Gemeente Oldenzaal


Populatie dassen in het Hulsbeek ontdekt

03 mei 2010

In het Hulsbeek woont een das met jongen. Dassen, die doorgaans van generatie op generatie in dezelfde leefomgeving blijven, zijn op grond van de flora en faunawet hoog beschermde dieren. Dit betekent dat hun verblijfplaats niet aangetast mag worden en het leefgebied voldoende aanwezig moet blijven. In de jaren zestig waren deze dieren vrijwel verdwenen uit ons land. Stichting Das en Boom meldt dat Nederland momenteel 4500 dassen telt. Door deze ontdekking moet de inrichting van een aantal lopende projecten in het Hulsbeek onder de loep worden genomen, zoals het crematorium, het Groote Veld en Toetersdennen.

Woonplek

Dassen wonen onder de grond, in burchten; riante onderaardse "kastelen". De gemeente Oldenzaal en een specialist van de Zoogdiervereniging hebben onlangs een aantal plekken in het Hulsbeek bekeken waar mogelijke verblijven van dassen te vinden zijn. Gekeken is of er duidelijke looproutes zijn die naar eventuele andere verblijven zouden leiden. Bovendien is bekeken of alles nog in gebruik is of verlaten is.

Populatie dassen

Er zijn belangrijke aanwijzigingen dat in het Hulsbeek een populatie dassen woont. Er zijn duidelijke wissels aangetroffen, verse pootafdrukken en er is een bewoonde burcht gevonden. Boven op een burcht zijn tekenen van spelende jonge dassen gevonden. Plukjes zachte mos bij een ingang duidt op een aanwezige kraamkamer.

Impact ontwikkeling

"Wij roepen iedereen op niet op zoek te gaan naar de dassen. Mensen zullen niet snel een das tegenkomen wanneer ze door het Hulsbeek wandelen. De das is een stil, schuw nachtdier. Hij woont onder de grond, daar bouwt hij zijn burcht. Het is mooi dat dit dier bij ons wil wonen. Maar de ontdekking heeft ook een keerzijde. Dit kan invloed hebben op ontwikkelingen op het Hulsbeek. Ik denk hierbij aan de invulling van het crematorium en de begraafplaats, de ontwikkeling van het Groote Veld, het gebruik van Toetersdennen, de mountainbikeroute en het ruiterpad", vertelt wethouder Frits Rorink. "Binnen enkele weken ontvangen wij een rapportage over de impact van deze ontdekking op het Hulsbeek. Nader onderzoek zal uitsluitsel moeten geven over de (on)mogelijkheden in het gebied."