Vlaamse Overheid


Vlaamse Regering stelt oplossing ten gronde kinderopvang voor

Persmededeling van de Vlaamse Regering

vrijdag 30 april 2010

In haar Regeerakkoord beloofde de Vlaamse Regering een kaderdecreet dat het aanbod kinderopvang overzichtelijk en toegankelijk, van een betrouwbare kwaliteit en hoeveelheid zou maken. Na de nieuwe uitbreidingsronde in de kinderopvang, besprak minister Jo VANDEURZEN vandaag op de ministerraad een visienota, die de aanloop betekent naar een volwaardig kaderdecreet. Het kaderdecreet kinderopvang zal samen met de kindpremie in het Vlaams parlement besproken worden en zal wellicht begin 2012 van kracht zijn. Jo Vandeurzen: "Het belang van kinderopvang neemt toe: er zijn meer eenoudergezinnen, meer tweeverdieners. Een ouder kan vaak pas ingaan op een jobaanbod als er een opvangmogelijkheid is voor de kinderen. Kinderopvang zal flexibel met werk gecombineerd moeten kunnen worden. Uiteraard is voldoende aanbod een belangrijke zorg, maar kwaliteit is dat evenzeer."

De sector van de kinderopvang is een kluwen. Het bos is in de verdrukking gekomen door de bomen: het aanbod is versnipperd, er zijn diverse organisatiemodellen, de regelgeving is ingewikkeld en niet in overeenstemming de Europese regelgeving. Dat moet dringend anders. Transparanter. Met een duidelijk vergunningenbeleid, een beperkt aantal soorten vergunde opvang, met een competentiebeleid en een strikte kwaliteitsbewaking. Het kaderdecreet zal m.a.w. de voorwaarden aangeven voor de minimale kwaliteit en voor de overheidsfinanciering van de kinderopvang.

Lokale loketten kinderopvang
Deze visienota gaat uit van drie krachtlijnen: er moet voldoende én leefbare kinderopvang komen, deze opvang moet voor elk kind een kwaliteitsnorm halen én de opvang moet toegankelijk zijn voor iedereen. Elk gezin dat kinderopvang wenst, moet er toegang toe hebben. Om dit te realiseren plant minister Vandeurzen deze acties: o investeren in meer plaatsen en een geschikt programmatie-instrument; o een toereikend en evenwichtig gespreid aanbod inkomensgerelateerde kinderopvang verwezenlijken. De minister moedigt alle toekomstige beheerders van vergunde opvang aan om het systeem van de inkomensgerelateerde bijdrage aan te nemen. In dat systeem betalen ouders volgens hun financiële draagkracht. o de behoefte aan kinderopvang beïnvloeden met een gezinsvriendelijk beleid dat bvb. maatregelen zoals bevallings- en ouderschapsverlof aanmoedigt. Ouders krijgen meer mogelijkheden om tijdens de eerste levensjaren van hun kind zelf voor hun kind te zorgen; o de beschikbare plaatsen in elke gemeente/regio centraal beheren. Dat zal gebeuren met lokale loketten kinderopvang die gezinnen aan een opvangplek helpen. Op die manier moeten ouders niet meer her en der op zoek naar opvangmogelijkheid.
o als ouders een plek reserveren, moeten ze die betalen. Zo willen we ouders mee verantwoordelijk maken.

Kwetsbare gezinnen vinden moeilijk de weg naar kinderopvang. Betaalbaarheid speelt een rol, maar ook is het aangewezen deze mensen actief over het aanbod te informeren en ze aan te moedigen.

Een belangrijke implicatie van het kaderdecreet is dat alle formele opvang aan vooraf bepaalde voorwaarden zal moeten voldoen. Deze vergunningsplicht geldt voor iedereen. Louter "gemelde" (niet gecontroleerde) opvang zal niet meer kunnen. Het vergunningsbeleid maakt een onderscheid tussen gezinsopvang en groepsopvang.

Het decreet stimuleert voorts de beheerders van opvangplaatsen om een eigen kwaliteitsbeleid te voeren. Sterke, leefbare en stabiele opvanginitiatieven vereisen een eenduidige subsidiëring. Die komt er.

10.000 extra plaatsen
Om economische groei, werkgelegenheid van jonge ouders, gelijke kansen voor vrouwen en sociale inclusie de beste kansen te geven, - en toegankelijke kinderopvang is daarvoor een belangrijke ondersteunende dienstverlening - stelt de EU de zogenaamde Barcelonanorm voorop. Die zegt dat 33% van alle kinderen jonger dan 3 jaar een plaats moet vinden in de formele kinderopvang. De formele Vlaamse kinderopvang (erkend of met attest van toezicht) overschrijdt deze norm: 44,6% van alle kinderen onder de 3 jaar kunnen in Vlaanderen terecht in de formele kinderopvang.
Tegen 2020 wenst de Vlaamse regering 50% te halen. Rekening houdend met de nataliteitsprognose, betekent dit dat er tegen dan 10.000 plaatsen moeten bijkomen in de voorschoolse kinderopvang. De visienota die vandaag in de ministerraad werd besproken, is een eerste stap. De Strategische Adviesraad en het Raadgevend Comité van het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin brengen nog advies uit. Rekening houdend daarmee wordt het decreet geschreven, dan volgen de uitvoeringsbesluiten en de overgangsbepalingen. Verwacht wordt dat het kaderdecreet Kinderopvang begin 2012 van toepassing zal zijn.