Stichting Biologica
Exacte locatie van sommige veldproeven toch niet openbaar
De overheid (het ministerie van VROM) hoeft de exacte locatie van
veldproeven met gentech aardappelen en maïs niet bekend te maken. Dat
heeft de Raad van State woensdag 28 april bepaald in een zaak die door
Greenpeace, Biologica en andere betrokkenen was aangespannen. Volgens
de Raad van State is kennis over de precieze ligging van de proefvelden
van AVEBE en Monsanto niet vereist, omdat het om categorie 2 en 3
proeven gaat. Volgens de Raad staat van deze proeven al vast dat ze
geen risico vormen voor mens en milieu.
Biologica vindt het onbegrijpelijk dat het beroep ongegrond is
verklaard. In februari 2009 bepaalde het Europese Hof van Justitie dat
de plaats van veldproeven met genetisch gemanipuleerde gewassen niet
geheim mag blijven. Hiermee leek de jarenlange strijd over de
openbaarheid van veldproeven eindelijk beslecht.
Dit werd nog eens bevestigd door de uitspraak van de Raad van State in
september 2009 waarbij het ging om de openbaarheid van (categorie 1)
veldproeven met gentechmaïs van Pioneer. De afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelde toen dat de
minister op grond van de Europese richtlijn (2001/18) wél verplicht is
de precieze locaties van de proefvelden in de vergunningen bekend te
maken.
Tijdens een zitting bij de Raad van State over de proeven van Avebe en
Monsanto (26 januari 2010) bleek opnieuw dat VROM de locaties van
veldproeven geheim wil houden om vernieling te voorkomen. Op de vraag
van de voorzitter van de Raad waarom de exacte locatie van commerciële
ggo-teelt wel bekend kon worden gemaakt in een zogenaamd ggo register
antwoordde de jurist van VROM: "Dat is heel simpel, omdat de teelt zo
grootschalig is, is er geen kans meer op vernieling". De verwachting
was dan ook dat de Raad van State de vergunningen voor proeven van
AVEBE en Monsanto vanwege de geheime proeflocaties zou vernietigen.
Maar omdat het hier om zogenaamde "categorie 2" proeven gaat is het
verbod om de plaats van de proef geheim te houden volgens de Raad niet
geldig.
Het is opmerkelijk dat de Raad van State onderscheid maakt tussen
verschillende categorieën van veldproeven. Dit is namelijk een
Nederlandse (COGEM) uitvinding die op geen enkele manier terugkomt in
de uitspraak van het Europese Hof.
Biologica is vooral teleurgesteld omdat het recht van boeren om te
weten wat er in hun omgeving geteeld wordt niet is erkend.
Voor een boer maakt het niet uit of zijn product besmet wordt door een
gentechgewas uit de categorie 1, 2 of3. In alle gevallen is er sprake
van een nog niet toegelaten ggo die niet in de voedselketen terecht mag
komen.
Biologica en Greenpeace blijven zoeken naar mogelijkheden om aandacht
te vragen voor de enorme problemen waar gentech het milieu, consumenten
en boeren voor plaatst.
De volledige uitspraak is te vinden op www.raadvanstate.nl.