Geachte Voorzitter,
In aanvulling op mijn brief van 23 maart 2010 (kenmerk NLP.2010/1390) doe ik u
hierbij verslag van de uitkomsten van de CITES Conferentie van Partijen (CoP) die
van 13 tot en met 25 maart 2010 (32 123 XIV) in Doha, Qatar is gehouden. Mijn
eerdere brief geeft het verloop van de beraadslagingen tot en met 22 maart weer.
Deze brief gaat in op het resterende deel van de CoP.
Haaien
Helaas zijn de voorstellen die door de EU en door de Verenigde Staten waren
ingediend ter bescherming van een aantal bedreigde haaiensoorten, verworpen.
Net als bij de discussie over blauwvintonijn was een meerderheid van de
aanwezige landen van mening dat het beheer van haaienpopulaties in eerste
instantie een zaak van de betrokken RFMO's (Regional Fisheries Management
Organisations) is.
Ik zal me in de RFMO's waar de EU en dus ook Nederland bij aangesloten zijn,
sterk maken voor een duurzaam beheer van de soorten. Hoewel ik betreur dat de
soorten niet op de CITES-lijsten zijn opgenomen stel ik vast dat het beheer van
commercieel verhandelde mariene soorten hoger op de internationale agenda is
komen te staan. De druk op RFMO's om duurzaamheid als leidraad voor hun
beslissingen te nemen is toegenomen.
Olifanten
Zoals ik u in mijn brief van 23 maart 2010 al meldde, is de uitkomst van de
discussie over olifanten en de handel in ivoor dat het compromis dat tijdens CoP14
in Den Haag gesloten is, overeind gebleven. Ik ben hier tevreden over. Na die
discussie hebben de Afrikaanse landen nog tijdens de CoP een Actieplan voor de
Afrikaanse Olifant aangenomen dat zij zelf ontwikkeld hebben. De weg is nu vrij
om tot de oprichting van het Olifantenfonds over te gaan.
Het Plan was een voorwaarde om tot oprichting over te gaan en zal als basis
dienen voor het toekennen van projecten door het Olifantenfonds.
Internethandel
Tijdens het Algemeen Overleg van 9 maart 2010 is gesproken over de handel van
CITES producten via internet. Ik heb toegezegd te zullen onderzoeken hoe
Duitsland en Zwitserland deze handel gereguleerd hebben om te bezien of
Nederland dat als voorbeeld zou kunnen gebruiken.
Tijdens de CoP in Qatar heeft de Nederlandse delegatie overleg gevoerd met
Duitsland, Zwitserland, het CITES Secretariaat, vertegenwoordigers van de handel
en NGO's over de problematiek rond internethandel. Nederland heeft ook zitting in
de CITES-werkgroep over internethandel. In het AO landbouwraad op 24 maart jl.
heb ik aangegeven dat Duitsland en Nederland de Europese CITES-verordening op
dezelfde manier hebben geïmplementeerd. Dat geldt ook voor het strafbaar
stellen van illegale handel via internet. Zwitserland is nog niet zover, maar wil
dezelfde regels stellen als Nederland en Duitsland.
Side event handel in tropisch hout
Tijdens CoP14 in Den Haag heb ik als voorzitter tijdens het ministeriële segment
aandacht gevraagd voor de rol die CITES kan spelen bij de verduurzaming van
handel in tropisch hout. In lijn met die inzet heeft Nederland bij de CoP in Doha
een zogenaamd side event over dit onderwerp georganiseerd. Naast Nederland
hebben vertegenwoordigers van de Verenigde Staten, Vietnam en Ghana
presentaties gegeven over duurzaam gebruik en over handhaving. Ik heb
toegezegd te bezien hoe ik landen kan ondersteunen die overwegen voor CoP16
een voorstel in te dienen om het gebruik van en handel in hun houtsoorten te
verduurzamen.
Tot slot
Hoewel deze CoP niet tot de door Nederland gehoopte doorbraken heeft geleid in
de regulering van de handel in commerciële mariene soorten, zijn veel voorstellen
die minder aandacht trokken, wel aangenomen. Ik beschouw de CoP daarom met
gemengde gevoelens. De volgende CoP zal over drie jaar gehouden worden in
Thailand.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit