ChristenUnie
Bijdrage Ernst Cramer algemeen overleg mestbeleid
Bijdrage Ernst Cramer algemeen overleg mestbeleid
donderdag 25 maart 2010 10:00
De heer Cramer (ChristenUnie): Voorzitter. Ik wil beginnen met de
buitengewoon interessante bijdrage van de heer Koopmans aan dit debat.
Ik ben heel blij met de opmerkingen van de CDA-fractie. Ik heb ongeveer
een jaar geleden mijn nek uitgestoken voor het handhaven van de
dierrechten. Dat debat heugt mij nog enigszins. Dit geluid van de
CDA-fractie is belangrijk voor de sector.
Er staan buitengewoon belangrijke onderwerpen op de agenda, die alle
één ding gemeen hebben, namelijk de mest. Vorig jaar is door de fractie
van de ChristenUnie gevraagd om een verhoging van de normen voor onder
andere zaaiuien, zomertarwe en zomergerst, omdat uit onderzoek
duidelijk de noodzaak van hogere normen voor kleigrond ter verlaging
van milieurisico's is gebleken. Tot op heden is, voor zover wij kunnen
nagaan, hieraan geen invulling gegeven. Wat is daarvan de reden? Het
lijkt ons de moeite waard om hier toch werk van de maken.
De sector heeft het verzoek gedaan om, net als in de biologische
landbouw, reparatiebemesting voor fosfaat op grasland en bouwland in te
kunnen vullen met dierlijke mest of producten daaruit. Gezien het
streven om kringlopen te sluiten en zoveel mogelijk dierlijke mest te
gebruiken in plaats van in te zetten op kunstmest, lijkt me dat ook
niet zo'n gekke vraag. Kan de minister aangeven hoe zij dit verzoek
ziet?
Een tweede punt dat de sector naar voren brengt betreft de relatie Pw-
en het PAL-getal en de fosfaatbeschikbaarheid voor de plant. Het blijkt
dat er uit een aantal fosfaatfixerende gebieden met die hoge Pw- en
PAL-getallen een lage fosfaatgebruiksnorm geldt. Maar gewassen op deze
gronden komen vanwege de fosfaatfixerende werking niet aan hun
behoeften. Is de minister bereid te onderzoeken of hogere normen
mogelijk zijn, zonder extra milieurisico?
Ook over mestbewerking wil ik een specifiek punt naar voren brengen,
namelijk de covergisting en de praktische problemen rondom de
positieflijst. Het blijkt dat alleen vrachten die geheel bestaan uit
één product van de positieflijst mogen worden aangeboden voor
covergisting. Geen mengsels dus, omdat de AID dat niet zou kunnen
controleren. Dat leidt ertoe dat het overgrote deel van de vrachten nu
naar Duitsland en België gaat. Vrachten brengen vrachtkosten met zich
en extra CO2 -uitstoot en dat is dan weer jammer. Het is dus heel
lastig om een hele vracht met één restproduct samen te stellen. Dat
lijkt mij een ongewenste ontwikkeling. Schieten we met die regel het
doel niet te ver voorbij?
Er zijn steeds betere technieken beschikbaar om organische mest aan te
wenden, ook in het groeiseizoen. Daarover is de afgelopen weken in de
vakpers veel geschreven. Hierdoor kan meer organische mest worden
afgezet en is een betere spreiding door de seizoenen heen mogelijk. Een
nadeel van emissiearm aanwenden is dat het lastig is als er planten
staan. De beschikbare technieken voldoen dan niet aan de eis die
daaraan wordt gesteld. Omdat er veel voordelen aan zitten, lijkt het de
fractie van de ChristenUnie goed als er een uitzondering kan komen op
deze eis, zodat bijvoorbeeld in het groeiseizoen alternatieve
technieken toegepast mogen worden. Graag een reactie van de minister op
dat punt.
Over het Besluit huisvesting is vorig jaar uitvoerig gesproken.
Toenmalig minister Cramer heeft tot 2013 uitstel verleend aan bedrijven
die niet onder de IPPC-richtlijn vallen, op voorwaarde dat per 1 april
de bedrijfsontwikkelplannen zouden zijn ingediend. Duidelijkheid over
de details ontbrak lange tijd. De fractie van de ChristenUnie is daarom
blij met de duidelijkheid die de minister van VROM heeft gegeven, niet
alleen voor de ondernemer maar ook omdat de maatregelen en de
uitzonderingen heel helder binnen het kader van het NEC-plafond worden
gesteld. Ik waardeer overigens de keuze om extra lucht te geven aan
stoppende ondernemers door hen tot 2020 de tijd te geven. Ook dat is
een belangrijk signaal aan de sector. Het wat langer doorgaan van een
activiteit wordt immers ruimschoots gecompenseerd door de impact van
emissiereducerende technieken die op de vele vitale bedrijven dan wel
kunnen worden toegepast. Ik ben wel benieuwd hoe dit praktisch vorm
krijgt. Geven ondernemers zonder opvolger in hun bedrijfsontwikkelplan
aan dat zij na 2020 stoppen?
Mevrouw Ouwehand (PvdD): Ik hoorde de woordvoerder van de ChristenUnie
zojuist zeggen dat hij het niet zo prettig vindt wanneer een oplossing
in het kader van het mestprobleem meer vrachten betekent en dus
CO2 -uitstoot, omdat de CO2 -uitstoot juist moet worden beperkt.
Geldt eenzelfde redenering voor emissiebeperkende maatregelen?
De heer Cramer (ChristenUnie): Ik snap de hele vraag niet. Als je mest
gaat verwerken, heeft dat toch alles te maken met emissiebeperking? Of
zie ik dat fout?
Mevrouw Ouwehand (PvdD): De eerdere opmerking ging over toegenomen
CO2 -uitstoot in het kader van mestmaatregelen. Nu hebben we het over
het Besluit huisvesting, over ammoniakemissies. Geldt voor de fractie
van de ChristenUnie dan ook dat daar geen hogere CO2 -uitstoot
tegenover zou moeten staan?
De heer Cramer (ChristenUnie): Ik snap niet wat mevrouw Ouwehand
bedoelt. Het gaat erover dat wij de huisvestingseisen willen
terugbrengen.
Mevrouw Ouwehand (PvdD): Het gaat over het terugdringen van de
ammoniakemissies. Daar kunnen technische maatregelen voor worden
opgevoerd en dat gebeurt ook volop. Het nadeel van bijvoorbeeld
luchtwassers is dat het energieverslindende apparaten zijn. Ik vraag
mij af of de heer Cramer ook van ammoniakbeperkende maatregelen vindt
dat die geen hogere CO2 -uitstoot mogen veroorzaken.
De heer Cramer (ChristenUnie): Nu wordt de vraag duidelijker. Door nu
tegen ondernemers te zeggen dat zij aan mestvergisting en covergisting
mogen doen, terwijl dat niet goed wordt ingevuld, zullen er veel
vrachtwagens moeten gaan rijden. Dat heeft een CO2 -opdrijvend effect.
Daarom vind ik het goed als er actie wordt ondernomen, opdat men niet
kiest voor eenzijdige productenstromen. Dan zijn we dat deel van
CO2 -opdrijving kwijt. Dat is ten opzichte van de bestaande situatie
een CO2 -reductie. Zo simpel is het.
Mevrouw Ouwehand (PvdD): Dan wil ik ook weten hoe de ChristenUnie staat
tegenover ammoniakemissiebeperkende maatregelen. Beperking van die
emissie kan men bereiken door de veestapel te laten krimpen. Daar is
mijn fractie heel erg voor. Men kan ook proberen met technische
maatregelen, zoals luchtwassers, de ammoniakemissie terug te brengen.
Die zorgen, gezien het enorme energieverbruik, voor extra
CO2 -uitstoot. Accepteert de ChristenUnie dat?
De heer Cramer (ChristenUnie): Een deel van de energie die nodig is
voor luchtwassers kan groen worden opgewekt. Dat kan CO2 -beperkend
zijn. Veel belangrijker is nog dat er biologische luchtwassers zijn die
nauwelijks energie verbruiken of in ieder geval veel minder energie
verbruiken dan de mechanische. Dus er zijn meer mogelijkheden als we de
discussie aan moeten gaan over CO2 -reductie versus ammoniakreductie.
De ChristenUnie gaat de discussie aan over de omvang van de veestapel
en over het ammoniakprobleem. Tegen die achtergrond is de notitie over
de PAS een belangrijk discussiestuk. Aan die discussie zal de
ChristenUnie gewoon een steentje bijdragen. Met luchtwassers kan de
ammoniakuitstoot drastisch worden teruggebracht en dat heeft een veel
groter effect op het milieu dan de CO2 -uitstoot in zijn algemeenheid
direct. Dan lijkt het mij het beter om van twee kwaden de minste te
kiezen. Ik ben daarvoor, maar ik vind ook dat de andere discussie niet
moet stoppen. Daarover is de ChristenUnie altijd heel duidelijk
geweest.
De voorzitter: Mijnheer Cramer vervolgt zijn betoog. Hij heeft nog drie
minuten spreektijd.
De heer Cramer (ChristenUnie): Voorzitter. Maak er maar vier van als ik
naar de heer Koopmans kijk.
Worden de beschikbare ammoniakrechten ingenomen als de bedrijven gaan
stoppen ten gunste van een emissiebank voor bedrijven met groeipotentie
in het kader van de PAS? Het is goed dat er ruimte komt voor plaatsing
van proefstallen op de RAV-lijst. Dat blijft belangrijk voor de
verduurzaming.
Wat de pluimvee betreft sluit ik mij aan bij mijn collega Koopmans. Dat
scheelt mij dan weer tekst.
De minister is in haar brief erg helder over het Varkensbesluit. Hoewel
het voor het dierenwelzijn goed zou zijn om de norm van 1 vierkante
meter te hanteren, is het voor veel varkenshouders op dit moment
onhaalbaar om naar die norm over te schakelen. De ChristenUnie steunt
de minister in haar besluit. Daarbij is mijn fractie niet over een
nacht ijs gegaan. Voor de ChristenUnie is doorslaggevend dat via het
marktspoor alsnog ingezet wordt op een verhoging van de oppervlakte
voor de dieren. Dat heb ik al een aantal keren in deze debatten
bepleit. We moeten inzetten op de retail en op die manier de klant
verleiden, bereid te zijn meer te betalen voor het product. In die zin
zijn de afspraken die VION, Albert Heijn en de consument gemaakt hebben
buitengewoon belangrijk. Er wordt nu niet achterover geleund, want er
is volop kans dat de consument bereid is om meer te betalen via de lijn
van het marktspoor. Dat zal ook de dierenwelzijnseisen ten goede komen.
Ik heb er veel vertrouwen in dat het veranderingsproces juist via dit
marktspoor veel sneller gaat dan met het eenzijdig opleggen van hogere
normen.
De voorzitter: Mevrouw Ouwehand, voor de laatste keer.
Mevrouw Ouwehand (PvdD): Hoe denkt de fractie van de ChristenUnie de
leefomstandigheden van de varkens te verbeteren die bestemd zijn voor
de export?
De heer Cramer (ChristenUnie): Mag ik de rest van mijn tekst oplezen?
Daarin staat het antwoord.
De voorzitter: En mevrouw Ouwehand luistert aandachtig.
De heer Cramer (ChristenUnie): Ik begin met: begrijp mij niet verkeerd.
Dat staat gewoon in mijn tekst. Dat moet goed komen. Indien nodig moet
de overheid hogere normen stellen. Wat de ChristenUnie betreft zorgt de
overheid nu voor een ambitieuze basisnormering, maar die hebben we al.
Nederland is nog steeds koploper in Europa. Zelfs als de eisen worden
aangescherpt, zoals in Duitsland, gaat men ons nog niet voorbij. Dan
ben ik wel zo reëel om de koppeling die de minister voorstelt, een
verdere verhoging, ook als de normen Europabreed omhoog gaan, te
volgen.
In dat licht wil ik nog een paar korte vragen stellen. Zou het niet
goed zijn om de supermarkten te verbieden om te stunten met vlees? Dan
schieten we dat doel voorbij. Het tussensegment moet gaan werken. Dat
lukt echt niet als je stunt met prijzen. Ik vraag de minister of zij
van zins is om een evaluatiemoment in te lassen om het effect van het
marktspoor nader te bezien.
Mevrouw Ouwehand (PvdD): Ik heb een korte vervolgvraag. Wat bedoelt de
heer Cramer met "indien nodig"? Het pleidooi van de fractie van de
ChristenUnie is om via het marktspoor te werken. In de afspraken tussen
Albert Heijn en VION zien wij een verbetering van het welzijn van
varkens waar wij ons in kunnen vinden. Geldt voor de fractie van de
ChristenUnie het "indien nodig" als die afspraken voor de andere
varkens niet gelden?
De heer Cramer (ChristenUnie): Nee, we hebben voor alle
varkenshouderijen al een behoorlijk ambitieuze norm. Dat lijkt mij goed
voor de bedrijven. Het geeft ook zekerheid. Als dat marktspoor meer
gaat betekenen voor de andere varkenshouderijen, zullen bedrijven om
die reden omschakelen. Als dat gebeurt, hebben wij een grote slag
geslagen.
De heer Koopmans (CDA): Ik ben onder de indruk van het evenwichtige
standpunt van de ChristenUnie. Is de heer Cramer het met mij eens dat
dit beleid kan voorkomen dat veel Nederlandse retailers buitenlandse
producten naar Nederland halen voor heel weinig geld, wat de huidige
praktijk is? Wij zullen dan in Nederland in de retail veel meer gaan
werken met goede Nederlandse producten die aan de eisen voldoen. Dat
lijkt mij een prachtig voordeel van het voorstel van de heer Cramer.
De heer Cramer (ChristenUnie): Ik raak ontroerd, want ik heb eerder in
de Kamer bepleit, te onderzoeken of wij op de goede weg zitten met de
wereldhandel. Ik kan mij de woorden herinneren die mijn collega
Koopmans toen sprak. Dus er zijn vandaag op drie, bijna vier punten --
de kilometerbeprijzing is de enige die we nog moeten binnenhalen --
belangrijke slagen gemaakt met het CDA. Mijn geluk kan echt niet op. Ik
deel de conclusie van mijn collega Koopmans volledig.
De voorzitter: Voordat er een discussie ontstaat en collega's elkaar
verkeerd gaan begrijpen, geef ik het woord aan de heer Polderman.
Ernst Cramer