Vlaamse Overheid

Begrotingscontrole 2010

Persmededeling van de Vlaamse Regering

vrijdag 23 april 2010

0. BC 2010 in 1 oogopslag
Bij de BegrotingsOpmaak (BO) 2010 bedroeg het vorderingensaldo, dat is het verschil tussen inkomsten en uitgaven, minus 963.327 keuro. Rekening houdend met een verwachte onderbenutting van 470.000 keuro bedroeg het gecorrigeerd vorderingensaldo minus 493.327 keuro. De BegrotingsControle (BC) 2010 heeft zowel budgettaire meevallers (die positief inwerken op het vorderingensaldo) als tegenvallers (die het vorderingensaldo negatief beïnvloeden) aan de oppervlakte gebracht. Tabel 1 vat de correcties samen. Secties 1 en 2 gaan hier dieper op in alsook op de maatregelen vereist voor de begrotingsdoelstelling, een vorderingensaldo van minus 500.000 keuro. Sectie 3 bespreekt de bijkomende beleidselementen van de begrotingscontrole 2010. Sectie 4 besluit met het detail van het vorderingensaldo bij BC 2010. De raming van het vorderingensaldo bedraagt nu minus 494.460 keuro.

Tabel 1.
Positieve correcties 417.905
Punctuele maatregelen 45.000
Totaal Positieve correcties 462.905
Negatieve correcties -454.538
provisie onderwijs -9.500
Totaal negatieve correcties -464.038
Verschil -1.133


1. Budgettaire meevallers (positieve correcties) De budgettaire meevallers zijn goed voor 418 mio euro. De hogere dan bij BO toegewezen ontvangsten vanwege de federale overheid (+211 mio euro tov BO) en de hogere ramingen van de ontvangsten gewestelijke belastingen (+176 mio euro tov BO) zijn de belangrijkste determinanten van de budgettaire meevallers.
De toegewezen ontvangsten vanwege de federale overheid die gekoppeld zijn aan de evolutie van het BBP, zijn nu gebaseerd op de ramingen van de economische begroting van februari 2010 van het Planbureau terwijl de BO nog uitging van de ramingen van de Economische Begroting van 11 september 2009. Het Federaal Planbureau raamt de economische groei voor 2010 nu op 1,4% terwijl dat in september jl. 0,4% was. De inflatie wordt geraamd op 1,6% tegenover 1,5% in september. Een hogere economische groei beïnvloedt ook de ontvangsten van de eigen gewestelijke belastingen (hiervan zijn de registratierechten, de hypotheekrechten, de belasting op de inverkeerstelling, de schenkingsrechten en de successierechten de conjunctureel gevoelige belastingen).
Voor de inkomsten uit gewestelijke belastingen zijn de ramingen van de FOD Financiën weerhouden, uitzondering gemaakt voor de verwachte opbrengsten van de onroerende voorheffing (OV) die Fod Financiën niet raamt en waar raming van 79.353 keuro werd weerhouden (in 2009 bedroegen de opbrengsten OV 78.787 keuro). Tabel2. Opbrengsten gewestelijke belastingen (in keuro) Realisaties 2009 BO 2010 FED BC 2010 Verschil BC-BO2010
4.124.784 4.093.459 4.269.930 176.471

Exclusief OV 4.045.997 4.013.536 4.190.577

De federale ramingen (exclusief OV) impliceren een jaar-op-jaar groei van 3,57% (0,57 procentpunt boven de nominale BBP-groei), inclusief OV is de jaar-op-jaar groei 3,52%. Bij de BO waren de realisaties 2009 nog niet gekend maar de ramingen van BO 2010 hielden tov de realisaties 2009 een negatieve groei in.

Bij BC 2010 zijn er ook een aantal punctuele maatregelen genomen die goed zijn voor 45 mio euro:

- Grondenverkoop aan Aquafin (+32.500 keuro): 10% registratierechten op de bij BO voorziene verkoop van 125 mio gronden door VMM aan Aquafin (bij BO werd ervan uitgegaan dat de 125 mio inclusief registratierechten waren) + bijkomende verkoop van 20 mio gronden (inclusief registratierechten)

- OV materieel en outillage: 9.000 keuro
- Schrappen van 3.500 keuro uit de VIA 3 provisie bij cultuur, sport en jeugd

2. Budgettaire tegenvallers (negatieve correcties) De budgettaire tegenvallers (negatieve correcties voor het vorderingensaldo) zijn goed voor 464 mio euro. Het betreft hier zowel mininkomsten als meeruitgaven. Ook de onderbenutting werd naar beneden herzien.
Mininkomsten
Bij BC 2010 is vastgesteld dat een aantal inkomsten bij BO 2010 te hoog zijn ingeschat. Hierbij vestigen we de aandacht op volgende posten (in keuro):
Rente autonoom kas- en schuldbeheer -31.000

Ontvangsten uit dividenden openbare investeringsmaatschappijen -7.900 Ontvangsten afvalstoffenheffing -4.750 Minderontvangsten VIF -3.245
Minderontvangsten Werk -1.050

Budgettaire meeruitgaven
Bij de budgettaire meeruitgaven kunnen we volgende determinanten onderscheiden:

->aanzuiveren van facturen van het verleden (via het verhogen van noodzakelijke betaal (geen beleids)kredieten), bijvoorbeeld: FFEU (+22000 keuro tov BO 2010), VIF (+50.000 keuro), Hermes (+34.940 keuro), IWT (+28.876 keuro) , Efro (+4.300 keuro), VIPA (+11.503 keuro) Financieringsfonds voor Schuldafbouw en Eenmalige Investeringsuitgaven (FFEU): 165 miljoen euro aan betaalkredieten is opgenomen bij het opstellen van de initiële begroting 2010. Dat was een onderschatting omdat er de hogere bedragen zijn die de voorbije jaren aan FFEU - projecten werden toegekend (projecten 2008: 170 miljoen, projecten 2009: 180 miljoen).

VIF betaalkredieten:
Het Vlaams Infrastructuurfonds wordt in 2010 geconfronteerd met een piek aan facturen die met vertraging is gevolgd op de vastleggings- en machtigingspiek op het einde van de vorige legislatuur. Voor uitstaande facturen bij allocaties zoals het Fietsfonds, het structureel onderhoud van de wegen en het flitspalenbeleid wordt in totaal 50 miljoen euro aan betaalkredieten bijkomend ingeschreven. Facturen uit het verleden zullen aldus de uitgaven in het huidig jaar (bv herstel van wegen of aanleg fietspaden) niet langer verdringen.

Hermes-fonds: Voor het Hermes-fonds werd bij formatie een besparing van 25 miljoen euro afgesproken. Vervolgens zorgde de lineaire besparingsronde nog voor 9 mio euro bijkomende besparingen. Die uitgaven werden effectief in beleids- en betaalkredieten verminderd, maar nu blijkt dat ook hier facturen van engagementen uit het verleden ervoor zorgen dat die besparingen in betaalkredieten niet realiseerbaar zijn. Een bedrag van 34,940 miljoen euro in betaalkredieten werd daarom bij technische bilaterale opnieuw toegekend, voor betalingen op posten zoals ecologiesteun (19,4 mio), Investeringssteun aan KMO's (4,8 mio), Investeringssteun aan grote ondernemingen (13,3 mio), KMO-portefeuille (14,3 mio) en Cofinanciering (7,1 mio).

IWT
Ook bij het IWT speelt de betaalproblematiek. De wetenschappelijke projecten van het IWT worden gekenmerkt door zeer lange betaalkalenders, zodat men nu wordt geconfronteerd met facturen van beslissingen uit 2006 en 2007.
Efro: Voor de multifunctionele gecofinancierde EFRO projecten moeten in 2010 opnieuw ordonnanceringskredieten worden ingeschreven voor een aantal in vorige jaren goedgekeurde projecten. VIPA: Het VIPA (Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden) heeft een aantal infrastructuurprojecten lopen waarvan men dit jaar facturen verwacht. Men wil daarom het overgedragen saldo aanwenden (wat ook een negatief ESR-effect heeft). a) uitgaven betreffende de klassieke financiering: 3,169 mio euro; b) uitgaven betreffende de alternatieve financiering: in de overeenkomsten voor alternatieve financieringen is bepaald dat vanaf het jaar volgend op de start van de werken men aanspraak maakt op de jaarlijkse beschikbaarheidsvergoeding. In 2009 zijn een hele reeks geplande werken van start gegaan, waarvan men in 2010 hogere betalingsverplichtingen verwacht: 9.034 keuro. De uitgaven in het kader van de alternatieve financiering worden op die manier in 2010 verhoogd van 63.748 keuro tot 72.782 keuro. Op kruissnelheid (in 2012) zullen deze uitgaven circa 85 mio bedragen.

Het ESR-vorderingensaldo verslechtert bijgevolg met 11.503 keuro (= 12.203k euro extra ESR-uitgaven minus 700k euro bijkomende ESR-ontvangsten (bijdragen i.v.m. de verleende waarborgen van het VIPA)).

Bij de technische bilaterales is dus gebleken dat om ten volle uitvoering te geven aan het voorziene beleid, er bijkomende betaalkredieten benodigd zijn. Tijdens de technische bilaterales werd als uitgangspunt genomen dat facturen begrotingsmatig moeten worden aangerekend wanneer zij verschuldigd zijn. De vereiste bijkomende betaalkredieten werden dan ook toegekend. Hierdoor is het verschil tussen beleids- en betaalkredieten afgenomen tot 330 miljoen euro, ofwel een daling met 216 miljoen euro.

Tabel 3. Beleids- versus betaalkredieten (keuro) Initieel 2010 budgetcontrole 2010 beleidskredieten 24.969.484 25.062.826 betaalkredieten 24.423.532 24.732.853 verschil 545.952 329.973


->herramen uitgaven bij constant beleid:

bv. onderwijs (+85.500 keuro en 9.500 keuro provisie), knipperlichten VRT:+3808 keuro
De kredieten binnen het loonmodel van onderwijs stijgen t.o.v. BO 2010 bruto met ongeveer EUR 124 miljoen euro. Hiervan komt 12 miljoen euro uit een herverdeling van de provisie algemene middelen, 5 miljoen euro uit de CAO-provisie en 5 miljoen euro uit de provisie structureel bijblad. Bovendien wordt 4 miljoen euro vanuit het loonmodel gecompenseerd naar andere basisallocaties buiten het loonmodel. Netto is er dus een effect in plus van circa 106 miljoen euro. Bovendien zal er in 2010 een 13de maand kindergeld betaald dienen te worden als gevolg waarvan de kredieten met 11 miljoen euro verhoogd worden (die 13de maand zal ESR matig geneutraliseerd worden). Die ramingen van het loonmodel zijn gebaseerd op een aantal assumpties. Het verschil tussen de gebruikte parameterwaarde en de effectieve waarde voor bijvoorbeeld omkaderingscoëfficiënten en vergrijzing verklaren mogelijke afwijkingen tussen begrote en gerealiseerde loonuitgaven. Omdat er onzekerheid is over de toegepaste elasticiteitscoëfficiënten alsook over het stijgingspercentage van het kindergeld contractuelen en de toe te passen vergrijzingscoëfficiënt voor het schooljaar 2010-2011, wordt 9,5 miljoen euro uit de loonkredieten gehaald en in een aparte provisie voorzien.

Bruto stijging loonmodel 124

Verdeling provisies -22

Compensaties 4

Netto stijging 106

13de maand kindergeld -11

Netto stijging lopend jaar

95


->rente-uitgaven
Bij de begrotingsopmaak 2010 werd in het ESR-vorderingensaldo een rente-correctie van 19.700 k euro opgenomen. Op basis van een actualisering van de aan het jaar 2010 toerekenbare rente dient de rentecorrectie ( = verschil tussen toerekenbare rente en ingeschreven rentekredieten na de technische bilaterale BC 2010) opgetrokken te worden met 7.397 k euro tot 27.097 k euro.


->BAM consolidatie: 20.882 keuro
De Bam maakt deel uit van de Vlaamse overheid. De impact van de huidige activiteiten (verschil tussen uitgaven (bv. Van Cauwelaert sluis) en inkomsten wordt geraamd op 20,9 mio euro in 2010.

Bijstelling onderbenutting
De onderbenutting werd bijgesteld van 470 mio naar 456 mio. Vermits er een aantal elementen zijn die wijzen op een overschatting van de onderbenutting (zoals het relatief lage onderbenuttingspercentage in 2009 exclusief de jobkorting, de bijkomende besparingen in 2010), heeft de regering besloten een onderbenuttingsbuffer aan te leggen. Concreet zullen voor 190 mio euro aan beleids- en betaalkredieten in de begroting 2010 worden geblokkeerd.
Pas wanneer er voldoende zekerheid is dat het begrotingsresultaat (dat is een vorderingensaldo van minus 500.000 keuro) wordt gehaald, worden de geblokkeerde kredieten vrijgegeven.

3. Bijkomende beleidselementen
Er worden 60 mio euro aan vastleggingskredieten ingeschreven in de begroting 2010. Hiervan gaat 8 mio euro naar onderhoud wegen, 12 mio euro naar scholenbouw, 3 mio euro naar de aanleg van infrastructuur voor sociale woningbouw, 2 mio euro naar addendum handhaving milieuwetgeving in het kader van de samenwerkingsovereenkomst gemeenten, 15 mio euro naar het verder wegwerken van de wachtlijst inzake restauraties en 15 mio euro naar investeringen in het kader van de herdenking van WO I. Omdat er alleen 60 mio euro aan vastleggingskredieten is toegekend zonder bijhorende betaalkredieten is finaal het verschil tussen beleids- en betaalkredieten gereduceerd van 546 mio euro bij BO 2010 naar 390 mio euro bij BC 2010 (of minus 156 mio euro tov 216 mio euro van Tabel 3). Om de capaciteitsproblemen op te vangen, worden projecten die de capaciteit in betrokken steden en gemeenten effectief uitbreiden bij voorrang goedgekeurd. Er zal daarbij worden op toegezien dat de eventuele negatieve weerslag op geplande realisaties niet meer zal bedragen dan 1 jaar. Er zal ook oog zijn voor het capaciteitsprobleem binnen het Nederlandstalig onderwijs in Brussel. De VR vindt investeringen in O&O belangrijk en wil de dynamiek terzake van de private actoren blijven ondersteunen. Daarom wordt bijkomend 140 mio euro aan kapitaalparticipaties (ESR 8 operaties) voorzien. Hiervan wordt 20 mio euro via PMV voorzien voor het opstarten van een zaaikapitaalfonds in het kader van Vlaanderen Medisch Centrum. De beschikbaarheid van zaaikapitaal laat toe die technologische ontwikkelingen te ondersteunen die binnen Vlaanderen prioriteit krijgen, nl., assistieve technologie, telegeneeskunde, zorg-ICT, diagnostiek en preventie. Het restant, 120 mio euro, wordt voorzien ter ondersteuning van O&O. Bemerk ook dat in het kader van het FFEU de VR beslist heeft om 20 mio euro in 2010 te reserveren voor investeringen in O&O.

4. ESR-vorderingensaldo

ESR-effect BGO 2010 BGC 2010
Algemene begroting Vlaamse ministeries Ontvangsten + 22.396.411 22.739.681 Uitgaven - -23.569.751 -24.067.597
Begrotingssaldo Vlaamse ministeries = -1.173.340 -1.327.916 Ontvangsten + 22.396.411 22.739.681
Deelnemingen en kredietverleningen (esr code 8) - -66.215 -215 Dotaties van instellingen behorende tot de consolidatiekring - -126.034
-145.998
Correctie aanrekening ontvangsten +/- 5.090 -2.937 ESR gecorrigeerde ontvangsten algemene begroting

=

22.209.252

22.590.531
Uitgaven - 23.569.751 24.067.597
Deelnemingen en kredietverleningen (esr code 8) +

-415.997

-589.497
Dotaties aan instellingen behorende tot de consolidatiekring

+


-6.180.695


-6.425.157
Aflossingen schuld (esr code 9) + 0 0 Correctie gelopen intresten +/- 19.700 27.100 Pensioenfonds (negatief = reservevorming) +

-6.200

-6.200
Pensioenfonds VRT (negatief - reservevorming)
-
8.500
8.500
Correctie kinderbijslag + -10.993
Correctie schuldovername Oostende

-
3.855
3.855
ESR gecorrigeerde uitgaven algemene begroting = 16.998.914 17.075.205 Vorderingensaldo Vlaamse ministeries (1) = 5.210.338 5.515.326 Begrotingen te consolideren instellingen Ontvangsten + 9.998.780 10.167.829

Leningen

-

-3

-3
Deelnemingen en kredietverleningen

-

-31.617

-31.010
Dotaties van Vlaamse ministeries en andere te consolideren instellingen
- -6.425.455 -6.682.211
Interne verrichtingen

-

-2.116.450

-2.046.459
ESR gecorrigeerde ontvangsten = 1.425.255 1.408.146

Uitgaven


-

9.998.780
10.167.829
Aflossingen + -39.843 -39.701
Deelnemingen en kredietverleningen + -22.870 -16.216 Dotaties aan Vlaamse ministeries en andere te consolideren instellingen + -245.794 -279.313
Interne verrichtingen + -2.104.250 -1.992.446 ESR gecorrigeerde uitgaven = 7.586.023 7.840.153 Vorderingensaldo te consolideren instellingen (2) = -6.160.768
-6.432.007
Bijdrage Zorgfonds tot het vorderingensaldo (3) +/- -12.897 -12.897 Effect BAM NV - -20.882
Vorderingensaldo (1)+(2)+(3) = -963.327 -950.460 Onderbenutting + 470.000 456.000
Gecorrigeerd vorderingensaldo
=

-493.327

-494.460
Besparing/Extra ontvangst (+)
Nieuw beleid/Minder inkomst (-)