Stichting Natuur en Milieu
Raad van State oordeelt: gegevens schadelijke stoffen
olieraffinaderijen moeten openbaar
4 mei 2010 - De Dienst Centraal Milieubeheer Rijnmond (DCMR) moet de
concentraties van schadelijke stoffen openbaar maken die vier
olieraffinaderijen uitstoten. Dat heeft de Raad van State vandaag
bepaald in een zaak die Stichting Natuur en Milieu in 2007 tegen de
dienst heeft aangespannen. De Raad van State is het met ons eens dat
het publiek recht heeft om te weten welke concentraties schadelijke
stoffen in de lucht terechtkomen, zegt Sijas Akkerman van Natuur en
Milieu. Het gaat om de olieraffinaderijen van BP, Esso, Shell en Kuwait
Petroleum Europoort.
Via de schoorsteen van de raffinaderijen komen onder andere NO
(stikstofoxiden) en SO (zwaveldioxiden) in de lucht terecht. Deze
stoffen leiden tot schade aan de luchtwegen en hart- en vaatziekten.
Geschat wordt dat jaarlijks achttienduizend mensen in Nederland
voortijdig overlijden door deze luchtvervuiling.
Natuur en Milieu heeft de concentratiegegevens van deze stoffen nodig
om te kunnen beoordelen of de raffinaderijen gebruik maken van de best
beschikbare technieken om deze vorm van luchtverontreiniging zoveel
mogelijk te beperken. Deze technieken zijn sinds 2007 door de EU
verplicht gesteld.
De Rechtbank Rotterdam stelde Natuur en Milieu al in 2008 en 2009
hierover in het gelijk. Echter, de provincie Zuid-Holland c.q. DCMR
accepteerde de uitspraken van de rechtbank niet en tekende hoger beroep
aan tegen de laatste uitspraak.
Andere (grote) bedrijven maakten in het verleden geen probleem van de
openbaarheid van hun concentratiegegevens. Helaas was een jarenlange
juridische strijd nodig om deze gegevens van de raffinaderijen te
krijgen. De uitspraak van de Raad van State voorkomt dat dit bij andere
bedrijven in de toekomst nodig zal zijn.
Publicatiedatum: 04-05-2010