Rechtbank Roermond


Beroep Somalische asielzoeker gegrond

Roermond, 3 mei 2010 - De vreemdelingenkamer van de rechtbank Roermond heeft bij uitspraak van 26 april 2010 het beroep van een minderjarige asielzoeker uit Somalië gegrond verklaard. De Somaliër had beroep aangetekend tegen het besluit van de minister van Buitenlandse Zaken om hem geen machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen.

Volgens de minister komt de Somaliër op grond van het zogenoemde nareis-beleid niet in aanmerking voor toelating. Er is, aldus de minister, gelet op de korte tijd, die de meerderjarige broer van de Somaliër (hij zorgde voor de Somalische jongen) in het gezin heeft verbleven feitelijk geen sprake van een ontstane gezinsband in het land van herkomst.

De rechtbank heeft geoordeeld dat de minister dit standpunt ontoereikend heeft gemotiveerd. In het beleid is namelijk alleen neergelegd, dat de gezinsband ontstaan dient te zijn in het land van herkomst, niet dat deze gezinsband gedurende enige tijd in het land van herkomst moet zijn uitgeoefend. Ook is in het beleid geen tijdsduur opgenomen gedurende welke een dergelijke gezinsband moet hebben bestaan. Nu de gezinsband in elk geval reeds in Somalië is ontstaan, kan naar het oordeel van de rechtbank niet op grond het nareisbeleid aan eiser worden tegengeworpen dat referent al na zeventien dagen naar Nederland is gereisd.

LJ Nummer

BM2550

Zie het origineel
Bron: Rechtbank Roermond Datum actualiteit: 3 mei 2010 Naar boven