Amnesty International

Nederland

Nederland moet stoppen met gedwongen uitzettingen naar Irak

27 april 2010 Amnesty International roept de regering van Irak op onmiddellijk de bescherming van burgers te verbeteren, op het moment dat een nieuwe golf van dodelijk geweld het land overspoelt. Gedwongen uitzettingen door landen als het Verenigd Koninkrijk, Zweden, Noorwegen, Denemarken en Nederland moeten stoppen. Een nieuw Amnesty International rapport Iraq:Civilians Under Fire, beschrijft hoe honderden burgers ieder maand gedood worden of gewond raken. Velen zijn bewust het mikpunt van gewapende groepen vanwege hun religieuze, etnische of seksuele identiteit of omdat zij zich uitspreken tegen mensenrechtenschendingen.

Irakezen leven nog steeds in een klimaat van angst, 7 jaar na de door Amerikanen geleide invasie. De Iraakse autoriteiten zouden veel meer kunnen doen om veiligheid te verbeteren, maar keer op keer slagen zij er niet in de meest kwetsbaren in de samenleving te beschermen, zo zegt Amnesty International.

Amnesty International dringt er bij de Iraakse autoriteiten op aan meer te doen om hen die speciale risicos lopen te beschermen en de verantwoordelijken voor gewelddadige misdaden te berechten zonder toepassing van de doodstraf. Hoewel de Iraakse veiligheidstroepen, buitenlandse troepen en familieleden van slachtoffers verantwoordelijk zijn voor sommige mensenrechtenschendingen, worden de meeste moorden begaan door gewapende groepen zoals al-Qaïda in Irak.

Mensenrechtenactivisten, journalisten en politieke activisten zijn vermoord of verminkt vanwege hun werk. Omar Ibrahim Al-Jabouri, hoofd van de public relations afdeling van het Rasheed TV station, bracht het er maar net levend vanaf na een aanslag op 13 april 2010. Op weg naar kantoor verloor hij beide benen nadat een bom ontplofte die vastgemaakt was aan zijn auto.

Religieuze en etnische minderheden zijn voortdurend doelwit, waarbij tenminste 8 christenen vermoord werden in Mosul in Februari 2010, bij een serie vermoedelijk sektarische aanvallen. De christelijke studenten Zia Toma(22) en Ramsin Schmael(21) werden door onbekende gewapende mannen tot stoppen gedwongen bij een bushalte in Mosul. De mannen vroegen om hun identiteitskaarten en openden vervolgens het vuur waarbij Toma gedood werd en Shmael gewond raakte.

Vrouwen en meisjes lopen speciale risicos van zowel gewapende groepen als familieleden. Leden van de homogemeenschap leven onder voortdurende dreiging van geweld in een land waar homoseksualiteit niet getolereerd wordt. Moslimgeestelijken dringen er bij hun volgelingen op aan om homoseksuelen aan te vallen. Hakim, een 34- jarige man uit Najaf vertelde dat zijn partner in Oktober 2008 ontvoerd werd en mishandeld is door leden van het leger van de Mahdi, nadat ze gehoord hadden van hun relatie. Na zijn vrijlating ontvingen beide mannen doodsbedreigingen van het leger van de Mahdi, waaronder een brief met 3 kogels.

Als gevolg van de voortdurende onveiligheid, zijn honderdduizenden Irakezen, inclusief een disproportioneel deel van de minderheden, gedwongen uit hun huizen weg te vluchten. Vluchtelingen en ontheemden zijn nog kwetsbaarder voor geweld en economische achterstelling.

Amnesty International vraagt de Iraakse autoriteiten om onmiddellijk maatregelen te nemen om de veiligheid van burgers te verbeteren. Zij moeten dit in overleg met de getroffen groepen zien te realiseren.

In de tussentijd moeten de autoriteiten beginnen alle aanvallen op burgers te onderzoeken en de daders verantwoordelijk stellen voor hun misdaden volgens internationaal recht. Zij moeten de gewapende groepen onmiddellijk ontwapenen en de aanduiding tot welke religie men behoort op identiteitskaarten onmiddellijk beëindigen.

Alle gewapende groepen in Irak moeten onmiddellijk stoppen met het schenden van mensenrechten, inclusief aanvallen op burgers, ontvoeringen en marteling.

Amnesty International vraagt landen om vluchtelingen niet gedwongen naar Irak terug te sturen zolang het land instabiel blijft. Diverse Europese landen- Denemarken, Noorwegen, Zweden, het Verenigd Koninkrijk, maar ook Nederland- sturen mensen gedwongen terug naar Irak. Ze schenden daarbij de richtlijnen die de VN- Vluchtelingenorganisatie UNHCR opgesteld heeft.

Amnesty International heeft diverse Irakezen gesproken die op 30 maart 2010 uitgezet zijn vanuit Rotterdam naar Irak. Een van de 35 uitgezette vluchtelingen was een 22- jarige Shiitisch-Turkmeense man uit Tal Afar, een stad ten noorden van Mosul. In Tal Afar zijn de afgelopen jaren honderden burgers vermoord als gevolg van sektarisch of ander politiek gemotiveerd geweld. Dit geweld duurt nog steeds voort. Half april was de man nog steeds gestrand in Bagdad.