European Union



| | | |

|RAAD VAN                 |                                       |NL         |
|DE EUROPESE UNIE         |                                       |           |
|Brussel, 22 maart 2010                                              |
|7810/10 (Presse 72)                                                 |
|P 12                                                                |
|(OR. en)                                                            |
|PERSMEDEDELING                                                      |
|Betreft: Onderwerp: Wereldwaterdag, 22 maart                        |
|Verklaring van de Hoge Vertegenwoordiger, Catherine Ashton, namens  |
|de EU bij de viering van Wereldwaterdag op 22 maart                 |
De EU bevestigt andermaal haar engagement voor de volledige verwezenlijking van alle mensenrechten, aangezien alle mensenrechten voortkomen uit de inherente waardigheid van de mens. Ter illustratie van haar krachtige inzet voor het propageren en beschermen van de economische, sociale en culturele rechten, viert de EU de Europese Waterdag en Wereldwaterdag.

Op Wereldwaterdag bevestigt de Europese Unie dat op het gebied van mensenrechten alle staten verplichtingen hebben met betrekking tot toegang tot drinkwater, dat beschikbaar, fysiek toegankelijk, betaalbaar en van aanvaardbare kwaliteit moet zijn.

De EU erkent ook dat de verplichtingen op het gebied van mensenrechten, met betrekking tot toegang tot veilig drinkwater en sanitaire voorzieningen, nauw samenhangen met individuele mensenrechten - zoals het recht op huisvesting, voeding en gezondheid. Zo wordt diarree in 88% van de gevallen veroorzaakt door onveilig water en sanitair, hetgeen leidt tot de dood van ongeveer 2,2 miljoen mensen per jaar, waarvan de meesten kinderen onder de vijf zijn. Ongeveer elke 20 seconden sterft ergens ter wereld een kind aan de gevolgen van diarree of een infectieziekte die gerelateerd is aan de kwaliteit en de beschikbaarheid van drinkwater, gebrekkige hygiëne en ontoereikende sanitaire voorzieningen.

Maar meer nog dan het verband met individuele rechten, vormt toegang tot veilig drinkwater een bestanddeel van het recht op een toereikende levensstandaard, en hangt nauw samen met menselijke waardigheid.

De EU geeft zich er rekenschap van dat verscheidene organen van de Verenigde Naties, maatschappelijke organisaties, deskundigen, praktijkmensen, regeringen en anderen oproepen tot een bredere erkenning van het mensenrecht op water. De erkenning van de mensenrechtelijke verplichtingen inzake toegang tot veilig drinkwater houdt de mogelijkheid in het lot te verbeteren van ongeveer 884 miljoen mensen die toegang tot verbeterde drinkwaterbronnen missen, en van meer dan 2,5 miljard mensen die geen toegang tot sanitaire basisvoorzieningen hebben.

De EU viert de 13e Wereldwaterdag, en dit jaar de eerste Europese Waterdag. Voor de EU is 22 maart een unieke gelegenheid ons allen eraan te herinneren dat oplossingen haalbaar zijn, en ook dat mensenrechten een beslissende bijdrage leveren aan het realiseren van deze oplossingen. De beginselen van participatie, non-discriminatie en verantwoording zijn cruciaal om de verschoppelingen van de samenleving te leren voor zichzelf op te komen, en om aan te tonen dat deze essentiële zaken niet langer een kwestie van liefdadigheid zijn.

Dit jaar is het thema van Wereldwaterdag "schoon water voor een gezonde wereld". Water voor persoonlijk en thuisgebruik moet veilig zijn, en daarom vrij van stoffen die een gevaar voor de gezondheid vormen. Toegang tot toereikende en veilige sanitaire voorzieningen vormt een van de belangrijkste mechanismen om de kwaliteit van drinkwater te beschermen.

De EU juicht de acties van een aantal landen - waaronder een aantal EU- lidstaten - toe die deze tragische situatie moeten verbeteren, door op nationaal en internationaal niveau specifieke maatregelen, inclusief wetgevingsmaatregelen, te nemen om de toegang tot veilig drinkwater en sanitaire voorzieningen te verbeteren.

De kandidaat-lidstaten Kroatië* en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië*, de landen van het stabilisatie- en associatieproces en potentiële kandidaat-lidstaten Albanië, Bosnië en Herzegovina, Montenegro en Servië, en de EVA-landen IJsland, Liechtenstein en Noorwegen, die lid zijn van de Europese Economische Ruimte, alsmede Oekraïne, de Republiek Moldavië, Armenië, Azerbeidzjan en Georgië sluiten zich aan bij deze verklaring.


* Kroatië en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië blijven deel uitmaken van het stabilisatie- en associatieproces.