UMC Utrecht
UMC expertisecentrum kindermishandeling
Op 28 april bezoeken honderd kinderartsen vanuit het hele land het
Wilhemina Kinderziekenhuis/UMC Utrecht om scholing te krijgen op het
gebied van kindermishandeling. Het WKZ heeft in de afgelopen vijf jaar
een expertisefunctie opgebouwd voor alle vormen van kindermishandeling.
De kracht van het WKZ/UMCU schuilt in de combinatie van excellente
multidisciplinaire patiëntenzorg met het verrichten van
wetenschappelijk onderzoek. De geleverde zorg wordt continu
geëvalueerd. Eén van de onderzoeken die momenteel verricht wordt in
samenwerking met andere ziekenhuizen uit de Provincie Utrecht, is het
zogenaamde CHAIN-ER onderzoek: Child Abuse Inventory at Emergency
Rooms. Op de afdelingen Spoed Eisende Hulp in alle Nederlandse
Ziekenhuizen krijgt ieder kind - in Nederland - een screening op de
mogelijkheid van kindermishandeling. Het is echter nog onbekend wat de
voorspellende waarde van deze screening is. Doet de screening wat hij
moet doen: het opsporen van terechte gevallen van kindermishandeling?
Voor zover er iets bekend is van de huidige screeningsprocedure lijkt
het erop dat er veel onterechte positieve screeningen zijn: d.w.z. er
is een verdenking op kindermishandeling, die uiteindelijk wordt
verworpen na zorgvuldig onderzoek. Hoeveel mishandelde kinderen gemist
worden met deze screeningsprocedure is nog niet bekend. Als dit lopende
onderzoek is afgerond (eind 2011), kunnen deze vragen worden beantwoord
en de screeningsmethode aangepast.
Verschillende vormen van kindermishandeling (zie hieronder) komen op de
scholingsdag aan bod. Het belangrijkste onderdeel van de dag is de
communicatietraining. Artsen vinden het moeilijk om met ouders te
praten over de mogelijkheid van kindermishandeling. Juist daarom is in
het programma veel tijd ingeruimd voor training. Artsen leren
gedragssignalen te herkennen en kindermishandeling, verwaarlozing en
huiselijk geweld bespreekbaar te maken. Daarnaast leren ze agressie en
lastig gedrag van ouders te hanteren.
De dag wordt afgerond met een voordracht van de Leuvense hoogleraar
kinder- en jeugdpsychiatrie Adriaenssens met als titel: "
Kindermishandeling getekend".
Shaken Baby Syndrome
De meest ernstige - en soms fatale - vorm van kindermishandeling is het
zogenaamde `Shaken Baby Syndrome', ook wel inflicted Traumatic Brain
Injury genoemd. Het WKZ kreeg 24 kinderen in vijf jaar verwezen waar
deze vorm van kindermishandeling mogelijk zou spelen. Bij de helft van
de kinderen kon dat worden bevestigd. Het gaat dan om jonge
zuigelingen, van gemiddeld drie maanden oud, die met onverklaard
bewustzijnsverlies op de Spoed Eisende Hulp binnenkomen. Met aanvullend
onderzoek (CT-scan, botfoto's, bloedonderzoek, oogspiegelonderzoek) kan
het bewijs voor de diagnose gevonden worden: het kind moet zeer heftig
geschud zijn. Vaak zijn het kinderen met problemen, bijvoorbeeld
onverklaard huilen. De dader schudt niet met het doel om het kind te
beschadigen. Daders zijn vaak niet op de hoogte van de grote
kwetsbaarheid van het brein van een jong kind, met daardoor grote kans
op schudletsel: bloedingen in het hoofd.
Seksueel misbruik
De polikliniek van het WKZ krijgt wekelijks verwijzingen vanwege
verdenking op seksueel misbruik, meestal meisjes. Meestal zijn
verwijzingen afkomstig van de (zeden)politie, het Advies- en Meldpunt
Kindermishandeling of komt het kind op verzoek van één van de ouders.
Seksueel misbruik kan maar bij 12% van deze kinderen worden bevestigd.
Bij 80% kan seksueel misbruik niet worden bevestigd, maar ook niet met
zekerheid worden uitgesloten. Bij 40% van de kinderen speelt
echtscheidingsproblematiek een rol, met verdenking van de ex-partner
als dader. Opvallend genoeg is er bij de helft van de kinderen een
indicatie voor hulpverlening. Niet omdat seksueel misbruik bevestigd
kon worden, maar omdat er op enigerlei manier een niet-veilige
leefomgeving voor het kind bestaat.
Psychotraumacentrum
Het WKZ beschikt over een landelijk Psychotraumacentrum voor kinderen
die schokkende gebeurtenissen hebben meegemaakt. Daar worden ondermeer
meisjes na een eenmalige verkrachting behandeld. Deze meisjes hebben
allemaal een post traumatische stress stoornis, met bijbehorende
klachten. Het stressysteem is ontregeld, wat ook daadwerkelijk meetbaar
is aan een tekort aan het stresshormoon. Na STEPS behandeling in het
Psychotraumacentrum, individueel of in een groep, zijn de
stressgerelateerde klachten sterk verminderd en normaliseert het
dagelijkse leven van de meisjes en hun ouders. Daarnaast biedt het
Psychtotraumacentrum opvang en behandeling na (bijna) fataal huiselijk
geweld. Het gaat daarbij veelal om kinderen die getuige zijn van de
moord van de ene op de andere ouder. In de afgelopen vijf jaar zijn
zo'n zestig kinderen uit dergelijke situaties behandeld.
Voor meer informatie, bel 088 75 588 50 of mail info@umcutrecht.nl.
dinsdag 27 april 2010