Inspectie voor de Gezondheidszorg
Introductie operatierobots in ziekenhuizen onvoldoende zorgvuldig
Nieuwsbericht | 03-05-2010
Bij de aanschaf en het in gebruik nemen van operatierobots hebben zowel
academische als gewone ziekenhuizen onvoldoende zorgvuldig gehandeld.
Relevante technici en deskundigen op het gebied van reiniging,
desinfectie en sterilisatie werden niet of onvoldoende tijdig bij de
aanschaf betrokken. Hierdoor is in de periode na aanschaf in geen van
de onderzochte ziekenhuizen onder optimale condities gewerkt. Dit
blijkt uit onderzoek van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) in
2009 onder acht ziekenhuizen.
Robotchirurgie is een innovatieve techniek. De ziekenhuizen lopen
hiermee voorop, maar vergeten daardoor te gemakkelijk om
zorgvuldigheids- en veiligheideisen toe te passen. Directe aanleiding
voor het onderzoek waren signalen uit enkele ziekenhuizen dat
robotchirurgie niet zorgvuldig was geïntroduceerd. Robotchirurgie is
een vorm van minimale invasieve chirurgie waarbij de patiënt een minder
groot litteken heeft en doorgaans sneller herstelt. Een goede reiniging
en sterilisatie is van belang om complicaties na de operatie te
voorkomen.
Door het niet tijdig betrekken van relevante technici en deskundigen
bleken essentiële investeringen voor het reinigen, desinfecteren,
steriliseren en controleren van het instrumentarium niet gelijktijdig
met de aankoop van de robot te zijn gedaan. Het ontbrak de technici
daarnaast aan voldoende technische informatie om goed onderhoud te
kunnen uitvoeren. Geen van de onderzochte ziekenhuizen beschikte over
een (volledig) programma van eisen voorafgaand aan de aanschaf van de
operatierobot. Hierdoor was vooraf niet duidelijk wat nodig is om een
operatierobot veilig en verantwoord te introduceren. De inspectie ziet
een helder programma van eisen met daarin de tijdige inbreng van alle
relevante deskundigheid als noodzakelijke voorwaarde voor verantwoorde
zorg.
Ondersteunende professionals bleken niet tijdig te zijn getraind,
infrastructurele voorzieningen waren niet op tijd gerealiseerd en het
ontbrak aan een risicoanalyse rond de elektrische veiligheid in de
operatiekamer. Hoewel de meeste ziekenhuizen wel informatie verzamelen
over complicaties en het aantal verrichte operaties, ontbreekt het in
veel gevallen nog aan een bruikbare methode om deze informatie te
evalueren. Dit staat eventueel benodigde verbetertrajecten in de weg.
Naar aanleiding van het onderzoek stuurden alle onderzochte
ziekenhuizen een plan van aanpak aan de inspectie en zijn
verbetertrajecten opgestart. In de toekomst dienen Raden van Bestuur
van ziekenhuizen zich bij de aanschaf van operatierobots te houden aan
de geldende richtlijnen. Dit betekent onder meer dat zij een de
aanschaf multidisciplinair moeten onderbouwen, uitgewerkt in een
programma van eisen. Ook moeten processen van reiniging, desinfectie en
sterilisatie permanent volgens meetbare criteria worden gecontroleerd.
Ook moeten er criteria te bestaan voor de vakbekwaamheid van operateurs
en moet een registratie en evaluatie van complicaties plaatsvinden. Het
gebruikersoverleg voor de minimaal invasieve chirurgie in de
ziekenhuizen zal hierbij steeds betrokken moeten worden. De inspectie
zal hier toezicht op houden en zo nodig handhavend optreden. In het
uiterste geval kan dit betekenen dat de minimale invasieve ingrepen in
een ziekenhuis tijdelijk worden opgeschort.
De inspectie beveelt betrokken veldpartijen daarnaast aan een systeem
voor surveillance opzetten om de kwaliteit en patiëntveiligheid te
verbeteren en te borgen.
Meer informatie
* Rapport onvoldoende zorgvuldigheid bij introductie
operatierobots03-05-2010 | PDF-document, 2546 kB
Zie het origineel