Rechtbank Rotterdam



Boekpresentatie Zorg om Jeugdzorg

Op vrijdag 23 april is tijdens een bijeenkomst op de Erasmusuniversiteit het boek `Zorg om jeugdzorg' gepresenteerd. Het boek is een verslag van en een vervolg op het congres `Zorg om jeugdzorg' van 24 april 2009. Mevrouw mr. C. van Steenderen, sectorvoorzitter van de sector Civiel van de rechtbank Rotterdam, was een van de sprekers tijdens de boekpresentatie. In haar speech gaat zij in op de ontwikkelingen in het jeugdrecht van het afgelopen jaar en blikt zij vooruit op de plannen voor de toekomst.

Aanleiding voor het congres in 2009 was de brandbrief van een aantal Rotterdamse jeugdrechtadvocaten over de situatie in het jeugdrecht. Een felle discussie, zowel onder professionals als in de media en politiek, volgde op deze brandbrief. Tijdens het congres discussieerden kinderrechters, advocaten, medewerkers van Bureau Jeugdzorg en van de Raad voor de Kinderbescherming over de situatie.

Een jaar later is een boek gepresenteerd met de brandbrief, het verslag van de lezingen en debatten tijdens dit congres, de uitkomsten van de onder de deelnemers gehouden enquête en de reactie van de minister van Jeugd en Gezin. Tevens bevat dit boek enkele tientallen verhalen uit de praktijk, van rechters, advocaten en medewerkers van Bureau Jeugdzorg en de Raad voor de Kinderbescherming, maar ook van een aantal jongeren zelf.

Hieronder leest u de presentatie van mevrouw Van Steenderen over de ontwikkelingen binnen het jeugdrecht:

Ter gelegenheid van het verschijnen van het boek `Zorg om de jeugdzorg' wil ik namens de rechtbank Rotterdam kort iets vertellen over onze voorgenomen integrale aanpak van jeugdzaken.

Ik begin met een -helaas waar gebeurd- verhaal:

Een meisje, laten we haar Joyce noemen, zit in 3 havo. Ze wordt omdat zij langdurig van school heeft verzuimd, gedagvaard om voor de kantonrechter te verschijnen. Haar vader en moeder worden als belanghebbenden voor deze zitting opgeroepen.

Het lijkt erop dat Joyce aan het ontsporen is. Ze houdt zich tijdens het schoolverzuim bezig met strafbare feiten. Zij is inmiddels om die reden ook al met de strafrechter in aanraking gekomen. De oorzaak voor haar problematisch gedrag blijkt gelegen in het feit dat zij door haar vader seksueel is misbruikt. De vader is om die reden onlangs door de civiele rechter van het ouderlijk gezag ontzet. Hoe pijnlijk dat diezelfde vader wel is opgeroepen voor de zitting bij de kantonrechter betreffende het schoolverzuim.

Dit kan natuurlijk niet. Er behoort een betere afstemming binnen de rechtbank plaats te vinden van zaken waarbij minderjarigen zijn betrokken. En dat geldt uiteraard niet alleen voor de oproepen zoals in het voorbeeld hiervoor, maar ook voor de beslissingen die de rechtbank in jeugd straf- en jeugd civiele zaken neemt. Dat zijn we aan de samenleving verplicht.

In de Agenda van de Rechtspraak is verwoord:

"Maatschappelijke relevantie en effectiviteit vereisen dat de Rechtspraak zorgt voor de beslechting van geschillen op een wijze die zoveel mogelijk bijdraagt aan de oplossing van onderliggende problemen van partijen en samenleving"

Of te wel: rechtbank zorgt ervoor dat het risico dat verschillende rechters in zaken die betrekking hebben op één minderjarige langs elkaar oordelen, wordt weggenomen.

Om die reden heeft het gerechtsbestuur een projectopdracht Jeugdrecht opgesteld. Er is een projectgroep samengesteld. De projectgroep heeft in een projectplan het probleem geanalyseerd en de weg naar de oplossing beschreven.

De eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat wij dit plan tot integrale aanpak van jeugdzaken al hadden voordat de `brandbrief' verscheen en voordat het vorige congres plaatsvond. Wel hebben wij de brief opgevat als een (h)erkenning door onze omgeving van de uitdaging waar het jeugdrecht zich voor gesteld ziet.

Deze integrale aanpak moet met de bestaande financiële middelen geschieden. Met andere woorden: we hebben er (helaas) niet meer geld bij gekregen. Er zullen dus keuzes gemaakt moeten worden. Een verantwoordelijkheid die onze rechtbank niet uit de weg is gegaan. En die keuzes zijn ook gemaakt.

Wat gaan we concreet doen?


- Er is gekozen voor een integrale benadering van alle jeugdzaken, dus ongeacht het rechtsgebied, civiel, kanton of straf, deze zaken zullen in één team behandeld gaan worden. De clustering van jeugdzaken wordt vooralsnog bestuurlijk opgehangen in de sector civiel recht.


- Per 1 juli a.s. zal er een ontvlechting van de familie- en jeugdteams plaatsvinden en uiterlijk 1 januari 2011 zal het jeugd strafdeel aan het jeugd civiele team worden toegevoegd.


- Er komen 2 familieteams en één jeugdteam.


- Het verder gelegen doel is het doen van gecombineerde zittingen

Deze hernieuwde werkwijze wordt momenteel doorgevoerd. Er zijn 4 werkgroepen (werkgroep jeugd, werkgroep familie, werkgroep administratie en werkgroep ondersteunende processen) ondersteund door een klankbordgroep in het leven geroepen. Er wordt ongelooflijk hard gewerkt door alle leden (terwijl het primaire proces natuurlijk gewoon doorgaat). Uit een recente bijeenkomst met medewerkers uit de civiele- en strafsector bleek dat er meer dan voldoende draagvlak voor deze reorganisatie bestaat.

Kortom: wij hebben er zin in en de jeugdige heeft recht op en krijgt dus een integrale aanpak!

Bovendien kan ik aangeven en daar ben ik best trots op, dat de samenwerking in de jeugdketen nu al is verbeterd. Op dit moment zijn er de volgende concrete ontwikkelingen te melden die ertoe leiden dat we allemaal ons werk beter kunnen doen:


- Alle gezinsvoogden krijgen een juridische training die verzorgd wordt door de juridische afdeling van Bureau Jeugdzorg in samenwerking met de rechtbank en de advocatuur;


- De spoedkwesties m.b.t. gesloten jeugdzorg worden sinds 1 januari binnen 2 dagen op zitting behandeld in plaats van op een termijn van 2 weken;


- In juni vindt er een professionele ontmoeting tussen de rechtbank en advocatuur plaats. Daar zullen twee sprekers een inleiding op het terrein van het familierecht en van het jeugdrecht houden. Vervolgens zullen de rechters en advocaten uiteen gaan om aan de hand van stellingen te discussiëren. De uitkomsten van de discussie worden vervolgens plenair besproken.

En uiteraard zijn er regelmatig overleggen van de rechtbank met de diverse partners. Die zijn stuk voor stuk constructief en plezierig. En ook de bijeenkomst van vanmiddag is een mooi voorbeeld van onze samenwerking. Wie had kunnen denken dat er een gezamenlijk boek zou verschijnen. We weten elkaar in goede en slechte tijden te vinden.

Bron: Rechtbank Rotterdam Datum actualiteit: 23 april 2010 Naar boven