Ingezonden persbericht


PERSBERICHT

Amsterdam 3 mei 2010

4 en 5 mei zijn `duurzaam relevant'
Verzoening met Duitsland voltooid

Maar liefst 90% van de Nederlanders van 65 jaar en ouder, zij die de Tweede Wereldoorlog zelf hebben meegemaakt, is van mening dat de verzoening met Duitsland inmiddels heeft plaatsgevonden. Voor de verzoening met Japan ligt dit percentage met 62% aanzienlijk lager. Uit het Nationaal Vrijheidsonderzoek 2010 blijkt dat bijna 9 op de 10 Nederlanders van mening is dat de beeldvorming over Duitsers en Japanners vandaag de dag niet meer beïnvloed wordt door de Tweede Wereldoorlog. Ook blijkt dat de herdenking en viering op 4 en 5 mei niet aan relevantie inboeten naarmate de Tweede Wereldoorlog verder achter ons ligt. Het belang dat de Nederlandse bevolking toekent aan 4 en 5 mei is onverminderd groot. Anno 2010 worden herdenken en vieren niet alleen meer verbonden met de Tweede Wereldoorlog, zij hebben een meer universele waarde en betekenis gekregen. Volgens 80% van de deelnemers aan het onderzoek gaan 4 en 5 mei zowel over het verleden als over het heden en moeten beide dagen ook in de toekomst doorgaan.

Herdenken en vieren blijven actueel
Hoewel de Tweede Wereldoorlog inmiddels ver achter ons ligt en we in Nederland alweer 65 jaar in vrijheid leven, kunnen 4 en 5 mei nog steeds op een groot draagvlak rekenen bij de Nederlandse bevolking. Driekwart van de Nederlanders vindt dat 4 en 5 mei relevant blijven, zolang er oorlog en onderdrukking bestaan. Herdenken en vieren zijn volgens een ruime meerderheid van de Nederlandse bevolking belangrijk voor iedereen, ongeacht leeftijd, opleiding of achtergrond. Het belangrijkste van de jaarlijkse herdenking vindt men vooral het stilstaan bij de gevolgen van oorlog, zowel vroeger als nu. Voor de viering ligt de prioriteit bij het stilstaan bij het feit dat vrijheid niet vanzelfsprekend is.
Een ruime meerderheid van de mensen denkt op 4 mei niet alleen aan de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog, maar ook aan de Nederlandse slachtoffers van na de Tweede Wereldoorlog en/of aan alle oorlogsslachtoffers wereldwijd, ongeacht welke oorlog. Diegenen die van mening zijn dat herdenken en vieren vooral betrekking hebben op het verleden, hechten ook minder belang aan het continueren van 4 en 5 mei in de toekomst.

Vijandbeelden
Eind 2009, begin 2010 werd in de media een discussie gevoerd over de vraag of de Duitse ambassadeur aanwezig zou moeten zijn bij de Nationale Herdenking als gebaar van verzoening. In het Nationaal Vrijheidsonderzoek 2010 zijn enkele vragen rond dit onderwerp meegenomen om de opvatting van Nederlanders hierover te peilen.
Volgens 8% van de Nederlandse bevolking zou de verzoening met Duitsland nog moeten plaatsvinden, daar tegenover staat dat 80% aangeeft dat die verzoening al heeft plaatsgevonden. Opvallend daarbij is wel dat hoe jonger men is hoe vaker men van mening is dat de verzoening nog niet heeft plaatsgevonden. 17% van de deelnemers aan het onderzoek is van mening dat de verzoening met Japan nog plaats moet vinden, tegenover 62% die van mening is dat ook die verzoening heeft plaatsgevonden. Circa 90% van de Nederlanders geeft aan dat de Tweede Wereldoorlog geen negatieve invloed (meer) heeft op hoe men nu over Duitsers of Japanners denkt. Van de 65-plussers geeft 63% aan dat de oorlog vroeger wel invloed had op hun mening over Duitsers, maar nu niet meer. Voor andere leeftijdsgroepen geldt dat meer dan de helft aangeeft dat de oorlog nooit een negatieve invloed heeft gehad op die beeldvorming.

De herdenking en viering zijn van de Nederlandse bevolking Hoewel 4 en 5 mei een meer algemene betekenis hebben gekregen, worden beide dagen door de Nederlanders niet los gezien van de Tweede Wereldoorlog. Het merendeel van de Nederlanders vindt de aanwezigheid van direct of indirect bij de Tweede Wereldoorlog betrokken burgers en (ex-) militairen belangrijk. Maar veel mensen vinden het ook belangrijk dat jongeren aanwezig zijn bij beide dagen. Men hecht niet of nauwelijks belang aan de aanwezigheid van buitenlandse ambassadeurs bij de herdenking en viering.

Het Nationaal Vrijheidsonderzoek
Het Nationaal Vrijheidsonderzoek is opgezet om de beleving van Nederlandse burgers ten aanzien van 4 en 5 mei te monitoren. Doordat de Tweede Wereldoorlog steeds verder achter ons ligt, kan deze beleving in de loop der tijd veranderen. Willen 4 en 5 mei een duidelijke plaats behouden in onze samenleving, dan moeten de herdenking en viering blijven aansluiten bij de beleving van de burgers. Het Nationaal Vrijheidsonderzoek is in deze opzet voor de negende maal uitgevoerd.
De steekproef is representatief voor de Nederlandse bevolking. Autochtonen en niet-westerse allochtonen zijn evenredig in de steekproef vertegenwoordigd.



Ingezonden persbericht