Partij van de Arbeid

Partij van de Arbeid


Den Haag, 29 april 2010

Vragen van de het lid Van der Veen (PvdA) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

over de vergunningverlening voor radiotherapie aan de Hansa Oncology Clinics


1. Is de minister op de hoogte van de dreigende overcapaciteit aan lineaire versnellers en in het adherentiegebied Nijmegen na de vergunningverlening voor radiotherapie aan Hansa Oncology Clinics?{1]


2. Waarom en op basis waarvan heeft de minister besloten na het nieuwe planningsbesluit op 17 december 2009 ook Hansa Oncology Clinics een vergunning voor radiotherapie te verlenen?


3. Zou deze vergunningverlening kunnen leiden tot kwaliteitsverlies, omdat kwaliteitsnormen betreffende apparatuur, personeel, en adherentiegebied door de regionale aanbieders niet meer gehaald kunnen worden? Zou dit kunnen leiden tot extra zorgkosten, omdat geïnvesteerd moet worden in gebouwen en apparatuur welke voor een belangrijk deel onbenut zullen blijven?


4. In hoeverre is rekening gehouden met het rapport van de Gezondheidsraad 'Radiotherapie Belicht' uit 2008, waarin de kwaliteitsrichtlijn is opgenomen dat 'vermeden moet worden dat de oprichting van een nieuw centrum ten koste gaat van volume en kwaliteit in bestaande naburige centra'?


5. Klopt het dat de minister op 23 oktober 2009, zonder gebruikelijk overleg met de beroepsgroep Nederlandse Vereniging van Radiotherapie en Oncologie (NVRO) en de Gezondheidsraad, de beslissing tot een nieuw planningsbesluit en daarmee nieuwe toetreding genomen heeft?


6. Klopt het dat op 3 september 2009 in een overleg tussen VWS en de NVRO is afgesproken om gezamenlijk voor 1 januari 2012 te komen tot een nadere precisering van de kwaliteitseisen en een bijbehorende accrediterende instantie? Klopt het dat deze verdere gesprekken over de nieuwe toetsingscriteria en een bijbehorende accrediterende instantie tussen VWS en de NVRO nog niet plaats hebben gevonden? Zo nee, waarom niet?


7. De minister verwijst in zijn vergunningverleningbrief aan Hansa Oncology Clinics naar de kwaliteitseisen van de NVRO en stelt dat de kliniek aan deze eisen voldoet. Op welke specifieke eisen doelt de minister dan, hoe is de kliniek hierop getoetst en wie heeft dit gedaan?


8. In hoeverre en wanneer is de IGZ door het ministerie van VWS geïnformeerd over de rol die de IGZ moet gaan spelen om uiteindelijk de daadwerkelijke behandeling van patiënten door de Hansa Clinic goed te keuren?

{1} Gesprek met de Nederlandse Vereniging van Radiotherapie en Oncologie.

Persvoorlichting Tweede Kamer-fractie Partij van de Arbeid Plein 2
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
T 070 318 2694
E s.boting@tweedekamer.nl

{1] Gesprek met de Nederlandse Vereniging van Radiotherapie en Oncologie.