Radboud Universiteit Nijmegen


Geen shariarechtbanken in Nederland

Datum bericht: 23 april 2010

Nederland kent geen shariarechtbanken, zo blijkt uit onderzoek onder leiding van dr. Laurens Bakker van het Nijmegen Institute for Social & Cultural Research van de Radboud Universiteit Nijmegen in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) van het ministerie van Justitie. Vanwege de etnische en religieuze diversiteit onder Nederlandse moslimgroepen is het bestaan van een officieel rechtsprekend instituut voor alle moslims in Nederland ook niet goed voorstelbaar. Het onderzoek is vandaag door de ministers Hirsch Ballin (Justitie) en Van Middelkoop (Wonen, Wijken en Integratie) met een kabinetsreactie naar de Tweede Kamer gestuurd.

Advisering en geschilbeslechting
Wèl zijn er praktijken van advisering en geschilbemiddeling op basis van sharia in Nederland. Veel moslims in Nederland vragen in kleine kring of bij islamkenners advies over kwesties waarin islamitische opvattingen en het leven in de Nederlandse samenleving keuzes nodig maken. Gezamenlijk zoeken ze naar de beste oplossing onder de gegeven omstandigheden: hoe kan een individuele moslim in een niet-islamitisch land volgens islamitische regels leven? Hier gaat het dus veeleer om bemiddeling dan om beslechting van geschillen.

Sharia: goed islamitisch gedrag
Sharia is geen recht in officiële zin en ook geen eenduidig rechtssysteem voor moslims. Er zijn geen algemene wetboeken om conflicten te voorkomen of te beslechten. In de uitleg van de sharia bestaan verschillende stromingen die hebben geleid tot verschillende rechtsscholen. Volgens de onderzoekers is sharia het best te omschrijven als het correct en consequent toepassen van wetten en regels, voorschriften en adviezen van de islam. In westerse landen bevinden zich vaak shariadeskundigen die uitspraken doen over wat goed islamitisch gedrag is in relatie tot de rechtsregels van het land.

Islamitische normen en waarden
De onderzoekers interviewden 93 personen, deels een afspiegeling van de Nederlandse moslimbevolking, deels islamdeskundigen, over hun eigen kennis en beleving van de toepassing van shariaregels in Nederland. De meerderheid beschouwt sharia in eerste instantie als islamitische normen en waarden. Ze passen shariaregels niet bewust toe en associëren het vooral met uitvoerende en normatieve aspecten van religie, niet met juridische zaken. Daarom spreken de onderzoekers liever van `islamitische normen en waarden'.