ChristenUnie
Bijdrage Ed Anker vreemdeling- en asielbeleid
Bijdrage Ed Anker vreemdeling- en asielbeleid
woensdag 24 maart 2010 10:00
De heer Anker (ChristenUnie): Voorzitter. Wij hebben vandaag een
algemeen overleg met een keur aan onderwerpen. Er komt binnenkort nog
een dergelijk AO aan over Europa. Ik ben blij dat we daar ook even de
tijd voor nemen. Op dat moment is er voldoende voer voor een stevig
debat. De meeste sprekers hebben de agenda al redelijk doorgewerkt.
Ook ik wil iets zeggen over Griekenland. Het is goed om te lezen wat er
al is gebeurd. Het reisverslag, de heel praktische ondersteuning door
de IND en de Nederlandse overheid zijn ontzettend goede zaken. Volgens
mij is dit ook dé manier om het te doen. Het is echt lastig dat er aan
de ondergrens van Europa -- ik bedoel dit niet figuurlijk maar
geografisch: de zuidgrens -- zo veel problemen zijn. Het is niet goed
om dan maar te zeggen dat we stoppen met de afspraken die we in Europa
hebben gemaakt. Het is heel vervelend om in dit debat over belonen te
spreken, maar daarmee zouden we als het ware slecht gedrag belonen. Ik
vind wel wanneer dat we zien dat er grote problemen zijn we heel
praktisch moeten helpen, ook al omdat wij hier in het midden van Europa
redelijk in de gaten hebben hoe dingen goed kunnen. Mijn concrete vraag
is of Nederland het enige land is dat op deze manier praktische hulp
biedt. Wordt er nagedacht en gesproken over de mogelijkheid om dit meer
gebundeld te doen? De problemen zijn immers zo groot. Wij kunnen niet
de gehele asielketen van Griekenland overnemen, maar het zou heel goed
zijn als landen die in dit dossier vooroplopen en goede systemen en
methoden hebben ontwikkeld, helpen om in Griekenland orde op zaken te
stellen.
Het is een tijdlang rustig geweest in deze commissie wat het onderwerp
Afghanistan betreft, maar buiten op het Plein was het dat niet. We
hebben een groot debat gevoerd over 1F'ers. Daarin is een heel aantal
zaken voorgesteld. Een van de belangrijkste was dat er contact zou
worden opgenomen met de UNHCR en dat er overlegd zou worden over de
vraag wat we met het roulatiesysteem moeten. Ik denk niet dat het
verstandig is dat we over en weer verwijten maken, maar het is wel
vervelend dat er een brief wordt verstuurd door de minister van
Buitenlandse Zaken waarin staat: jullie hebben onze manier van
verslaglegging verkeerd begrepen, dit is alleen maar een samenvatting
van zo'n rapport; er zit nog een heleboel achter. Als je op dat niveau
informatie uitwisselt en brieven schrijft ... Ik had iets meer warmte
verwacht.
We zitten nu wel met de situatie dat de UNHCR sterkere conclusies heeft
getrokken dan het ministerie, namelijk dat er geen bewijs is voor het
roulatiesysteem. Het ambtsbericht uit 2000 was op dat punt altijd al
omstreden en je zou dus kunnen zeggen dat het met deze conclusie alleen
maar meer omstreden is geworden. Wat is de reactie daarop van het
kabinet? Ik sluit mij van harte aan bij hetgeen de heer Spekman zojuist
zei: er is een intensivering van het onderzoek geweest op deze
dossiers. We hebben meer mensen naar Afghanistan gestuurd, de 1F-unit,
de KLPD. Er zou inmiddels meer informatie binnen moeten zijn gekomen.
Volgens mij moeten wij toch, met het geheel in de hand en met iedereen
die van goede wil is, zowel Buitenlandse Zaken als de UNHCR als IND en
KLPD, enigszins aan waarheidsvinding kunnen gaan doen? Ik hoor hier
graag een reactie op van de minister. Hoe staat het er nu mee? Ik heb
geen zin in onverkwikkelijke discussies over de vraag wie het wel of
niet goed zou hebben.
Zoals ik zojuist al zei in een interruptie bij de heer De Krom, begrijp
ik de voorzichtige en terughoudende opstelling van het kabinet met
betrekking tot de motie-Spekman. Het wil het een jaar gaan proberen en
stevig monitoren. Ik begrijp ook de zorgen die de IND heeft geuit. Toen
we de moties indienden en hierover discussieerden, wisten we allemaal
dat het ontzettend lastig is om het te doen. Er is hard over nagedacht,
met het idee dat we misbruik willen voorkomen maar geen zieke mensen op
straat willen zetten. Dat geldt niet alleen voor mensen die niet kunnen
reizen, maar ook voor mensen die echt alle reden hebben om een medische
verblijfsvergunning aan te vragen, omdat ze bijvoorbeeld niet behandeld
kunnen worden in het land van herkomst. Ik ben dus heel blij dat het
kabinet die uitdaging aangaat en het gaat proberen, met alle zorgen van
dien. Het is goed dat we het komende jaar stevig betrokken blijven bij
de gehele uitvoering.
Dit brengt mij bij de vraag wat er is gebeurd met mijn motie, ingediend
in het kielzog van de motie-Spekman en het amendement-Spekman, waarin
staat dat er nog een aantal andere groepen is die rechtmatig in
Nederland verblijft. De ene groep heeft iets meer behoefte aan opvang,
omdat er niet snel een alternatief is. Daar zou een onderzoek naar
worden gedaan. Ik heb alle begrip voor de wisseling van de wacht die
heeft plaatsgevonden, maar vraag wel aan de minister of hij ook de
uitvoering van deze motie voortvarend ter hand wil nemen.
Ook staat vandaag het IGZ-rapport over medische zorg in detentie op de
agenda. Ik heb al een paar keer aandacht gevraagd voor dit onderwerp.
In het rapport wordt een heel aantal aanbevelingen gedaan. Ik vraag de
minister hoe hij daarop reageert. Ik heb namelijk -- ik zeg het even
uit mijn hoofd -- drie concrete reacties gezien in de brief, maar het
aantal aandachtspunten is nog groot. Ik vraag me dus af of nu alles
gedeeld is. Een punt dat ik wel las in het rapport maar niet zozeer in
de brief, betreft de continuïteit in de zorg. Er zijn incidenten
geweest waarbij iemand werd opgepakt en in vreemdelingendetentie werd
gezet, maar geen medicijnen kreeg. Het gaat dan niet om
paracetamolletjes, maar bijvoorbeeld om hiv-remmers, medicijnen waar je
niet te lang zonder moet zitten, maximaal 48 uur uit mijn hoofd, maar
het zou zelfs 24 uur kunnen zijn. Aan het einde van de detentie vindt
een warme overdracht plaats, met een uitgebreid medisch dossier. Wat
gebeurt er echter precies aan het begin van de detentie? De titel van
het rapport is Medische diensten in detentiecentra: verantwoorde zorg
maar nog niet geborgd. Juist het begin van de detentie is een heel
kwetsbaar moment. We moeten niet geconfronteerd worden met
weekenddiensten en ad hoc problemen die een goede continuïteit van de
zorg in de weg staan.
Ed Anker