs makkelijker storingen kunnen onderzoeken en oplossen voor haar eigen retail-
klanten KPN dit voordeel ook - in ieder geval voor een deel - aan partijen dient te bieden) is niet
voldoende om de voordelen van KPN teniet te doen omdat strategisch productontwerp (reeds) heeft
geresulteerd in een achterstandspositie van de concurrenten van KPN die niet in KPI's tot uitdrukking
komt.
114. Het college is van oordeel dat hij de genoemde punten van BBned voldoende heeft
geadresseerd door het in het marktanalysebesluit ULL opleggen van de non-discriminatieverplichting
aan KPN alsmede de opgelegde verplichting aan KPN om aan wholesale-afnemers kwaliteitsgaranties
te bieden die zodanig zijn dat de whosale-afnemers retaildiensten kunnen aanbieden aan
eindgebruikers met dezelfde kwaliteit als die KPN aan haar retailklanten garandeert.
115. Voor wat betreft de Chinese Walls met betrekking tot de monteurs van KPN heeft het college
geoordeeld dat wanneer KPN voordelen behaalt uit het feit dat haar monteurs makkelijker storingen
kunnen onderzoeken en oplossen voor haar eigen retail-klanten, KPN dit voordeel ook - in ieder geval
voor een deel - aan partijen dient te bieden en daartoe in het referentieaanbod een voorstel te doen.
116. BBned heeft het college verzocht KPN te verplichten de zogenoemde MDF+ dienst in haar
RA ULL op te nemen. Dit omdat deze dienst nu slechts een commerciële pilot betreft en het beginsel
van non-discriminatie rechtvaardigt dat de MDF+ dienst gereguleerd kan worden afgenomen.
117. Nu KPN de MDF+ dienst op dit moment nog slechts als pilot aanbiedt, ziet het college
vooralsnog geen reden om KPN te verplichten deze dienst in haar referentieaanbod op te nemen. Wel
kan het college zich voorstellen dat het opnemen van de MDF+ dienst in het referentieaanbod van
17 Zie dictumonderdelen iv e.v. van het marktanalysebesluit ULL
21
AANWIJZINGSBESLUIT RA ULL/SLU
OPENBARE VERSIE
KPN een onderdeel kan zijn van het voorstel om de voordelen van het niet hebben van Chinese Walls
in de fieldengineer organisatie door te geven aan de Wholesale-afnemers. Het college gaat er vanuit
dat KPN indien zij de MDF+ dienst regulier gaat aanbieden, deze zal opnemen in haar
referentieaanbod.
7.1.2 Zienswijzen 11 maart 2010
118. KPN geeft aan dat als zij de MDF+ dienst regulier gaat aanbieden KPN deze ook in haar
referentieaanbod zal opnemen.
119. BOT is van mening dat de aanwijzing meer concreet dient te worden geformuleerd om de
effectiviteit van de aanwijzing in de praktijk te kunnen waarborgen. Daartoe dient in de aanwijzing te
worden opgenomen dat het referentieaanbod dient te worden opgenomen dat KPN monteurs die
storingen kunnen oplossen in het retail en het wholesaledomein van KPN tevens kunnen worden
ingezet voor een onderzoek naar en oplossing van een storing in het domein van de wholesale
afnemer. Daarbij dienen wholesale afnemers te worden geconsulteerd voordat door OPTA de
redelijkheid van het voorstel van KPN wordt beoordeeld.
120. Het college ziet geen aanleiding de aanwijzing concreter te formuleren nu hij in zijn aanwijzing
KPN reeds opdraagt om voordelen die zij geniet bij het oplossen van storingen door het niet hebben
van chinese walls, ook in ieder geval deels door te geven aan de wholesale-afnemers. Het is nu
aan KPN om hier in het referentieaanbod een concreet voorstel voor op te nemen. Het college zal er
vervolgens op toezien dat KPN met dit voorstel voldoet aan haar verplichtingen uit het marktbesluit en
dit aanwijzingsbesluit.
7.2 Aanwijzing
121. Het college geeft KPN op grond van artikel 6a.9 lid 4 Tw en dictumonderdeel iii, iv, vi en x van
het marktanalysebesluit ULL KPN de volgende aanwijzing.
122. KPN is verplicht om de aantoonbare voordelen die zij geniet bij het oplossen van storingen door
het niet hebben van Chinese Walls in de fieldengineer organisatie, ook in ieder geval deels -
doorgeeft aan de wholesale-afnemers. KPN dient hiertoe in het referentieaanbod ULL/SLU een
voorstel op te nemen.
8 Overige onderwerpen
8.1.1 Zienswijzen 4 december 2009
SDF-backhaul
123. Naar aanleiding van het eerste voornemen tot aanwijzingsbesluit heeft BBned op 4 december
2009 een aantal samenhangende issues naar voren gebracht met betrekking tot SDF Backhaul. Het
college is van oordeel dat deze onderwerpen op dit moment nog niet rijp zijn voor een aanwijzing. Het
college zal partijen uitnodigen om over deze issues verder te praten. Mochten partijen er in deze
22
AANWIJZINGSBESLUIT RA ULL/SLU
OPENBARE VERSIE
gesprekken gezamenlijk niet uitkomen dan bestaat er alsnog de mogelijkheid dat het college KPN met
betrekking tot deze issues een aanwijzing geeft.
Overige issues
124. Het college merkt voorts op dat de door BBned aangedragen issues met betrekking tot de
procedure betreffende nieuwe vormen van toegang, meervoudige "new line services", de introductie
van een nieuwe SLA conform ILL en permanente line ID op dit moment nog in FIST-verband worden
besproken. Derhalve acht het college het niet opportuun om met betrekking tot deze issues op dit
moment een aanwijzing te geven.
8.1.2 Zienswijzen 11 maart 2010
Warmteafgifte
125. Naar aanleiding van het tweede voornemen tot aanwijzingsbesluit heeft BOT op 11 maart 2010
het college verzocht om een aanwijzing inzake warmteafgifte. BOT is van mening dat KPN ten
onrechte van mening is dat wholesale afnemers meer kasten moeten plaatsen als de maximum
capaciteit van 800 KWh per kast bereikt is, ook als in bestaande kasten nog ruimte is. BOT wijst hierbij
op het feit dat partijen de eenmalige kosten voor de aanleg van koeling betaald hebben via het
eenmalige tarief en de energiekosten voor de levering van de koeling door partijen betaald worden via
het lijntarief. Partijen verzoeken OPTA aan KPN een aanwijzing te geven om in het referentieaanbod
de beperking van 800 KWh per kast te verwijderen en een voorstel te doen voor een correcte
warmteafgifte.
126. Het college merkt op dat dit punt noch door partijen in de Industry Group ULL noch in het kader
van het eerste voornemen tot aanwijzingsbesluit RA ULL/SLU naar voren is gebracht. Zoals het
college in het aanwijzingsbesluit RA WBA heeft aangegeven mag KPN partijen niet confronteren met
onredelijke kosten. Dat betekent ook dat de grens van warmteafgifte redelijk moet zijn. Indien BOT van
mening is dat de huidige grens van 800 KWH niet redelijk is dienen partijen zich, zoals reeds eerder
per e-mail van 15 februari 2010 door OPTA aan Tele2 is aangegeven, eerst tot KPN te wenden door
middel van het doen van een redelijk verzoek.
Innovatieverzoeken
127. Naar aanleiding van het tweede voornemen om aanwijzing heeft BOT het verzoek neergelegd
tot een aanwijzing over innovatieverzoeken en meer speciefiek over artikel 9.7 van de
raamovereenkomst. BOT verwijst in dit verband naar hetgeen daarover is opgenomen in het
aanwijzingsbesluit WBA.
128. Voor zover BOT stelt dat het college in het aanwijzingsbesluit RA WBA een aanwijzing heeft
gegeven inzake artikel 9.7 van de raamovereenkomst merkt het college op dat deze stelling onjuist is.
Wel heeft het college in dat aanwijzingsbesluit overwogen dat artikel 9.7 partijen voldoende ruimte
23
AANWIJZINGSBESLUIT RA ULL/SLU
OPENBARE VERSIE
biedt voor het indienen van toegangsverzoeken. Het college ziet geen grond om daar in het kader van
het aanwijzingsbesluit RA ULL/SLU anders over te oordelen.
129. Tenslotte heeft BOT nog een opmerking gemaakt over kostentoerekening bij
innovatieverzoeken. Hierbij heeft zij aangegeven dat OPTA een procedure zou dienen in te richten
waarbij tarieven van nieuwe vormen van toegang in een soort mini-EDC traject bepaald kunnen
worden.
130. Het college ziet geen reden om in het aanwijzingsbesluit RA ULL/SLU over te gaan tot het
geven van een aanwijzing waarbij een dergelijke procedure wordt ingesteld. Indien KPN een nieuwe
dienst aanbiedt dient KPN tevens een tariefvoorstel neer te leggen bij het college. De gebruikelijke
procedure is dat het college dit vervolgens zal beoordelen en hierbij per geval bekijken op welke wijze
marktpartijen hierbij betrokken dienen te worden. Er is geen reden om in het door BOT bedoelde geval
hiervan af te wijken.
9 Dictum
Informatieproducten
131. Het college geeft KPN op grond van artikel 6a.2 en artikel 6a.9, vierde lid, van de
Telecommunicatiewet en dictumonderdelen ii, iii, iv, vi en x van het marktanalysebesluit ULL de
volgende aanwijzingen:
- Het college geeft KPN op grond van artikelen 6a.2 en 6a.9, vierde lid, van de Tw de volgende
aanwijzingen voor het RA ULL/SLU: KPN dient in het RA ULL/SLU een marktbrede Fair-Use-
Policy op te nemen met betrekking tot de informatieproducten voor de MDF/SDF-dienst (de
zogenaamde MIP/xIP-diensten);
- KPN dient in het RA ULL/SLU op te nemen dat de capaciteit van de informatieproducten zo
nodig wordt aangepast aan de marktvraag;
- KPN mag in het RA ULL/SLU opnemen dat, in geval van gebleken misbruik door individuele
marktpartijen, aan die marktpartijen beperkingen kunnen worden opgelegd met betrekking tot
de informatieproducten voor de MDF/SDF-dienst
Service Level Agreements en boetes
132. Op grond van art. 6.a9 lid 4 Tw en dictumonderdeel iii, iv, vi en x van het marktanalysebesluit
ULL geeft het college KPN de aanwijzing om in het RA ULL/SLU de volgende punten op te nemen:
- een voorstel te doen voor het opnemen van relevante SLA's en KPI's voor informatieproducten
( MIP en xIP-diensten);
- een voldoende afschrikwekkende boete op te nemen bij niet-nakoming van de gestelde
kwaliteitsniveaus.
24
AANWIJZINGSBESLUIT RA ULL/SLU
OPENBARE VERSIE
KPI-rapportages
133. Het college geeft KPN op grond van artikel 6a.2 en artikel 6a.9, vierde lid, van de Tw en
dictumonderdeel iv, vi en x van het marktanalysebesluit ULL de volgende aanwijzing:
- KPN dient in het referentieaanbod ULL/SLU op te nemen dat zij uit eigen beweging - eens
per kwartaal een up-to-date rapportage over de performance aan wholesale-afnemers dient te
verstrekken die in ieder geval de volgende elementen bevat:
o de totale hoeveelheid opgeleverde producten (uitgesplitst per productgroep);
o opgeleverde producten per marktpartij (performances per productgroep);
o voor alle service levels, waarbij de rapportage dient aan te sluiten op de wijze waarop
de KPI's en boetes zijn gedefinieerd.
Verticaal geïntegreerde service organisatie
134. Het college geeft KPN op grond van artikel 6a.9 lid 4 Tw en dictumonderdeel iii, iv, vi en x van
het marktanalysebesluit ULL KPN de volgende aanwijzing:
- KPN dient de aantoonbare voordelen die zij geniet bij het oplossen van storingen door het niet
hebben van Chinese Walls in de fieldengineer organisatie, ook in ieder geval deels door te
geven aan de wholesale-afnemers.
- KPN dient hiertoe in het referentieaanbod ULL/SLU een voorstel op te nemen.
Algemeen
135. Het college geeft KPN op grond van artikelen 6a.2 en 6a.9, vierde lid, van de
Telecommunicatiewet en dictumonderdeel x van het marktanalysebesluit ULL een aanwijzing om
uiterlijk 10 werkdagen na dagtekening van dit besluit haar referentieaanbod, conform de in dit besluit
opgenomen aanwijzingen en de hierbij als bijlage opgenomen agrees, aan te passen.
136. Het college geeft KPN daarbij op grond van artikel 6a.9 lid 4 Tw en dictumonderdeel x van het
marktanalysebesluit ULL de aanwijzing een doorlopende integrale versie van het RA ULL/SLU te
publiceren, waarin alle wijzigingen zijn verwerkt. KPN dient hierbij tevens alle documenten in een
logisch samenhangende structuur op haar website te publiceren.
HET COLLEGE VAN DE ONAFHANKELIJKE POST EN TELECOMMUNICATIE AUTORITEIT
mr. C.A. Fonteijn, voorzitter
25
AANWIJZINGSBESLUIT RA ULL/SLU
OPENBARE VERSIE
Beroepsmogelijkheid
Belanghebbenden die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is
bekendgemaakt beroep instellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven te Den Haag.
Het postadres is: College van Beroep voor het bedrijfsleven, Postbus 20021, 2500 EA 's-Gravenhage.
Het beroepschrift moet zijn ondertekend en moet ten minste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening en een
omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht bevatten. Voorts moet het beroepschrift de gronden van het beroep
bevatten en dient een afschrift van het bestreden besluit te worden meegezonden.
Voor het instellen van beroep is griffierecht verschuldigd. Informatie hierover kan worden ingewonnen bij de griffie van het
College, telefonisch bereikbaar op (070) 381 39 10 of (070) 381 39 30
26
Aanwijzingsbesluit RA ULL/SLU
Openbare versie
Bijlage: Afspraken tussen KPN en marktpartijen
Deze bijlage geeft een overzicht van de afspraken tussen KPN en marktpartijen zoals deze tot stand
gekomen zijn in het traject van IG ULL werkgroep 3.
Wijzigingen die KPN rechtstreeks zal doorvoeren in het RA ULL en/of RA SLU op grond van de
afspraken in de IG:
a. Toevoegen van een regeling interne doorbekabeling aan art. 3.12 van de Raamovereenkomst
Collocatie
KPN zal in artikel 3.12 van de Raamovereenkomst Collocatie (onmiddellijk na de opsomming) de
navolgende tekst toevoegen:
"KPN zal haar toestemming voor het hierboven sub e genoemde doel niet onthouden indien
en voor zover de bekabeling noodzakelijk is om de door Dienstafnemer in het kader van de
afname van ontbundelde toegang, wholesale breedbandtoegang of wholesale huurlijnen in
de Opstelruimte geplaatste Bedrijfsapparatuur te koppelen met backhaulcapaciteit van een
derde partij."
b. Opnemen in het RA-SLU van procedures, processen en (collocatie) tarieven ten aanzien van
toegang tot Fiber Connection Point (FCP) (ten behoeve van SDF Backhaul)
Op basis van een (nog te vervaardigen) Amendement op de bestaande collo overeenkomst zal KPN
toestaan (zoals eerder toegezegd bij ODF Access), dat op dezelfde (MDF of ILL) footprint ook de SDF
Backhaul kan worden uitgekoppeld.
KPN zal procedures, processen en (collocatie) tarieven ten aanzien van toegang tot FCP (ten behoeve
van SDF backhaul) opnemen in het RA.
c. Toevoegen van een aanbod voor SDF-backhaul (inclusief tarieven) aan het RA-SLU
KPN zal het aanbod voor SDF-backhaul (inclusief tarieven) opnemen in het referentieaanbod inzake
toegang op het niveau van het subnetwerk (RA-SLU).
Het aanbod zal de volgende tariefelementen omvatten:
Tarief per concentratiepunt (MCL)
Maandelijkse vergoeding (VVA)
Eenmalige vergoeding (VVE)
Tarief per straatkast
Maandelijkse vergoeding
Eenmalige vergoeding
KPN zal deze tariefelementen afzonderlijk specificeren voor zowel enkelvoudige als redundant
opgehangen SDF-locaties.
Aanwijzingsbesluit RA ULL/SLU
Openbare versie
d. Opnemen van een proces ten behoeve nieuwe vormen van toegang
KPN zal een proces inrichten die het afnemers in staat stelt om nieuwe vormen van toegang te kunnen
afnemen. KPN zal dit proces opnemen in art 7.6 en 7.7 van de raamovereenkomst.
e. Publiceren en regulier actualiseren op KPN's website van de planning van infasering van SDF-
locaties
Deze afspraak is reeds eerder gemaakt in het kader van IG ULL werkgroep 4 (migratie en uitfasering).
f. Aanpassen SLA's leverbetrouwbaarheid conform afspraken overstapdossier
Zie hieronder bij KPI 5.
g. Actualiseren van het Addendum ZTL naar aanleiding van de afspraken uit maart 2009
Naar aanleiding van de afspraken rondom Overstappen is op 30 januari 2009 het addendum ZTL (=
"Zonder Testen en Labelen") gepubliceerd. Als gevolg van daarop volgende discussies zijn in maart
2009 de afspraken rondom ZTL aangepast. KPN zal deze afspraken opnemen in een nieuw addendum
ter vervanging van dat van 30 januari.
h. Toevoegen van een dienstbeschrijving voor de dienst NLS met testen, labellen, wcd
(wandcontactdoos) en bellen
De dienst draait al een aantal maanden met succes in pilotvorm voor verschillende afnemers. KPN zal
een formele dienstbeschrijving opleveren, deze staat gepland voor 1-11-2009.
i. Verhogen van de normen in KPI's 1, 2 en 5
- KPI 1: Tijdige reactie op ingelegde order: KPN zal de normen aanscherpen en berichten als
verstuurd tellen op de datum van verzending, ongeacht het tijdstip van verzending op
werkdagen.
- KPI 2: Kwaliteit van de ingelegde order: In lijn met de aanscherping van de norm voor de
reactietijd op orders (KPI 1) zal KPN de norm voor de kwaliteit van de ingelegde order
aanscherpen. Daarnaast zijn KPN en marktpartijen overeen gekomen de afspraken over not-
clean rubrieken te beheren in het COIN.
- KPI 5: Leverbetrouwbaarheid: De normen voor leverbetrouwbaarheid zijn verhoogd als gevolg
van de afspraken rondom `Overstappen. Leveringen tot 23.59 uur op plandatum worden
gerekend als tijdige levering. KPN zal in het Parameter Schedule de tabel
leverbetrouwbaarheid als volgt aan passen:
l. Opnemen van KPI's 13 en 17a-c in het Parameter schedule
KPI 5 Reliability: correctly and timely delivery Service NORM: Correct and timely delivered service PERFORMANCE LEVEL
2
Aanwijzingsbesluit RA ULL/SLU
Openbare versie
ASL/xTL services:
Telco-telco migratie Correcte oplevering op plandatum 98% Sipstift migratie Correcte oplevering op plandatum 98% Aanleg ASL Correcte oplevering op plandatum 98% Overige ASL/xTL services Correcte oplevering op plandatum 98%
NLS services:
NLS1 ZTL Correcte oplevering op plandatum 92% Correcte oplevering uiterlijk op 3 werkdagen na plandatum, mits voldaan aan de voorwaarden voor het `snel meld- en herstelproces voor ZTL' 98% Overige NLS1 services Correcte oplevering op plandatum 98% NLS2 en NLS3 Correcte oplevering op plandatum 98%
j. Aanpassen van KPI 4 zodanig dat deze het aantal orders meet waarvan geplande opleverdatum overeenkomt met wensdatum
In de huidige RA ULL beschrijving meet KPI 4 het percentage orders waarvan de afgegeven plandatum binnen de normtermijn ligt.
KPN zal de inhoud van KPI 4 zo aanpassen, dat deze het percentage orders meet, waarvan de geplande leverdatum overeenkomt met de wensdatum.
De minimale levertermijn waarmee een levering kan worden aangevraagd wordt geteld vanaf de eerste werkdag na de datum van de orderinleg, ongeacht het tijdstip van orderinleg. Voor het rapporteren op deze gewijzigde KPI zijn aanpassingen in IT en processen bij KPN nodig. KPN verwacht deze uiterlijk Q2 2010 te kunnen implementeren. Tevens zullen marktpartijen in het COIN vastleggen welke herplanningsoorzaken onderscheiden worden en hoe deze meetellen in de prestatiebepaling op KPI 4.
k. Vervangen van separate KPI's voor Nazorg (KPI 6) en Storingen (11 en 12) door nieuwe KPI's 20- 25
- KPI 6a en 6b: Mislukte Indienststellingen: Marktpartijen en KPN zijn overeengekomen, om voor het herstel van Nazorg en Storingen dezelfde KPI's en meetwijzen te hanteren. Daarom vervallen de separate KPI's voor Nazorg (KPI 6) en Storingen (KPI 11 en 12) en worden deze vervangen door nieuwe KPI's 20 t/m 25.
- KPI 11: Oplossing storing dienstaanbieder; KPI 12: Onterechte storingsmeldingen: Marktpartijen en KPN zijn overeengekomen, om voor het herstel van Nazorg en Storingen dezelfde KPI's en meetwijzen te hanteren. Daarom vervallen de separate KPI's voor Nazorg (KPI 6) en Storingen (KPI 11 en 12) en worden deze vervangen door nieuwe KPI's 20 t/m 25.
Nieuwe KPI's 20-25:
- KPI 20: Response-tijd op basic-tickets (analysetijd, statuswijziging) 3
Aanwijzingsbesluit RA ULL/SLU
Openbare versie
(exclusief tijd `wacht op klant')
Tickettype Norm Meetperiode: a. Alle tickets 80% Binnen 2 uur op werkdagen18 b. Tickets nazorg 99,9% Binnen 5 uur op werkdagen c. Tickets service
- KPI 21: Response-tijd op Premium-tickets (analysetijd, statuswijziging) (exclusief tijd `wacht op klant'). Premium-nazorg wordt op kantoortijden ingepland Tickettype Norm Meetperiode: a. Alle tickets 80% Binnen 1 uur b. Tickets nazorg 99,9% Binnen 3 uur c. Tickets service
- KPI 16: Kwaliteit van service supplier's reactie op ingelegde tickets Norm Onterechte afwijzing van tickets Max. 2%
- KPI 22: Kwaliteit van het ingelegde ticket Hierbij gelden de not-clean codes en toewijzing van afmeldcodes zoals vastgelegd in het COIN.
Norm a. not clean, retour telco (bijv. contacpersoon ontbreekt) Max. 3% b. Onterechte storingsmeldingen (tickets monteur) Max. 5%
- KPI 23: Snelheid van oplossing basic tickets (zowel BG als OG) (exclusief tijd `wacht op klant')
Tickettype Norm Meetperiode: a. Alle tickets 86% Binnen 10 uur op werkdagen19 b. Tickets nazorg 95% Binnen 20 uur op werkdagen c. Tickets service 99,9% Binnen 40 uur op werkdagen
- KPI 24: Snelheid van oplossing Premium tickets (zowel BG als OG) (exclusief tijd `wacht op klant') Premium-nazorg wordt op kantoortijden ingepland Tickettype Norm Meetperiode: a. Alle tickets 90% Binnen 8 uur b. Tickets nazorg 95% Binnen 24 uur c. Tickets service 99,9% Binnen 48 uur
- KPI 25: Kwaliteit van oplossing: herhaaltickets
18 werkdagen van 8-18 uur. De nog niet verstreken uren om 18:00 uur tellen verder op de volgende werkdag vanaf 8 uur. 19 werkdagen van 8-18 uur. De nog niet verstreken uren om 18:00 uur tellen verder op de volgende werkdag vanaf 8 uur 4
Aanwijzingsbesluit RA ULL/SLU
Openbare versie
Herhaal = binnen 1 week (7 kalenderdagen) opnieuw naar uitvoering. Als terecht herhaalticket geldt een ticket waarvan de oorzaak van de storing is opgelost in het KPN-domein.
Tickettype Norm a. Alle tickets Max. 7% b. Tickets nazorg
c. Tickets service
- KPI 13: Oplossen storing door dienstafnemer Naar aanleiding van een verzoek van marktpartijen neemt KPN de KPI-afspraken uit de SLA Service en Instandhouding als KPI 13 op in de parameter schedule.
Algemeen: handover times uitgebreid
Naar aanleiding van de mate van automatisering van de order- en leveringsstraten, alsmede de orderinleg en leverbevestiging buiten kantoortijden, zijn marktpartijen en KPN overeengekomen berichtverzending op werkdagen buiten kantoortijden toe te staan.
- KPI's 17a-c: facturering en dispuutbehandeling Naar aanleiding van een verzoek van marktpartijen neemt KPN ten behoeve van de toegankelijkheid van de afspraken over facturering en dispuutbehandeling de afspraken zoals beschreven in de Billing Manual ook in de parameterschedule op. Tevens neemt KPN een termijn van 3 kalendermaanden op voor het afhandelen van een dispuut.
m. Opnemen van een meetinstrument ten aanzien van rapportages (KPI's 18a-c). Op verzoek van marktpartijen neemt KPN een meetitem op ten aanzien van rapportages.
Onderwerpen waarvan is afgesproken dat deze door marktpartijen en KPN nader zullen worden uitgewerkt in het kader van FIST-MDF dan wel de werkgroep ServiceMDF:
n. Meervoudige NLS; toevoeging dienstbeschrijving aan RA KPN en marktpartijen werken samen aan een nieuwe NLS-dienst voor meervoudige nieuwe koperverbindingen die gelijktijdig op dezelfde locatie moeten worden geïnstalleerd. Dit zal een nieuw NLS type zijn dat de levering van zogenaamde `'gebundelde'' SHDSL en VDSL verbindingen mogelijk maakt. Hoe de tarifering van deze dienst zal worden, kan pas bepaald worden met het vaststellen van de dienstbeschrijving. Marktpartijen en KPN stellen priorisering vast in het FIST. KPN verwacht dat Q2 2010 haalbaar zou moeten zijn voor het vaststellen van een dienstbeschrijving en het tarief.
o. Uitwerken MDF toegangsvorm die afnemers in staat stelt KPN's ILL SLA te matchen Uitgangspunt is dat KPN non-discriminatoire storingsoplossingen dient te bieden op de kale koperlijn (MDF-domein). Dat betekent dat als KPN zichzelf 8 klokuren reparatietijd biedt op de kale koperlijn, KPN dit ook aan derden moet bieden. KPN kan dit doen door een premium MDF-SLA te leveren ten 5
Aanwijzingsbesluit RA ULL/SLU
Openbare versie
behoeve van ILL. Afgesproken wordt dat dit onderwerp eerst verder besproken zal worden in het FIST. KPN koppelt aan OPTA terug welke werkafspraak er is gemaakt om dit issue op te lossen.
p. Roadmap voor concrete issues met betrekking tot het realiseren van eenduidige ordersystemen en interfaces.
MDF/SDF en ODF zijn passieve infrastructuren waar de dezelfde toegangsdiensten op worden afgenomen t.b.v. dezelfde IP diensten. Marktpartijen wensen meer eenduidigheid in de ordercapture- en ordermanagementsystemen en interfaces. KPN en marktpartijen zullen concrete issues inbrengen in het FIST voor opname en priorisering in de roadmap.
q. KPN en marktpartijen voeren NLS-CA pilot uit voor tarief NLS1-ZTL Uitgangspunt is dat OPTA een apart NLS-tarief voor complexe adressen niet wenselijk acht. KPN mag wel de redelijke kosten van complexe adressen verdisconteren in het ongedifferentieerde NLS-tarief. Afgesproken wordt dat de pilot ordertype complexe adressen nu eerst wordt uitgevoerd. KPN biedt aan dat in de pilot een NLS CA uitgevoerd kan worden voor het tarief van een NLS1 ZTL order. Als marktpartijen en KPN er na de pilot op het punt van de financiering niet uitkomen, zal dit aan OPTA teruggekoppeld worden.
r. KPN en marktpartijen voeren pilot uit om MDF-servicewerk uit te breiden met deel klantlocatie onderzoek en verrekening kosten duo-onderzoek
Marktpartijen en KPN zijn een pilot gestart om herhaalstoringen en duo's te verminderen (bellen bij afmelden herhaalstoring).
Uitgangspunt is dat kosten dienen gedragen te worden door de partij die de fout veroorzaakt. Geplande oplevering van het kostenverrekeningsvoorstel is op 1-11-2009.
Tevens heeft KPN op 9 september 2009 in het FIST met marktpartijen afgesproken een pilot te gaan organiseren om MDF servicewerk uit te gaan breiden met een deel klantlocatie onderzoek. Randvoorwaarde hierbij is dat het vereiste tot non-discriminatie strikt is vastgelegd in processen en werkinstructies. KPN monteurs mogen geen werkzaamheden verrichten in een domein waarvoor ze niet zijn aangestuurd.
s. Oplevering definitieve dienstbeschrijving Omsteekdienst wordt opgenomen in FIST-MDF roadmap In het billing proces is de oplevering van de Billing Specificatie bij Omsteekverzoeken geborgd vanaf halverwege 2009. KPN zal de oplevering definitieve dienstbeschrijving meenemen in de FIST MDF Roadmap.
t. Marktpartijen hebben afgesproken te onderzoeken of gecombineerd MDF/klantlocatie- monteursbezoek de verplichting tot een testrapport kan vervangen In het kader van de pilot m.b.t. uitbreiding MDF servicewerk met een deel klantlocatie-onderzoek (zie issue s) zullen marktpartijen en KPN onderzoeken hoe in redelijkheid kan worden omgegaan met kosten voor foutlocatie-onderzoek buiten het KPN-domein. Marktpartijen en KPN willen op basis hiervan beoordelen of het mogelijk is de verplichting tot een testrapport te vervangen door een 6
Aanwijzingsbesluit RA ULL/SLU
Openbare versie
gecombineerd MDF/klantlocatie-monteursbezoek.
u. Marktpartijen verkennen de mogelijke combinatie van serviceactiviteiten door field engineers van KPN en andere marktpartijen
Dit onderwerp betreft de verkenning van de mogelijke combinatie van serviceactiviteiten.
Naar aanleiding van de presentatie in het FIST MDF hebben marktpartijen aangegeven graag met KPN afspraken te maken om nazorg in het gereguleerde MDF-domein uit te breiden met (betaalde) activiteiten in het klantdomein, om zoveel mogelijk problemen bij de oplevering van breedbandlijnen in één arbeidsgang te kunnen oplossen.
De wens is om in pilotvorm te gaan onderzoeken hoe de KPN-monteur, die voor MDF-nazorg op eindgebruikerlocaties is, ook zaken kan nakijken dan wel herstellen in het klantdomein, zoals binnenbekabeling, wandcontactdoos en het controleren van de CPE. Marktpartijen en KPN zijn het erover eens, dat wanneer dit tot langere tijdsbesteding voor de monteur leidt, dat er tariefafspraken zullen moeten komen.
v. Marktpartijen en KPN onderzoeken mogelijkheden voor protocol van oplevering bij NLS met testen en labelen
Naar aanleiding van de afspraak in het overleg ServiceMDF zullen KPN marktpartijen gezamenlijk onderzoeken of het opleveren van een Argus testrapport de functie van opleverprotocol kan vervullen.
w. Ontwikkeling Super MIP dienst
Met betrekking tot dit onderwerp wordt verwezen naar de FIST-MDF Roadmap.
x. Onderzoek naar Permanent Line-id als middel ter verhoging van first-time-right leveringen Met betrekking tot dit onderwerp wordt verwezen naar de FIST-MDF Roadmap.
y. Andere afspraken rondom geplande werkzaamheden voor Premium klanten buiten service window Met betrekking tot dit onderwerp wordt verwezen naar de FIST-MDF Roadmap.
z. Marktpartijen en KPN toetsen samen de meetwijze van KPI 14 (Beschikbaarheid MDF); Met betrekking tot dit onderwerp wordt verwezen naar de FIST-MDF Roadmap.
Overige afspraken:
aa . KPN is het project ServiceBoost gestart t.b.v. eenduidige service instandhoudingsprocessen en procedures, inclusief "ticketsluiting" door inleggende partij KPN verwacht de eerste resultaten van het project Service Boost uiterlijk Q2 2010. In het kader van dit project zal KPN het accepteren en sluiten van Trouble Tickets realiseren. Dit geldt (op termijn) ook voor het rechtstreeks beschikbaar maken van de plankalenders voor monteurs.
7
Aanwijzingsbesluit RA ULL/SLU
Openbare versie
bb. KPN en partijen zoeken oplossing voor knelpunten aangepaste dienstbeschrijving "gepland onderhoud"
Afgelopen jaar is een aangepaste dienstbeschrijving voor Gepland Onderhoud getest door Bbned, waarbij verzocht kon worden om herplanning van geplande werkzaamheden voor lijnen met een Premium servicecontract. Deze dienstbeschrijving was ontworpen om marktpartijen maximaal tegemoet te komen zonder daarvoor aanvullende kosten in rekening te hoeven brengen.
Op 2 september 2009 zijn de ervaringen geëvalueerd in het Service MDF-overleg, waaruit naar voren is gekomen dat, hoewel enige verlichting, een aantal zaken er onvoldoende mee zijn afgedekt. In de evaluatie is afgesproken om in oktober 2009 rechtstreeks tussen marktpartijen en een vertegenwoordiging van de Regiekamer van KPN te zoeken naar oplossingen voor bovenstaande punten.
8