Milieudienst Rijnmond

Inspiratie voor noodzakelijke vernieuwing in omgevingsbeleid

28.04.2010 16:00
Documentatie, communicatie en informatie

Een emissiereductie van tachtig procent in 2050. Daar moet de regio Rijnmond rekening mee houden, aldus VN-klimaatchef Yvo de Boer. Hij zei dit op een door de DCMR Milieudienst Rijnmond georganiseerd symposium over gebiedsgericht werken. Voorwaarde is volgens hem wel dat er fundamenteel nieuwe technologieën worden toegepast. "CO2-verwijdering is een goede stap, onder bepaalde voorwaarden."

De scheidend secretaris-generaal van het VN-klimaatbureau was één van de zes sprekers op het symposium dat de DCMR op 27 april hield over vernieuwing van het omgevingsbeleid. Yvo de Boer bracht in zijn toespraak twee werelden samen: het internationale klimaatbeleid en dat van de regio Rijnmond. Hij keek terug op de grote klimaatconferentie in december 2009 in Kopenhagen. De langetermijndoelstelling van tachtig procent emissiereductie in 2050 haalde het slotakkoord niet. Intussen is wereldwijd wel het besef doorgedrongen dat er iets moet gebeuren. "Energie, grondstofverbruik en bevolkingsgroei zijn vraagstukken waar we allemaal mee te maken hebben."

Wenkend perspectief

Maak van die min tachtig procent emissie een wenkend perspectief, is de boodschap die De Boer aan de regio Rijnmond. Hoe? "Door fundamenteel nieuwe technologieën toe te passen. En te denken vanuit de toekomst. Ik denk dat CO2-verwijdering, waar in deze regio veel discussie over is, een heel goede stap is. Maar niet alleen verwijdering en opslag van CO2. Gebruik deze CO2 ook in vernieuwende technologieën, zoals voor productie van waterstof. Nieuw kantoorgebouw Aanleiding voor het symposium was de ingebruikneming van een nieuw kantoorgebouw. Vele relaties van de DCMR had gehoor gegeven aan de uitnodiging en was naar Schiedam gekomen. Onder hen waren bestuurders van de regiogemeenten, provincie Zuid-Holland, het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu, vertegenwoordigers van Deltalinqs en andere relaties. "Een zaal vol vrienden", sprak DCMR-directeur Jan van den Heuvel in zijn openingswoord.

Inspiratie bieden

Het symposium had als titel Inspiratie meegekregen. De DCMR wil met het symposium inspiratie bieden voor innovatie van het omgevingsbeleid. De DCMR is voorstander van een gebiedsgerichte aanpak. Met een verleggen van de focus op individuele bedrijven naar een breder gebied kan beter gestuurd worden op milieueffecten. Milieuruimte kan beter worden benut.

Beoordelen milieuruimte

Erik van Heijningen, DCMR-bestuursvoorzitter en milieugedeputeerde van de provincie Zuid-Holland, gaf in zijn toespraak aan er vertrouwen in te hebben dat bestuurders en milieudienst gezamenlijk in staat zijn de beschikbare milieuruimte in de regio te beoordelen. "Dankzij de techniek, de beheersing van de industrie en de beheersing van het meetmechanisme, kunnen wij beoordelen welke ruimte er nog is op het gebied van ruimte, lucht, geluidhinder. Sectoraal kan dat nog wel eens spanningen opleveren, maar als je dat integraal aanvliegt, kun je laten zien waar je afwijkt."

Herstel keuzemogelijkheden

Friso de Zeeuw, directeur Nieuwe Markten Bouwfonds Ontwikkeling en parttime hoogleraar gebiedsontwikkeling aan de TU Delft, heeft vorig jaar een essay geschreven over gebiedsontwikkeling met als titel: Doorbreek de impasse. Op het symposium vertelde hij er meer over. De Zeeuw pleitte er onder meer voor om de keuzemogelijkheden van bestuurders om te herstellen. "Die zijn nu voornamelijk bezig met het Raad van State proof maken van hun beslissingen. Meedoen in het creatieve proces en uitrukken in de politieke arena om de beslissingen die je genomen hebt, te verdedigen, is steeds minder aan de orde vanwege die juridisering."

Clustering bedrijven

Colette Alma, directeur van de Vereniging Nederlandse Chemische Industrie, stond in haar toespraak stil bij de vraag wat regionale regie betekent voor de inrichting van de ruimte, met name in de Rijnmond. "Wat we in de industrie zien is dat er steeds meer clusters van individuele bedrijven ontstaan. Tussen die bedrijven onderling bestaat synergie. Ze zijn afhankelijk van elkaar zijn. Clustering is hun economische kracht en tegelijk hun grote kwetsbaarheid. Voor ons is het heel belangrijk dat er actief en bewust ruimte gereserveerd wordt voor de industrie. Net zoals het voor wonen en natuur gebeurt."

De VNCI-directeur sprak de hoop uit dat er bij de inrichting van een gebied rekening wordt gehouden met deze clustering. "Waarbij natuurlijk de eigenheid en de rechtszekerheid van alle bedrijven in acht genomen moet worden, De verdeling van de industriële ruimte kan naar onze opvatting alleen plaatsvinden na intensieve consultatie van alle verschillende stakeholders."

Veel expertise

Tweede Kamerlid Remi Poppe van de SP nam zijn toehoorders terug naar de Rijnmond van veertig jaar geleden. Toen hij als mede-oprichter van het Centraal Aktiekomitee Rijnmond actie voerde tegen smog, olie in de rivier, stinkend rivierwater en stank. Poppe staat stil bij de vraag hoe Rijnmond eruit zou hebben gezien als de DCMR er niet was geweest. "Zonder milieuwetgeving geen DCMR en zonder DCMR geen uitvoering en handhaving van de milieuwetten. Als je het aan de bedrijven zelf zou overlaten, krijg je dezelfde situatie als veertig jaar geleden. Dus de DCMR is belangrijk en heeft ook veel expertise opgebouwd. Maar we zijn er nog lang niet."

Woede en trots

Aan het slot van het symposium gaf oud-minister president Ruud Lubbers een reflectie. "De wil om iets te verbeteren", zei hij, "begint vaak met woede. Mijn eerste betrokkenheid met Rijnmond kwam voort uit woede over de effecten op de leefomgeving van de economische expansie toentertijd. Waar ik als Rotterdammer trots op was, maar tegelijk ook boos. Ons leefklimaat gaat naar de knoppen. Dat gaat niet langer. Ik werd lid van de Rijnmondraad en zo is het begonnen. We zijn blijven groeien zonder dat dit ten koste is gegaan van het milieu. Het is het wonder van Rotterdam en van de DCMR dat dat gelukt is." Uitdagen DCMR-directeur Jan van den Heuvel kijkt tevreden terug op het symposium. "Het overtrof mijn verwachtingen: de inhoud, de kwaliteit en de diepgang van de speeches. Hoe wij de sprekers hebben kunnen uitdagen te reflecteren op de toekomst in relatie tot de DCMR. Aan alle kanten heeft het voldaan aan onze doelstelling dat we geïnspireerd wilden worden."

Bomen planten

Na het symposium gingen alle genodigden naar buiten. In de tuin voor het nieuwe gebouw werden drie bomen geplant. Deze symbolische handeling werd verricht door de zes sprekers, de bestuurders van de regiogemeenten en provincie. Ook de burgemeester van Schiedam, mevrouw Verver-Artsen, was hierbij aanwezig. In haar toespraak feliciteerde zij de DCMR met het prachtige pand in haar gemeente.

Energielabel A+

Het nieuwe kantoorpand is een energiezuinig gebouw met het energielabel A+. Het ligt tegenover station Schiedam Centraal, op locatie Schieveste.