Antillenhuis


Toespraak premier De Jongh-Elhage in de Tweede Kamer, 15 april 2010

\"\"

Mevrouw de voorzitter,

Om te beginnen wil ik u bedanken voor de bijzondere gelegenheid die u mij biedt om hier in deze zaal op deze voor de Antillen zo belangrijke dag het woord te mogen voeren.

De afgelopen dagen is in deze Tweede Kamer het pakket rijkswetten en de wijziging van het Statuut behandeld, die het mogelijk maken dat de eilanden van de Nederlandse Antillen op 10 oktober aanstaande hun nieuwe status verkrijgen. Het land de Nederlandse Antillen zal ophouden te bestaan.

Aan de beraadslagingen hebben ook leden van de Staten van de Nederlandse Antillen en van de Staten van Aruba kunnen deelnemen. Het is een mooi voorbeeld van de gezamenlijkheid binnen het Koninkrijk en ik ben dankbaar voor hun inbreng in het debat.

Zo dadelijk zult u over het wetgevingspakket, de amendementen en moties stemmen.

Dat is een belangrijk, bepalend moment in het proces van staatkundige hervorming van ons Koninkrijk. Ik hoop dat u in uw besluitvorming dit historisch moment voor alle landen van het Koninkrijk en voor de eilanden Curaçao, Sint Maarten, Bonaire Saba en Sint Eustatius onderkent.

De bevolking van elk van de eilanden van de Nederlandse Antillen heeft in referenda kunnen kiezen voor een nieuwe staatkundige toekomst.

Ze spraken zich in overgrote meerderheid uit voor een andere bestuurlijke status voor hun eilanden binnen het Koninkrijk.

Want hoeveel politieke en geografische verschillen er ook zijn: onze bevolking hecht grote waarde aan het behoud van de historische banden binnen het Koninkrijk. Ondanks zaken die ons scheiden, is er veel wat ons bindt en zal blijven binden.

Ik verwacht dat straks, als de nieuwe verhoudingen zijn uitgekristalliseerd, samenwerking op tal van terreinen nieuwe impulsen zal krijgen. Er komen nieuwe kansen voor samenwerking.

De wetten waarover u zo dadelijk zult stemmen, bieden hiervoor een hechte basis.

Mevrouw de voorzitter,

Misschien is het doorsnijden van oude banden wel nodig om nieuwe levensvatbare en veelbelovende nieuwe relaties te doen opbloeien. Onze banden met Aruba krijgen ook langzamerhand een nieuwe en veelbelovende vorm. Ik ben blij dat met de steun van onze Arubaanse vrienden aan dit proces.

Het ordentelijk opheffen van een land en het oprichten van nieuwe staatkundige entiteiten is niet envoudig gebleken. Er zijn ook maar weinig geslaagde voorbeelden van in de wereld. Bovendien moesten we ook nieuwe verhoudingen binnen het verband van het Koninkrijk ontwerpen en formuleren.

Het is een complex proces geworden.

Maar we zullen er in slagen. Dat is vandaag nog eens onderstreept.

De resultaten die vandaag voorliggen hebben we bereikt door goed en in wederzijds vertrouwen met grote inzet samen te werken aan een ingewikkeld en uitgebreid stelsel van wetgeving.

Dat is niet altijd even gemakkelijk geweest, maar omdat we samen hetzelfde doel voor ogen hadden en met een positieve instelling de vraagstukken hebben benaderd, zijn we er uitgekomen.

Dat stemt tot grote dankbaarheid, omdat ons einddoel nu echt in zicht komt.

Mevrouw de voorzitter,

Het pakket van wetgeving dat thans voorligt vormt een stevig fundament voor de op te richten nieuwe entiteiten en waarborgt samenwerking op een aantal belangrijke terreinen.

Met deze wetgeving op het gebied van de rechtshandhaving, het financieel toezicht en de politie wordt de veiligheid en het welzijn van onze bevolking zeker gesteld.

Ik ben er van overtuigd dat we hiermee ook doeltreffender veel van de huidige problemen zullen kunnen aanpakken. De opheffing van de huidige dubbele bestuurslaag maakt een gerichte inzet op veel terreinen mogelijk.

We hebben de afgelopen dagen intensief van gedachten gewisseld over de vraag hoe onze gemeenschappelijke zorg over de aanpak van de internationale, grensoverschrijdende criminaliteit het best vormgegeven kan worden.

Wij beseffen dat de Kamer een optimale bescherming van de burgers voor ogen heeft.

Mevrouw de Voorzitter: dat is ook onze zorg. Want het zijn onze mensen, onze gemeenschappen die die zorg nodig hebben en het zijn onze bestuurders die daarvoor verantwoordelijk zijn en die verantwoordelijkheid moeten en willen nemen.

Daarom is voor ons wezenlijk dat de gemeenschappelijk onderkende noodzaak om gezamenlijk deze ernstige vormen van criminaliteit doelgericht en doelmatig aan te pakken, in de lokale korpsen wordt verankerd.

Wij zijn er dankbaar voor dat het vernieuwde amendement Remkes, c.s. vanuit die gemeenschappelijk gevoelde zorg, een goede basis biedt voor een gezamenlijke aanpak van de criminaliteitsbestrijding binnen de eigen korpsen, voor de veiligheid van onze burgers en voor de opbouw van volwaardige korpsen.

Dit is een blijk van de saamhorigheid, een voorbeeld van hoe we samen kunnen werken aan de toekomst

Mevrouw de Voorzitter,

De afspraken die wij met elkaar gemaakt hebben over versteviging van onze vitale instituties ter waarborging van de veiligheid en rechtszekerheid van de burger, over goed bestuur, gezonde overheidsfinanciën en de bestrijding van de internationale criminaliteit, geven daadwerkelijk inhoud aan de geest van het Statuut, zoals die de opstellers ervan voor ogen heeft gestaan: een goede samenwerking op basis van gelijkwaardigheid.

Een samenwerking als gelijke partners, elk met zijn eigen verantwoordelijkheden en verplichtingen.

Een samenwerking van gelijke partners die uit overtuiging ook de wil hebben waar nodig elkaar bij te staan.

Een samenwerking die elk van ons versterkt!

Mevrouw de voorzitter,

We gaan een nieuwe tijd in. Een tijd - om te beginnen - van opbouw van de nieuwe landen en structuren. Maar daarbij past ook een gezamenlijk beleid ten aanzien van de toekomst onze eenheid, van het Koninkrijk. Dat is iets waar wij samen aan moeten werken. De motie waarin gevraagd wordt bij de herziening van het Statuut vier talen te erkennen illustreert de gezamenlijkheid en de diversiteit in het Koninkrijk.

Bij de vernieuwing van het Statuut zullen we ook een oplossing moeten vinden voor het democratisch deficit dat nu nog bestaat. Want waar de democratie de basis is voor elk van onze gemeenschappen én voor ons samenzijn in het Koninkrijk kan en mag er ten aanzien van de belangrijkste wet van ons Koninkrijk geen sprake zijn van een `democratisch deficit'.

Mevrouw de voorzitter,

Er is de afgelopen jaren door heel veel mensen hard gewerkt. Dank zij de onvermoeibare inzet van al onze adviseurs en medewerkers, dank zij ook de grote betrokkenheid van verschillende bewindslieden aan beide zijden van de oceaan,is die complexe en belangrijke wetgeving waarover u de afgelopen dagen heeft gesprokene en waarover u zo dadelijk gaat stemmen, gereed gekomen.

Ik dank u.

---

Gepubliceerd op: 27-04-2010 Bron: Antillenhuis